VACANTIE AAN HET STRAI 5 Toen ving hij aan, zijn rede in te studeeren. Met luide stem en vóór den spiegel, teneinde zijn mimiek te controleeren. Mevrouw en de kinderen waagden het slechts fluisterend te spreken en slopen als geesten door het huis. Tot diep in den nacht duurde die studie, weken achtereen, en meneer Pinner kon zelfs de poes niet hooren miauwen, of hij ver scheen boven aan de trap en brulde naar beneden, wie het in 's hemelsnaam in zijn hoofd had gekregen, dat instrumentaal concert op de radio aan te zetten. Mevrouw Pinner vermagerde met den dag, Alice werd bleekzuchtig en Eddy werd kribbig als een weeshuismannetje. Op een avond, toen meneer Pinner de laatste bestuursvergadering van de Kiesclub bijwoonde, voor hij zijn verkiezingscampagne aanving, en Bucky met duizend voorzorgen de huiskamer binnen gesmokkeld was, klaagde mevrouw Pinner met bittere stem haar nood. ,,'t Is géén leven meer, Bucky," zei ze half schrei end. „We worden behandeld als babies en afgesnauwd als honden. En nu moet de eigenlijke verkiezings campagne nog beginnen. Wat zullen we nog beleven, als hij vier-, vijfmaal in de week op reis moet, om te gaan spreken Hoelang duurt die geschiedenis wel niet „De verkiezing is pas over vier maanden, me vrouw," antwoordde Bucky terneergeslagen. „Hoor eens aan, over vier maanden En al dien tijd zitten we hier in een gekkenhuis. En alles voor niets. „Alles voor niets," beaamde Bucky. „Uw man maakt geen schijn van kans tegenover lord Barry - doone. Hij is candidaat gesteld, om de verhoudingen eens te meten, maar hij krijgt nog geen tiende deel van de stemmen, die lord Barrydoone op zich zal vereenigen." „En voor zoo'n comedie moeten wij allemaal lijden, vier maanden lang," schreide mevrouw Pinner. „Kwam hij toch maar eens tot zichzelf. Wilde hij maar inzien, dat het toch allemaal vruchteloos is. Maar hij holt zichzelf voorbij en loopt van verwaand heid naast zijn schoenen. Ik hoop, dat hij op de eerste de beste vergadering zóó'n blunder maakt, dat het heele district hem uitlacht. Werkelijk, dat meen ik. Mijn huiselijk leven sla ik liooger aan dan dat politiek gedoe, vooral als het toch op vruchtelooze moeite uitloopt. U Ap dat oogenblik sprongen ze alle vier verschrikt overeind er werd een sleutel in de voordeur gestoken. „Pafluisterde Alice, hevig ontsteld. „Gauw, de tuinkamer in, Bucky. Blijf even op me wachten, de tuindeur is gesloten en als je haar opent, hoort pa je." Bucky werd de donkere tuinkamer ingeduwd en het volgende oogenblik trad de Lagerliuiscandidaat de huiskamer binnen. „Hallo, samen zei hij opgewekt. „Lieve, ik heb nu een reuzen-idee, een echt Amerikaansch verkiezingsidee. Iets om een imposant en tegelijk treffend slot aan mijn rede te geven, begrijp je 1 Eddy moet me helpen. Meer verstond Bucky niet, de deur ging open en Alice kwam de tuinkamer in. „Vlug, en zachtjes," fluisterde zij. Zij ontsloot de tuindeur en na een vlugge om helzing stond Bucky veilig in den tuin. Den volgen den dag ontmoette hij Eddy. „Hallo," zei hij grijnzend. „Wat hoorde ik gis terenavond, mag je je vader helpen bij de comedie t" „Oh, Bucky, 't i s een comedie," lachte Eddy. „Echt Amerikaansche humbug. Verbeeld je, pa is een van mijn duiven aan 't africhten, om het effect van zijn rede te verhoogen." „Een van je duiven 1" vroeg Bucky verbluft. „Ja, begrijp je 't niet, de duif is toch het symbool van den Vrede f Welnu, als pa aan 't slot van zijn speech gekomen is, hoe noemen ze dat gloedvol einde ook weer. 1" „Een peroratie t" „Juist, aan de peroratie van zijn rede, dan moet iemand achter in de zaal een duif loslaten, die regel recht op pa toevliegt. Hoe vind je 't Echt Ameri kaansch of niet „Het lijkt er veel op, maar gaat dat f" informeerde Bucky. „Natuurlijk, heel gemakkelijk zelfs. Die duif is apart gezet en krijgt van niemand voer dan van pa. In twee dagen tijds is zij aan hem gewend en als zij honger heeft, zal zij hem volgen als een schoot hondje." „Een aardig idee," zei Bucky bewonderend. Toen trok hij een diepen denkrimpel in zijn voorhoofd en vervolgde „Als ik die duif los mocht laten, had ik óók een aardig idee." „0, ja V' vroeg Eddy met een listig knipoogje. „Nou, misschien weet ik daar raad op. Pa vroeg me of ik niet iemand wist, die er verstand van had zoo'n beest vast te houden. Zondagavond eerste verkiezingsvergadering in „De Bonte Os", weet je 't t" Bucky knikte en legde met een plechtig gebaar zijn hand op Eddy's schouder. „Beste jongen, speel jij me Zondagavond die duif in handen en laat de rest maar aan mij over. Maar zeg niet, dat je haar aan mij gegeven hebt. En ga nu naar huis en zeg Alice, dat onze kansen op een bruiloft stijgende zijn Dien gedenkwaardigen Zondagavond was de tooneelzaal van „De Bonte Os" dicht bezet met een nieuwsgierig publiek. Het bestuur van de Kies club zat aan een tafel op het podium, meneer Pinner zat terzijde in een zetel en vlak vooraan in de zaal hadden de correspondenten van de provinciale - pers een plaatsje gevonden, die morgen aan het heele district Cummingham de blijde mare zouden verkondigen, welk 'n nieuw, schitterend licht er aan den politieken hemel was opgegaan. Toen de vergadering geopend was, stak de voor zitter van de Kiesclub een gelegenheidsspeechje af. Vervolgens stelde hij den heer Pinner voor en noemde het onderwerp van de rede „Doelstelling van onze buitenlandsche politiek behoort hand having van den Vrede te zijn". En daarop kreeg meneer Pinner, „onze hooggeachte candidaat", het woord Meneer Pinner veegde zijn bezweet voorhoofd af, spreidde de vellen van zijn rede voor zich uit en nam een slok water. Toen ving hij aan, de geschreven wijsheid te verklanken uit zestig boekwerken, waarvan hij er niet één zelf geschreven, of zelfs maar goed gelezen had. Het ging stotterend in het begin en er klonk precies evenveel geestdrift in zijn woorden als in een lijkzang. Maar allengs ging het beter, meneer Pinner vond zijn pose. Hij betoogde, doceerde, ontkende en bewees. Hij gebaarde en stampvoette en werkte even ijverig met zijn hoofd en zijn oogen als een Chineesch afgodje, dat bij de minste aanraking ja of neen schudt. De zaal hing aan zijn lippen en de correspondenten noteerden, noteerden En toen kwam het groote moment, het onvergete lijke. Meneer Pinner zag zichzelf in zijn verbeelding weer in den spiegel en trok een verheerlijkt gelaat. Toen rekte hij zich en strekte met een smeekend gebaar allebei zijn armen boven zijn hoofd. „Kom, gij liefelijk zinnebeeld van den Vrede riep hij uit. „Ik roep u hier voor het forum der wereld tot getuige" (zoo stond het ook in een der zestig boekdeelen), „dat al mijn krachten gewijd zullen blijven aan de bereiking van dat heerlijkste der menschelijke idealen het behoud van den Vrede. Meneer Pinner werd ongerustwaar blééf het zinnebeeld 1 „Kom, o, gij liefelijk zinnebeeld van den Vrede herhaalde hij luider, maar het zinnebeeld gaf ook nu „niet thuis". Het angstzweet brak hem uit en de menschen in de zaal keken elkaar een beetje bevreemd aan waarop wachtte de geachte spreker na dien zielsverheffenden aanroep Meneer Pinner probeerde het ten derden male, nu nóg luider. „0, kom, gij liefelijk zinnebeeld, kom Toen klonk er plotseling een sombere stentorstem van achter uit de zaal„Ik hoop, dat meneer het me niet kwalijk neemt, maar de kat heeft het zinnebeeld opgesoupeerd. A/Teneer Pinner stond een oogenblik verwezen bij die onheilstijding. De zaal zat perplex, doch slechts één enkele seconde. Toen ging er wéér van achter uit de zaal een giebelend gelach op. En daarop klonk een gebrul, waarvan de vloer daverde en de stoelen dansten. Meneer Pinner wist geen raad met de belachelijke figuur, die hij sloeg en nam hals over kop de vlucht. En voorgoed de vlucht. Want niets is fnuikender voor 's menschen ingebeelde waardigheid dan het belachelijke. Toen meneer Pinner zich den volgenden morgen voor het heele district Cummingham uitgemaakt zag voor een politieken protsen maker, had hij genoeg van zijn politieke carrière. Maar toch duurde het nog drie volle maanden, voor hij zijn oude plaats weer teruggevonden had en op Alice's bedeesde vraag, of Bucky over den trouwdag mocht komen spreken, een stom „ja" kon knikken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 5