:s zaditkcns deinen. Op de brug er, de heer D. Molenaar, en de lekt voor de veiligheid, j 't ontwaken blijkt er een flinke ziekte, geholpen door de verrader- inval op de opvarenden, die echter lage*. Welke Hollandsche jongen zooTf tam zeetje 1 Al scharrelen bleek om den neus, wat ver- •ond, 't gros is tierig en vol in die op zee gebeuren, m spoor van land, er is altijd Vooreerst zijn daar de lion- rgezelleu en af en toe op zee een of ander lekker hapje, >p te pikken. Voorts is er het ider voortdurend wisselende Om 10 uur gaan de jongens te kooi, want 's morgens is 't vroeg reveille. Rechts: Ontscheping der jongelui voor een uitstapje aan den wal. Ze mogen zich zêlj naar de aanlegplaats peddelen. belichting. Stoomschepen zien we ook genoeg, meelig- gers en tegenliggers, en veel verrekijkers en fotolenzen komen in actie. Verstokte kaartspelers laat al dat moois koud en meerdere clubjes zitten tussekendeks vroolijk te bridgen. De „Toko" heeft 't druk, fleschjes limonade, sigaretten en ansichtkaarten worden gekocht de tijd verstrijkt op deze wijze ongemerkt. Tegen den avond moet 't eilandje Karmöy in zicht komen en allen staan aan bakboord om 't eerste Noor- scke land te begroeten. Er is echter nog niet veel te zien. Karmöy is nog ver. Langzaam worden dè silhouetten der bergen hooger en dreigender en wij varen de Karm- sund, het vaarwater op, dat genoemd eiland van het Noorsche vasteland scheidt. Nabij het plaatsje Köpervik, op Karmöy gelegen, wordt onder enorme belangstelling der 600 opvarenden gestopt voor het aan boord nemen van den loods en een douane-ambtenaar. Het motorbootje, dat beide heeren aan boord brengt, lijkt 'n vlieg vergeleken met onze groote „Tarakan". De loods zal den kapitein op den verderen tocht met zijn kennis van de fjorden ter zijde staan. Roode, groene en witte lichten aan den wal waarborgen onze veiligheid statig snijdt de scherpe boeg van de „Tarakan" door 't spiegelgladde groene water van de fjord. Het leven aan boord gaat z'n gang. De jongelui eten en drinken en genieten van 't prachtige uitzicht. Laat in den avond wordt Hangesund, een vrij belangrijke plaats op het vasteland, gepasseerd daarna komt 't schip nog even in volle zee en vaart dan de Böuslo-fjord in. 't Schijnt inNoorwegen nooit geheel donkerte worden. Middernacht is al voorbij en nog varen we in de sclreme- riug. Stuurman Sckaafsma lieeft z'n zeshonderd boys al om half elf naar kooi gebracht. Bij zijn verschijnen in een der ruimen riep een der jongens niet ongeestig „daar is Klaas Vaak," welk waarschuwingssignaal enorme vroolijklieid ontketende, niet 't minst bij 't slachtoffer zelf. Op de brug geeft de loods z'n aanwijzingen aan den roerganger. „stuurboordmidscheeps bakboord." De hondenwacht (124 v.m.) is aangevangen. Als we ontwaken en even uit de patrijspoort zien, varen we in een der schoonste en grootste fjorden van Noorwegen, de Sogne-fjord. Deze zeearm, die wel 250 K.M. het land binnendringt, heeft een gemiddelde breedte van 6 K.M. en een maximumdiepte van 1243 meter. Hoe dieper we de fjord ingaan, hoe groot- scher en interessanter wordt de vaart. Aan beide zijden bergen van soms 1500 Meter hoogte luer en daar varen we als in een nauwe kloof. Honderden camera's klikken en honderden films worden belicht. Het klimaat in deze fjord is zeer mild, overal zien we groene bergweiden hoogerop wordt de natuur steeds woester, steile kale rotswanden dreigen, de zon speelt om de diepe kloven en glanzende bergtoppen. Hier ontstonden de prachtige Noorsche sagen en le genden, liier staat ook, nabij Balkolm, 't standbeeld van den grooten Noorschen sagenheld Fritlijof. Van hieruit voeren de Vikings op rooftocht naar 't weelderige Zuiden. Nabij Balholm draait de „Tarakan" elegant de Fjaer- landfjofd in aan bakboord, om tegen elf uur aan 't einde van de fjord, nabij 't dorpje Fjaerlaud, ten aiiker te gaan. 't Schip dat nu stil ligt wordt omzwermd door kleine bootjes, welker bemanning verzot is op Hollandsche sigaretten. De jongens zijn in feeststemming en menige sigaret belandt in de booten. De Noren zijn een betrek kelijk arm volk als 'n paar sigaretten per ongeluk in 't water terechtkomen, worden ze netjes opgevischt en gedroogd. Er wordt vandaag vroeg geluncht, want om 12 uur gaan we ontschepen voor een bezoek aan den Boja Brae-gletscher. De ontscheping is tevoren zorgvuldig door do scheeps- leiding geregeld. Iedere groep weet in welke boot ze moet en op welk tijdstip, 't Heele geval is in een uur afgeloopen. De jongens mogen de booten zelf naar den wal peddelen en vol blijde verwachting stappen zes honderd jongelui aan land. WIEL v. d. RANDEN De larakansnijdt door het spiegelgladde water der fjorden. l)e koks zorgen dat zeshonderd hongerige magen gevuld worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 21