mms? dat juist met lichte voeten door den ingang zweefde, gevolgd door den jongen. Ilaar zwarte gitoogen gingen éénmaal aandachtig de zaal rond, en kwamen toen rustig naar htm nis. Tsi-Loe was, voor den Chineeschen smaak, kostbaar gekleed. Haar zoetelijke poppenge zichtje was bijna wit geschminkt, de lippet waren vuurrood, de vingernagels oranjerood geverfd. Voor Europeesche oogen wat over laden aan kleur en geur, maar Krinner moest erkennen voor een Chineesche zag het meisje er heel innemend uit. Peter Suhr had een bankbiljet, dat Krinner hem gegeven had, uit zijn zak gehaald en waaierde er zich mee. ,.Kom bij ons zitten, schoone Tsi-Loe, en bereid de theezei hij plechtig .„We willen met je praten over den grooten Lin-Kwong en over de twee blanke vrouwen." Tsi-Loe keek maar heel vluchtig naar hot bank biljet in Peter Sulir's hand toen ging haar blik naar Krinner, en bleef daar. „Je weet, waar ze zijn," stiet Krinner uit, in de zwakke hoop, dat Tsi-Loe zijn Engelsch verstaan zou. „Zeg het me, en ik zal je betalen, wat je wilt!" „Tsi-Loe, je weet, naar wie mijn hart uitgaat en mijn vriend is een bloedverwant van de andere vrouw," vertaalde Sulir diplomatisch. „De zielen van haar familie schreien om haar. Mijn vriend wil haar zoeken, en hij zal je rijk en gelukkig maken, als je hem zegt, waarheen men de vrouwen gebracht heeft." Tsi-Loe keek nog altijd naar Krinner, eerst naar zijn gezicht, toen van zijn schouders naar zijn vuisten en snel weer terug. Het was, alsof ze zijn geldswaar de taxeerde. Heel langzaam kwam er een lachje om haar mond. Zonder het hoofd te wenden, nam zij Peter Suhr het bankbiljet uit de hand, glimlachte Krinner toe en ging zwijgend de speelzaal in. „De gewone truc mopperde Suhr. „Lokvogel tje Goudfazantje Maar er is niets aan te doen. We moeten meespelen, anders krijgen we haar niet aan 't praten." Zij gingen aan de speeltafel zitten, Krinner naast Tsi-Loe. Telkens, als hij naar haar keek, zag hij door blauwen sigarettenwalm haar kindergezichtje met de gloeiende kooloogen, die enkel op de fiches en de speelstaafjes schenen te letten. Krinner's gezicht bleef donker en gesloten. Dat meisje naast hem, dat lachende schepsel in haar ritselende zijde, zij wist, waar Helga Lethus was Het nachtelijk tafereel bij den aaflval op den Blau wen Express stond scherp en helder weer voor zijn oogen. Lin-Kwong, de bandietengeneraai, had ten minste nog een mensch geleken. Maar do anderen Krinner huiverde, als hij aan die tronies dacht. En bij die bandieten bevond zich misschien op 't oogen- blik Helga Lethus. Woede en afgrijzen zaten hem tot in de keel. Opeens ging er een schok door Adrian Krinner. Zelfbeheersching als hij die nog niet geleerd had, kon hij aan dien Peter Suhr een voorbeeld nemen. Die ging voorzichtig en geduldig op zijn doel af. Met harden wil temde hij zijn verbeelding. Nog wist hij niet, hoe het met Helga Lethus stond. Misschien kon hij haar nog helpen, redden. En daar naast hem zat het meisje, dat misschien alles wist. „Hooger spelen," ried aan zijn andere zijde de stem van Peter Suhr. ..Anders denkt die kat, dat u spijt hebt om die paar centen, die u ver liest. Daardoor dalen we in haar achting." Adrian Krinner had geen klein geld meer. Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn, en nam er een paar dollarbiljetten uit, Een biljet van hooger waarde stak hij in een klein zakje van zijn jasje. Hij was geen verkwister. Wie zijn geld moeizaam bij elkaar heeft gespaard, gooit het niet weg. Maar nu kon 't hem niet schelen, hoeveel hij verspeelde. Het ging om iets hooger» dan geld Helga Lethus Tsi-Loe had snel opzij gekeken, toen Krinner zijn portefeuille open had. en zij had het bankbiljet gezien, dat hij in een jaszakje stak. Vlak daarna stond zij op, en Peter Suhr volgde haar. Op eenigen afstand van de spelers wisselde hij zacht een paar woorden met haar, toen kwam hij terug naar Krinner. „Dat bankbiljet, dat u uit uw portefeuille gehaald hebt," zei Suhr in 't Duitsch. Krinner gaf het hem, en Suhr ging terug naar Tsi- Loe, die met haar ondoorgrondelijke lachje om den rooden mond naar een der nissen geloopen was. Een minuut later draaide Peter Suhr haar met een tevreden gezicht den rug toe en ging de speelzaal weer in. Hjj nam Krinner, die hem vol verwachting aankeek, bij den arm en trok hem mee. „Ik wil niet onbescheiden zijn, meneer Krinner," zei hij op straat, „maar hoe staat het met de dollars Krinner greep naar zijn borstzak. „Ik heb ongeveer tweehonderd pond. Maar als 't noodig is, kan ik „Zal niet hoeven," viel Suhr hem in de rede. „Tweehonderd pond is waarschijnlijk royaal genoeg." „Waarvoor vroeg Krinner. „Wil ze nog meer geld hebben „Dan zou ik haar verkeerd aangepakt hebben," zei Suhr. „Maar met dat geld kunt u een paar muil dieren en de noodige proviand koopen. Voor een reis naar Tibet." „Tibet „Tibet. Oiize dames zijn niet meer bij de bandieten van Lin-Kwong. De brave jongens hebben ze verkocht." „Hoe bedoel je Praat er alsjeblieft niet omheen. Is Helga Lethus. zijn de twee dames in Tibet „Dat schijnt wel. In ieder geval heeft de bende van Lin-Kwong al heel kort na den aftocht uit Soei-foe de twee dames als slavinnen verkocht aan een karavaan Tibetaansche pelgrims, die op den terugweg waren naar hun vaderland. Hoeveel er voor ze betaald is, weet ik niet, maar ik weet wèl, naar welke plaats de karavaan trok naar het kloosterdorp Rongbuk." „Is dat zeker t" „Als Tsi-Loe niet liegt ja „Slavin Krinner balde de vuisten. „Blanke vrouwen als slavinnen verkocht Dat moest toch „Natuurlijk." Peter Suhr knikte ernstig. „Daar moet de politie naar kijken. De consul en de gezant. We kunnen naar Shanghai trekken en een klacht indienen. Dan sturen de Duitsche en de Amerikaan- sche consul bericht naar Berlijn en naar New York, waar ze de zaak gaau onderzoeken. Wanneer 't waar blijkt te zijn, en als die knapen dan weigeren, de dames tegen losgeld vrij te laten, sturen ze misschien een straf-expeditie wie weet vliegtuigenals er tenminste geen gewichtige politieke redenen zijn, om 't niét te doen. Maar in dien tijd. „Ik ga zelf Ik ga naar Tibetriep Krinner luid. „De autoriteiten in den arm nemen kunnen we altijd nog. Ik wil eerst zelf zienHier heb je geld, Suhr Doe ine 'n pleizier, en koop al 't noodige." Vervolg op pagina 34. en waaide zich er mee.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23