IN DE CATACOMBEN
Waar de oude Limburgers schuilden
voor de Franschen
DE gemeente Berg-
Terblijt, op welker
grondgebied de
■ici uuiikci catacomben van
ZGeulhem zich uitstrekken,
levert alle sporen van een
hoogen ouderdom.
Geheel de bergrug, waarop dit dorpje zich in
vroeger eeuwen neervlijde, is bezaaid met brok
stukken van Romeinsche en Germaansche historie.
Op den berg, die het gehucht Geulhem beheerscht,
bevindt zich 'n woud, de Wippelsche heide genaamd,
waarin men talrijke grafheuvels aantreft, die aan
den tijd der Romeinsche nederzettingen herinneren.
Dit woud ligt als een wig tusschen twee ravijnen,
uitschietend op de Geul.
In het westelijk ravijn bevindt zich de opening
der voornaamste zandsteengroeve te Berg-Terblijt
eenzame en geheimzinnige poort van het labyrint
dier onderaardsche gangen, waar de bergwerker
eertijds, verstoken van het zonlicht en de frissche
lucht der vallei, dag en nacht arbeidde aan het
uitzagen van steenblokken, om daarmede het brood
voor zijn gezin te verdienen.
Donkere schuilhoek tevens, waar de geoloog in
de krijtlagen en vervormingen de overblijfselen
vond van voorwereldlijke dieren, doch waar óók
in een onderaardsche kapel een blijvend gedenk-
teeken wordt aangetroffen der bewoners, die gedu
rende den orkaan der Fransche omwentelingen
daarheen hun Godsvereering en hun haardsteden
overbrachten. (Inname Maastricht 1794 en inlijving
Limburg bij de Fransche Republiek 1795.)
De
op
een 14 meter lange
de catacomben gevonden.
De ingang der catacomben icelke zich
mijlen ver in de aarde verliezen.
Ken kijkje in de onderaardsche kapel.