'h
i
m t
achter den rug van den heer John Cardigan een
hartelijk hoofdknikje toe.
Toen duurde het tot elf uur, voor hij haar weer zag.
Hij zat in de hal en hij zag haar alleen naar beneden
komen.
„Eindelijk," glimlachte hij, vlug op haar toe
tredend.
„Eindelijk vroeg het meisje verbaasd.
„Zeker, ik zit hier al vanaf negen uur op u te
wachten."
Het meisje bloosde. „Op mij t Gunst, ik dacht
dat u allang met uw zaken bezig was. U had het toch
zoo druk
„De zaken loopen niet weg, ik denk voorloopig nog
maar wat te blijven," antwoordde Percy. „Wat
denkt u nu van 'n gezellig half uurtje op het terras
„O neen, ik durf niet," viel het meisje verschrikt
uit. „Als moe me nu wéér.
Zij beet zich plotseling op de lippen en Percy floot
eens. „Aha. meneer John Cardigan V' vroeg hij
met een veelbeteekenenden blik.
Het meisje knikte. „Ik doe het tóch niet zei zo
vastberaden. „Hij is onuitstaanbaar, afschuwelijk
„Vind je V' grinnikte Percy. „Ik vind hem heusch
niet onknap. En daarbij is hij schatrijk."
„Wat kan mij dat schelen," viel zij boos uit. „We
hebben heusch geen geld noodig. Maar moe is heele-
maal door hem ingepalmd. Verbeeld je, tot van
morgen dacht ik beslist, dat hij met moe wilde
trouwen."
„Grappig misverstand is dat," vond Percy. „Dus
u mag zich niet meer met me afgeven
„Zóó heeft moe het niet gezegd," zei het meisje
blozend. „Ze heeft me alleen op het hart gedrukt,
niet zoo'n opvallende belangstelling voor vreemden
te toonen."
„Vreemden, ben ik een vreemde viel Percy
verontwaardigd uit. „Foei, iemand die je het leven
gered heeft, 't Is schromelijk ondankbaar. Maar
enfin, ik krijg nog wel gelegenheid om me te wreken.
Apropos, May, weet je ook wat de heer John Car
digan eigenlijk van plan is V'
„Van plan 1 Wel, wat kan hij van plan zijn 1 Moe
verwacht dat hij me eerstdaags zal vragen. Anders
drong hij zijn gezelschap zoo niet op. Amerikanen
zijn immers altijd zoo voortvarend
„Ik V'
„Zeker, u ook, denk maar eens aan gisteren," zei
het meisje blozend.
„Dat is heel iets anders," vond Percy. „Je levens
redder mag zich wel eenige intimiteit veroorloven,
vind ik. Maar om ons nogmaals tot den ietwat hoog-
moedigen heer John Cardigan te bepalen...."
Percy zweeg plotseling, lady Hendon daalde de
trap af. Zij had hen reeds gezien en Percy merkte
terstond de ontevreden uitdrukking op in haar blik.
Toen zij beneden was, wierp zij hem een stijf hoofd
knikje toe.
„Oh, May, ik zocht je juist," zei onvriendelijk.
„ZoCiib ,..cc, ik heb iets met je te bespreken.
Het meisje had zelfs den moed niet meer, Percy
toe te knikken. Gehoorzaam ging ze mee naar het
terras en Percy bleef ietwat verbluft achter. Toen
kreeg plotseling zijn gezonde zin voor humor weer
de overhand en begon hij te grinniken.
Terwijl hij nog in tweestrijd stond, of hij eveneens
naar het terras zou gaan, of maar weer in de hal zou
plaats nemen, hoorde hij iemand naar meneer John
Cardigan vragen.
Snel keerde hij zich om. Voor de portiersloge stond
een keurig gekleede heer. Hij was in gesprek met den
portier en nam na een oogenblik plaats in de hal.
Percy ging ook zitten en verdiepte zich schijnbaar in
'n krant. Nauwelijks 'n halve minuut later verscheen
ook de millioenenerfgenaam in de hal. Hij sprak even
met den bezoeker en verdween toen naar het terras,
terwijl de ander bleef wachten.
Percy was een en al belangstelling. Hij zag den
heer John Cardigan terugkeeren met lady Ilendon
en de trap opstijgen. Toen nam hij vlug de kans waai
en verdween naar het terras.
May zat in haar eentje in 'n tijdschrift te bladeren.
„Hallo, hier ben ik weer," zei Percy vroolijk.
Het meisje schrok op en wierp een vreesaclitigcn
blik op den uitgang van de hal. „Meneer Wells..
„Percy, bedoel je.
„Nu, meneer Percy dan," zei het meisje berustend.
„Het zou me heel veel ongenoegen besparen, als
„Wacht even, trouwt u met meneer John Car
digan viel Percy haar grinnikend in de rede.
„Ik denk er niet aan, maar ik wil niet voortdu
rend de les gelezen worden door moe. Ze heeft me
beslist verboden me met u te bemoeien. En als u me
dus geen verdriet wilt doen.
„Nooitbezwoer Percy. „Je lieele leven lang
niet en ik heb zoo'n voorgevoel, dat we allebei
honderd jaar zullen worden. Maar laten we nu eens
niet over liefde spreken en een oogenblik zakelijk
worden. We hadden het zooeven over de plannen
van den heer John Cardigan. Er zit een bezoeker
voor hem in de hal. Kan je me ook zeggen wat er
aan de hand is V'
Het meisje haalde de schouders op. „Ik weet het
niet precies, geldzaken geloof ik. Ik hoorde meneer
Cardigan zeggen, dat '11 vriefid van hem in verlegen
heid zat. En hij had zelf zijn reischecks nog niet."
liet een soort overwinningskreet liooren.
„Kom vlug mee, schat," nam hij het meisje bij
hand. „Vlug naar je moe, anoers is het misschien
te laat."
„Naar. naar moe 1" stamelde het meisje ver
bijsterd.
„Vlug, vlug drong Percy aan en toen liet hij
zich plotseling een verwenseliing ontvallen. Op
dertig meter afstand zag hij den heer John Cardigan
in een taxi stappen. Zijn vriend was bij hem en het
volgende oogenblik reed de auto weg.
Percy trok het meisje bijna met geweld uit den
rieten fauteuil. Hij liet haar niet los en stormde, tot
groote verbazing van de deftige gasten van „Ta
vistock", het terras met haar over en de trap op. Op
den corridor gaf hij haar brutaal een kus en trad, na
een heftig klopje op de deur, de zitkamer van lady
Hendon binnen.
„Vlug, mevrouw, op welke bank heeft u de check
aan meneer John Cardigan afgegeven*?"
Lady Hendon scheen op het punt om flauw te
vallen dat ingenieurtje uit Detroit had brutaal
zijn arm om de schouders van haar dochter ge
slagen.
„Wat gaan u mijn zaken aan vroeg zij met een
kille hooghartigheid, die in staat was een slang te
doen verstijven.
Percy liep naar de tafel en greep brutaal de tele-x
foon. „Vlug dan toch, mevrouw, noem de bank
drong hij gebiedend aan. „De heer John Cardigan
is een ordinaire oplichter, er bestaat geen neef van
den ouden Jim Cardigan van dien naam. Hoeveel is
het, honderd, vijfhonderd, duizend pond
Er boorde zich een straaltje angstig begrip dooi
de ijskorst, waarmee mylady zich omgeven had.
„Duiduiduizend," stamelde ze. „Morgen
vroeg zou ik ze terug.
„De bank schreeuwde Percy.
„De Londensche Wissel- en Effectenbank, me
neer Wells," zei May bedaard.
„Jij bent nog eens 'n verstandig meisje," prees
Percy, tot ontzetting van mylady. Hij riep het num
mer op en blafte op bevelenden toon, die niet naliet
indruk te maken op lady Hendon, zijn order door de
telefoon.
„Met Percy Wells van Detroit. Logeer in „Tavis
tock." Er wordt u dadelijk een check aangeboden,
die geteekend is door lady Hendon. Laat de aanbie
ders arresteeren, een van hen geeft zich uit voor een
r.Cci van den ouden Jim Cardigan. In orde Prach
tig.
Percy legde de telefoon neer en begon vroolijk te
lachen. „Dat is maar net op het nippertje, mevrouw.
Over een kwartier hadden ze u duizend pond armer
gemaakt."
Lady Hendon keek hem hulpeloos aan. „Weet.
weet u het héél zeker, meneer Wells V'
„Héél zeker, mylady. Ik wist gisteren al, dat me
neer John Cardigan een rolletje speelde. Maar zijn
bedoelingen begreep ik nog niet en daarom wachtte
ik nog even af."
,,'t Is.... 't is verschrikkelijksteunde
mylady. Zij begon te snikken en May sloeg een arm
om haar hals. ,,IIoe is het mogelijk dat er zulke be
driegers rondloopen, kind. En ik had nog wel zóó
gehoopt dat jij. Ik dacht met 'n neef van meneer
Jim Cardigan...."
„Wacht u eens eventjes, mevrouw," liet Percy
zich plotseling hooren. „Dat met dien neef van Jim
Cardigan is wel in orde, geloof ik. Vraag het maar
eens aan May. Als zij wil, wil ik ook. Die neef van
Jim Cardigan ben ik. Er bestaan geen neven die Car
digan heeten, begrijpt u, en daarom begreep ik gis
teren onmiddellijk, dat ik met een oplichter te doen
had. Laat May het me maar terstond zeggen, dan
weet ik waar ik aan toe ben. Ik voel me hier niet
te veel, maar het is net, of ik overschiet
May zei niets, maar ze stond op en kwam naar hem
toe. En Percy lachte, heel diep en gelukkig: „Met dien
neef van de Bethlehem Steel is 't in orde, mevrouw,"
zei hij. En toen legde hij zijn arm om den hals van
het meisje.