DE DAME UIT DEN
BLAUWEN EXPRESS
w
door CAxel Rudolph
tt
tt
1 V
I lil
22
DERDE j
VERVOLG:
AT zegt u V' riep Krinner uit.
„Dus u weet.
„Ik weet, (lat die blonde dame
bier in Soei-foe geweest is...."
hebt u bi; den cominiindant niets van
„Daar
gezegd
„Natuurlijk nietWe hadden er alleen nog wat
extra-last mee kunnen krijgen. Helpen doet hij ons
toch niet."
„En de commandant had gehoord, dat er hier
geen Duitsche dame geweest was
„Natuurlijk," zei Suhr. „Als je over Lin-Kwong
begint, weten de menschen hier in de stad niets."
„Waar is zij dan nu t"
„Dat weet ik niet. Heb ik u niet al verteld, dat
mijn vrouw door een troep soldaten van Lin-Kwong
is meegevoerd, den éénen kant op, en mijn schoon
vader met mij ook, maar dan den anderen kant op
Nu, die Duitsche dame, waar u 't over had, was bij
mijn vrouw. Dus zullen we samen moeten zoeken
Alleen zult u ons levensonderhoud moeten betalen,
want ik heb niets. Eén geluk is er; die troep,
waar de dames bij zijn,' werd door een heel net
officiertje aangevoerd. Als zij dien pokdalige gehad
hadden
Krinner begreep de beteekenis van het laatste
zinnetje niet, maar hij vroeg er ook niet naar. „En
u weet niet, waar ze heen zijn
„Ik weet alleen een richting," zei Suhr. „Ken
beginriehting."
„Hoe moeten we 't dan aanpakken
„Dat weet ik nog niet zoo precies. De menschen
hier laten zich liever de tong uitsnijden, dan dat ze
een blanken duivel iets verraden, als ze iets weten.
Maar ik zal toch probeeren, of ik er niets uit kan
krijgen. Ze kunnen allicht meer raden dan wij. Ik
ken hier wel een paar menschen.. Gaat u nu maar
kalm naar uw hotel en rust u wat uit. Ik ga de 'stad
maar eens in. Ik kom vanavond wel bij u."
VIJFDE HOOFDSTUK
HET liep al tegen tienen 's avonds, toen Peter
Suhr zich in het logement vertoonde. Toen hij
binnenkwam, had hij iets triomfantelijks in
zijn houding, en Krinner schreef dit aanvankelijk
aan de verandering in zijn uiterlijk toe want de
jonge geleerde had het geld, dat Krinner hem ge
geven had, goed gebruikt. Hij had niet alleen een
net kliaki-pak van Europeesche snit aangeschaft,
maar ook misschien uit de ruïne van zijn kamer
in het huis van Lin-Kwong linnengoed weten
op te diepen, een overhemd, een boord en een das.
Hij zag er weer uit, alsof hij pas uit Amerika kwam.
Hij had alleen de gehavende schoenen nog aan,
waarmee hij langs de kade had gezworven in zijn
twee weken armoede. Krinner noodigde hem uit
te komen zitten, maar Peter Suhr kwam niet. Hij
bleef bij de deur staan.
„Hoe denkt u over een wandelingetje, meneer
Krinner Ik zou mijn voorstel van vanmorgen
willen herhalen gaat u mee naar 't speelhuis van
Koe-Tiang
„Daar heb ik nu echt geen zin in."
„Waarom niet Speelt u maar een beetje. Da's
een gezellige manier om je te vervelen. LT komt hier
trouwens geen stap verder. U moet onder de men
schen gaan, als 11 iets wilt hooren."
„Dat zou u doen
„Hèb ik ook gedaan."
„En I Bent u wat te weten gekomen
„Niet veel." Peter Suhr stak op zijn gemak een
sigaret aan. „Als je over vreemdelingen begint,
zijn de lui hier doof. Ik heb met veel moeite te hooren
gekregen, wat ik al wist. Enfin, als ze maar eerst
loskomen. Alleen ontbreken me de middelen, om
de tongen vérder los te krijgen."
Krinner kookte van ongeduld. „Man, wat moet ik
dan in dat vervloekte speelhol Breng me direct
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
Een jonge Duitsche ingenieur, Adrian Krinner, reist
met den „Blauwen Express" van Peking naar Shanghai
en ontmoet een beeldschoon jong Duitseh meisje.
Ze laai echter blijken, dat ze van z'n attenties niet
gediend is. Een Chineesche rooverbende overvalt den
trein en plundert de reizigers. De Duitsche dame blijft
vrijwillig bij de roovers achter. Krinner is smoorlijk
verliefd op het meisje en tracht de bende op te sporen.
Helga Lethus, de Duitsche dame, reist met den troep van
Din-Kwong verder, in gezelschap van 'n Amerikaan sche
familie, die voor studiedoeleinden een tocht door China
maakt. Din-Kwong wordt door een z'n eigen mannen
doodgeschoten. Krinner ontmoet een blanken kruier,
Peter Suhr genaamd, die de echtgenoot blijkt te zijn
van een der Amerikaansche dames. Zij besluiten
samen de bende achterna te gaan.
naar je zegsman, en help me als tolk Ik moet hem
spreken
„Vind ik ook," zei Suhr. „Daarom zeg ik juist
laten we naar die wong-hang gaan. 't Is trouwens
een heel nette gelegenheid."
„En 't is geen hij, maar een zij," hernam Suhr,
toen zij door de straten gingen, die met matte
lampions verlicht waren. „Een meisje, dat me al
menig kopje thee gebrachf heeft, en dat me wel
graag zou mogen ook, als ik geen vreemdeling
was. Ze heet Tsi-Loe. Echt een aardig meisje
voor een Chineeschematgeel, gedienstig, taai
en trouw."
„Wat wist ze van Helga Lethus t"
„Dat zullen we straks hooren, hoop ik. 't Is maar
een kwestie van voorzichtig aanpakken. Ik heb
Tsi-Loe natuurlijk niet regelrecht naaf de blanke
dames gevraagd. Ik ben over Lin-Kwong begonnen,
en dien heb ik in alle toonaarden geprezen. In 't
eerst zei ze er niet veel op, maar ik merkte wel, (lat
mijn woorden honing voor haar kleine oortjes waren.
Zij heeft namelijk van den overleden generaal
gehouden. Eindelijk begon ze te praten, en ze klaag
de over liet onverdiende en treurige einde van haar
held. Ze zou dien pokdaligen officier, die hem dood
had geschoten, heel graag een hak zetten, zei ze.
Toen dorst ik iets verder te gaan. Ik zei, dat ze hem
geweldig ergeren kon door zijn gevangenen uit
zijn macht te helpen verlossen, en ik begon over
mijn vrouw. Die heeft ze gekend, maar ze konden
niet te best met elkaar opschieten. In ieder geval, ze
werd weer knorrig en stil. en toen ik weer aan 't vragen
ging, draaide ze me den rug toe en liet me
staan."
Krinner balde zijn vuisten van opwinding. „En
is die juffrouw Tsi-Loe in dat speelhuis
„Precies," antwoordde Suhr. „Ze helpt Koe-Tiang
bedienen. Zoo, hier moeten we rechtsaf, meneer
Krinner. Daar, waar die lampion met dien dikken
geluksgod uithangt, daar is de wong-hang."
Het speelhuis van Koe-Tiang was ruimer dan de
meeste speelholen in Midden-China. De inrichting
was zelfs min of meer elegant. Buiten de speelkamer
waren er nog bamboe-tentjes, waarin men sake en
rijstbrandewijn genieten kon, een klein theater en
een kamer met opium-kooien. Geen wonder, want
Koe-Tiang had zijn beroep in (1e Chineezenwijk van
San Francisco geleerd. Peter Suhr scheen hier al
bekend te zijn, de jongen, die hem naar de cassa
bracht, knikte hem vertrouwelijk grijnzend toe.
„Een taël," eischte de gerimpelde oude aan de
cassa, en zij goot een stortvloed van verontschuldi
gende woorden uit, toen Peter Suhr bezwaar maakte.
De entree tot het paradijs der geneugten kostte
natuurlijk alleen voor de doorluchtige vreemdelingen
een taël. Voor de armzalige inwoners van Soei-foe
gold een veel lager tarief.
Peter Suhr wierp eindelijk 'n paar geldstukken op
tafel, en de oude ving ze handig op en liet ze
wantrouwig nog eens klinken. „Een taël en-
trée," zei Suhr, terwij] 'n jongen ijverig voor
hem uit liep en de kralen gordijnen opzij schoof. „De
Chinees betaalt 'n paar centen of niets maar voor
hem is 't ook geen avontuur alleen een speelhuis."
In tegenstelling met het vogelgesnater in de
Chineesche theehuizen was 't in deze speelzaal
heel rustig. Alleen de fiches en de dobbelsteenen
rammelden. Een kleine twintig Chineezen hurkten
met starre oogen en voorovergebogen bovenlijf om de
mat, waarop de bankhouder de steenen hanteerde.
Fijne, blauwachtige sigarettenrook zweefde om het
licht der lampions, die hier helderder schenen dan
in de voorkamer en de zijvertrekken.
Kramer's oogen zochten terstond naar een vrou
welijke gedaante, maar hij zag er geen. Alleen man
nen hurkten om de speeltafel, jonge en oude, en geen
hunner scheen voor iets anders oog of begrip te
hebben, dan voor de klapperende stukjes been in het
speelveld.
„Ze is er nog niet," fluisterde Peter Suhr, die
eveneens rond had gekeken. Hij wierp onverschillig
een paar geldstukken op de speeltafel en keek niet
eens, of de bankhouder ze weghaalde of verdubbelde.
Hij trok Krinner mee naar een der nissen in een
zijvertrek, vanwaar men zoowel de speeltafel als
den ingang overzien kon. Den potsierlijk lachenden
jongen, die op de twee vreemdelingen toe kwam
slenteren en zacht vroeg, wat zij wenschten, hield
hij een papieren dollar onder den neus.
„Roep heer Koe-Tiang maar eens hier, mijn zoon!
Wat we wenschen, kun jij ons niet bezorgen."
De dunne, gele kruipvingers grepen snel naar het
biljetje. De oogen van den jongen werden smalle
spleetjes.
„Uw dienaar, o heer, de eerwaardige Koe-Tiang,
bevindt zich niet in dit huis. Hij zal ontroostbaar
zijn als hij hoort, dat hij uw ambergeurende voeten
niet heeft kunnen kussen. Maar uw wenscli zal
toch vervuld Worden. Ik weet, wat gij zoekt."
„Klets niet, klein beest! Haal den plaatsvervan
ger van den kastelein, als hij er zelf niet is."
De jongen viel op de knieën. Met een listig lachje
keek hij naar Peter Suhr op.
„Uw zinnen staan niet naar het spel," tjilpte hij,
zonder acht te slaan op het gegeven bevel. „En ook
niet op den rijstwijn van Koe-Tiang. De verheven
heer zoekt Tsi-Loe, de Zachte Papaverbloesem."
„Hoe weet je dat
De jongen trok een rouwmoedig gezicht. „Vergeef,
o heer, als ik het gewaagd heb, in de stralen van uw
wijze besluiten te blikken. Ik weet, (lat u Tsi-Loe
kent. Ik weet ook, dat u en de stralende maan van
het avondland, die naast u zit, op zoek zijt naar twee
sterren van den hemel en naar de dapperen van
Lin-Kwong, en dat gij niet gekomen zijt met het
zwaard van den wreker, maar op de rozenwolken
der vriendschap." Het lachje om den mond van den
jongen verdween eensklaps. „U vindt hier slechts
vrienden, verheven heer," fluisterde hij snel.
Peter Suhr dacht na. „Komt Tsi-Loe vanavond?"
vroeg hij.
„De winden dragen uw gedachten, o heer, en (1e
bloemen lezen ze. Tsi-Loe, uw dienares, zal wel weten,
dat u haar begeert te zien, en zij zal wel al op weg
zijn."
„Hij zegt, dat ze straks komt," vertaalde Peter
terwille van zijn vriend (1e Chineesche breedsprakig
heid in 't Duitseh, en hij tooverde achteloos een
tweeden dollar in de handen van den jongen. „Goed,
laat haar hier komen, als zij komt En breng onder
wijl sake
„Een rattennest dit heele land," mopperde Peter
verder. „Hoe weet hij nu, dat we hier om Tsi-Loe
komen V'
„Misschien heeft hij u met haar zien praten of
misschien heeft ze 't hem zelf verteld ofKrinner
voltooide den zin niet. Zijn blik hing aan het meisje,