DE DAME UIT DEN
BLAUWEN EXPRESS"
y
door CAxel Rudolph
22
TWEEDE
VERVOLG!
OOR 'n huisdeur zat 'n oude vrouw,
roerloos, het hoofd diep op de horst
gezonken. Een heel dun, rood beekje
liep onder het gebogen hoofd over den wijden
rok. Niet ver vandaar lag een der mannen van Lin-
Kwong op straat uitgestrekt, met het gezicht tegen
den grond. Hij lag daar heel rustig en vredig, als
iemand, die in de zon is gaan liggen en van moeheid
is ingeslapen. Bloed was er niet aan hem te zien.
Aan den volgenden hoek echter wendde Helga van
afgrijzen het gelaat af, met gesloten oogen. Daar lag
een jonge Chinees, met kromme sabels beestachtig
verminkt. Zijn hoofd lag achterover, en de blauw
achtige lippen stonden wijd open, alsof er nog de
laatste schreeuw van een doodgemarteld mensch
uit opsteeg.
Onuitsprekelijk jammerlijk, weerzinwekkend zag
het er uit. Helga keek snel naar haar buren aan
weerszijden. De Amerikanen keken, alsof zij niets
anders gezien hadden dan porseleinaarde en kwarts.
Lin-Kwong keek recht voor zich uit. Er lag een
wreed lachje op zijn dunne lippen.
Aan den anderen rutgang der kleine stad trof men
de rest der soldaten. Met veel geschreeuw en lawaai
klauterden zij in de wagens. Allerlei buit sleepten zij
mee, allerlei voorwerpen wierpen zij in de wagens,
schikten ze zoo, dat ze zoo weinig mogelijk hun
bewegingen belemmerden, gooiden dan wild vloekend
kisten en andere groote dingen weer op straat.
Rondom rumoer en ruzie, geschreeuw en gesnater.
Geweren werden in 't wilde afgevuurd, om de men
schen, die nog in de huizen verscholen zaten, angst
aan te jagen. Er kwamen nog een paar nakomers
een huis uit gestormd, met waanzinnigen bloeddorst
in de oogen en rood glimmende bajonetten in de
vuist.
Een dronkenschap van wreedheid stond in de
gezichten der soldaten, vuil van stof en zweetdron
kenschap van wreedheid trilde in de gele vingers,
die in de wagens nog knepen om de kolven dei
geweren en de grepen der messen.
Het was maar goed, dat Helga Lethus weinig
Chineesch verstond. Door de woeste ruziewoorden
om den buit heen klonken ontevreden uitingen en
dreigementen. Waarom sleepte de generaal die
blanken mee 1 Eerst drie, en nu een vierde En voor
die vierde had de generaal losgeld kunnen krijgen.
Waarom had hij 't niet aangenomen 1 Dan hadden
ze er allemaal iets aan gehad
Lin-Kwong verstond het wèl, maar hij deed, alsof
hij het niet hoorde. Zijn hand echter ging ongemerkt
naar het leeren foedraal van zijn revolver en maakte
de sluiting los.
Twee dagen later rukte het leger van generaal
Lin-Kwong de stad Soei-foe binnen.
Ook deze stad maakte een doodschen, een verre
van Cliineeschen indruk want die steden in 't
midden van het gele rijk zijn bijna altijd wemelende,
krioelende mierenhoopen. Er werd geen vijandigheid
getoond en de soldaten plunderden niet integen
deel, zij trokken ordelijk door de straten en riepen
den weinigen burgers, die hen tegenkwamen, lachend
een groet toe. Maar het grootste deel der inwoners
had de deuren gesloten, zoodra de nadering der
gewapende schare bekend werd. Of het nu de mannen
van Lin-Kwong waren of regeeringstroepen, dat
deed er niet toe het soldatenvak is in Midden-
China het verachtelijkste van alle beroepen, en
voorzichtigheidshalve sluit men alvast stevig zijn
huis, als er een trommelslag gehoord wordt. Dit is
geenszins een bewijs van liefde voor den vrede,
't Is het gevolg van een vreemde overheersching
van drie eeuwen, waarin het soldatenvak bijna
uitsluitend door Mandsjoerijsche huurlingen werd
uitgeoefend, tot groot leed en harde verdrukking
van een werkzaam en vreedzaam volk.
Lin-Kwong was gekomen met het plan, zoo lang
in Soei-foe te blijven, tot hij zijn voorraad proviand
en munitie weer had aangevuld, om dan weer uit
te trekken en met zijn bende op te duiken, waar men
hem het minst verwachtte. Op de menschen in
Soei-foe kon hij rekenen. Hij was zelf in die streek
geboren, en ook zijn mannen stamden meest uit
Szetsjoean. Met tal van familiebanden waren hij
en zijn volgelingen aan de menschen in en om
Soei-foe verbonden, en wie China kent, weet, dat
een familieband sterker is dan alle wetten en over
heden.
Van de rust, die allen zochten en begeerden, kwam
echter niet veel terecht. Nauwelijks hadden de sol
daten zich door de stad verstrooid, of in de thee
salons, in de bazars en in de huizen ontstond een
heftig opgewonden gemurmel en gefluister. Stom,
met bedrukte gezichten, aanhoorden de soldaten
van Lin-Kwong, wat de bewoners van Soei-foe hun
vertelden. Boodschappers en anderen, die iets meen
den te weten, gingen onophoudelijk het huis, waarin
de generaal woonde, in en uit.
Helga Lethus was in een kamer gebracht, waarvan
de vloer met bonte matten belegd was, en waarin
zich weldra Olga Marshall, de dochter van den
professor, bij haar kwam voegen. Olga was de dochter
van een geleerde en de vrouw van een geleerde
men zag het haar aan en men hoorde het aan haar
stem. Zij had den mannen wèl gevraagd, of zij „iets"
gevonden hadden, maar over den treihoverval, over
de tuchtiging van het stadje onderweg, werd niet
gesproken. Helga Lethus praatte maar heel weinig
met het stille meisje. Zij nam een boek uit een kastje
en ging zitten lezen.
De kamer was door een kralen gordijn gescheiden
van Lin-Kwong's werkkamer. Aan den anderen kant
van laatstgenoemd vertrek was de studeerkamer
der beide Amerikanen. Zoo waakte Lin-Kwong
over zijn gasten, tot hun en tot zijn eigen veiligheid.
Al verstond Helga niet, wat er in de kamer van den
generaal gesproken werd, zij kon toch goed consta-
teeren, dat het bendehoofd het druk had en dat zijn
glimlachende kalmte eenigszins geschokt werd door
de berichten, die hem de boodschappers met drukke
gebaren vertelden.
Op een sierlijk gelakt blad werd haar thee gebracht
door een Chineesch meisje, dat Tsi-Loe heette,
Zachte Papaverbloesem, en de donkere kattenoogen
van dat meisje keken de Duitsche even vijandig
aan, als de soldaten onderweg naar haar en naar de
twee Amerikanen gekeken hadden. Maar Helga
had al haar aandacht bij hetgeen er in de aangrenzen
de kamer gebeurde zij merkte niet op, hoe Tsi-
Loe keek of deed.
's Middags werden de mannen van Lin-Kwong
met trommelslag bijeengeroepen. Zij kwamen, maar
zij kwamen traag, onwillig. Weerspannigheid broeide
in hun oogen. Helga zag den generaal tusschen een
groepje lagere officieren staan en druk praten
toen hield hij een lange, nadrukkelijke toespraak
tot de manschappen. De gezichten der soldaten
klaarden echter niet op.
Toen brak Lin-Kwong zijn rede opeens af, keerde
zich om en naderde het huis.
„De omstandigheden dwingen me, een marsch in
het gebergte te houden," zei hij, glimlachend, maar
Helga zag duidelijk, dat er onrust achter dat lachje
school. „Er naderen Kantonneesche troepen. U zult
waarschijnlijk met de Amerikaansche dame hier
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
Een jonge Duitsche ingenieur, Adrian Krinner, reist
met den „Blauwen Express'van Peking naar Shanghai
en ontmoet een beeldschoon jong Duitsch meisje.
Ze laat echter blijken, dat ze van z'n attenties niet
gediend is. Een Chineesche rooverbende overvalt den
trein en plundert de reizigers. De Duitsche dame blijft
vrijwillig bij de roovers achter. Krinner is smoorlijk
verliefd op het meisje en tracht de bende op te sporen.
Intusschen reist Helga Lethus, de Duitsche dame,
met den troep van Lin-Kwong verder, in gezelschap
van 'n Amerikaansche familie, die voor
doeleinden een tocht door China maakt.
willen blijven, en mijn nederige woning
zoolang voor hef nemen."
Helga keek hem recht in de oogen.
„Ik ben niet met u meegegaan, om in een kamer
te blijven zitten, generaal," zei ze. „Als u 't goed
vindt, ga ik mee. Ik voel me onder uw bescherming
volkomen veilig."
De generaal stak haar zijn hand toe en keek zeer
voldaan. Op dat moment kwam er een bode op hem
aan gestormd, hijgend en geheel met stof bedekt,
en proestend vertelde hij een of ander nieuws. Reeds
was de onrust op het plein groot er werd luid
geroepen en gescholden, het was één chaos van door-
eenwoelende, schreeuwende, gesticuleerende soldaten.
Aan de zoomen van het plein zag men burgers
verschrikt wegijlen en in de huizen verdwijnen.
„GeneraalGeneraalZe komen
Zonder het minste respect drong een troep sol
daten om den generaal, het Duitsche meisje en de
twee Amerikaansche geleerden heen. Anderen hepen
brutaal het huis binnen en droegen naar buiten
wat hun aanstond.
„Daar heb je 't, generaal
„Ze zitten ons op de hielen Ze staan al voor de
stad
Een lange officier met een pokdahg gezicht drong
tandenknarsend naar voren. „Heb ik 't niet gezegd
't Was een stomme streek, dien trein aan te houden
De vreemde duivels hebben gestookt in Kanton
En wat hebben we er aan gehad Rommel, waar we
niets aan hebben We hadden beter een paar dorpen
in kunnen nemen Nu zitten we in de knel
Er kwam weer zelfbeheersching in het gezicht
van Lin-Kwong. Bedachtzaam, koel als een dieren
temmer voor de leeuwen, stond hij voor den dreigen
den troep.
„Onze eigen landgenooten en broeders plunderen
Dat kunnen jullie Ik neem he ver van de blanke
duivels af, wat we noodig hebben Waarom schreeu
wen jullie We gaan de bergen in, en 't heele leger
van Kanton kan er ons niet uitkrijgen."
„GeneraalWeer kwam er een boodschapper
met stooten en schreeuwen door het gedrang.
„Yalsch alarmTu-IIong is een stinkende ezel,*
generaalWat hij voor troepen uit Kanton heeft
aangezien, is niets dan een karavaan Pelgrims, die
naar Tibet trekken, anders niets
„Zie je wel Lin-Kwong maakte een onver
schillig gebaar en wilde zich afwenden. Maar de
pokdalige greep hem opgewonden bij den arm en
hield hem vast.
„We moeten in ieder geval weg, generaalbrulde
hij. „We moeten Soei-foe opgeven We moeten de
bergen in, doodmoe, opgejaagd, zonder voldoende
proviandEn waarom 1 Alleen voor die daar
Zijn oogen schoten een woedenden bhk naar Helga
Lethus, en Lin-Kwong plaatste zich beschermend
vóór haar. „Waarom sleep je die vreemde duivels
mee f Je weet heel goed, waarom ze uit Kanton
optrekken omdat de blanken in Shanghai zeggen,
dat die vrouw ontvoerd is Omdat ze eischen, dat
je haar teruggeeft
Luide kreten van instemming beletten hem, verder
te spreken. De soldaten schenen half dol te worden.
„Jij hebt haar meegenomen, generaal
„Wat schieten we er mee op Had maar liever
losgeld voor haar aangepakt en met ons gedeeld
„Je bent niet eerlijk, Lin-Kwong
„Je brengt ongeluk over ons
„Stilte Lin-Kwong keek met een trotschen blik
rond. Toen kwam het bedachtzame lachje weer
op.
„We zullen haar niet verder meenemen," zei hij
gelaten. „Ze zal nu zelf niet meer willen, denk ik.
Ze kan hier in Soei-foe blijven. Als die honden komen,
kunnen ze de blanken bevrijden en weer oprukken.
Dan is alles in orde."
Er bruiste een stroom van hartstochtelijk
protest door de wilde menigte.
„Hier blijven Om ons te verraden, hè Wie weet,
wat je haar onderweg verteld hebt in de taal van de