8 probeeren," zei de sla ven-sheik. „Maar wanneer de anderen zien wat er dan gebeurt, geven ze dat idee zoo gauw mogelijk op." „Wat gebeurt er dan informeerde Kessel. „Allah is goed," antwoordde de sheik. „Hij heeft gezorgd voor hongerige haaien, die het eiland bewaken." Maar het „Eiland der Wanhoop" was té geschikt. Er werden zooveel duizenden negers aan land gezet, dat de Britsehe patrouille-booten het gingen bewa ken en een internationale overeenkomst tusschen Frankrijk, Italië en Engeland tot stand kwam om de plek voortaan te blokkeeren. Deze plannen werden nooit ten uitvoer gebracht, omdat de Arabieren het eiland verlieten om een andere roden. Het eiland lag zoo dicht bij den vasten wal, dat een aantal land-sheiks het er op waagde over te steken en de slaven weg te stelen, voordat de agenten ze kwamen halen. Al deze zwarte slaven komen hoofdzakelijk uit Abessinië, ook wel Ethiopië genaamd. De stam hoofden innen in de dorpen hun belastingen in den vorm van een gedeelte van den oogst of van liet vee. Wanneer er misoogst is of het vee sterft, moeten de belastingen tóch worden opgebracht en dan is het stamhoofd zoo welwillend om met een aantal van de gezondste en flinkste jonge mannen en vrou wen uit het dorp genoegen te nemen. Dezen worden dan als slaven verkocht. Mensehen, beschuldigd van een of andere misdaad, worden in plaats van ze op kosten der regeering in de gevangenis te stoppen, als slaven verkocht en de opbrengst verdwijnt in de schatkist. Echter ongeveer de helft van de inboorlingen-slaven wordt zonder eenigen vorm van proces gevangen genomen en ontvoerd. De stamhoofden kunnen dit echter niet te ver doorvoe ren bij de eigen bevolking. Vandaar dat reeds vele jaren het grootste aantal Afrikaansche slaven komt uit de aan Abessinië grenzende gebieden. Hierbij doen zich de vreemdste practijken voor. Indien een misdadiger uit de Britsehe kolonie Kenya over de grens van Abessinië vlucht, weet hij, dat hij binnen korten tijd in slavernij zal vallen. Brengt hij echter een anderen jongen man of jonge vrouw als gevangene mee, dan zullen de Abessiniërs dezen gevangene aceepteeren, zelfs al zou het de zuster van den misdadiger zijn. Het bezit van een slaaf of slavin is voor hen van veel grooter belang. Als tegenprestatie nemen zij den misdadiger in be scherming, geven hem te eten en zorgen, dat hij ongehinderd kan wegkomen. Keizer Haile Selassie van Abessinië heeft onlangs een proclamatie uitgevaardigd, waarbij aan alle slayen de vrijheid werd gegeven hetgeen neer kwam op bijna een derde van de heele bevolking en de slavenhandelaars met straf werden bedreigd. De keizer maakte dit „gebaar" toen hij zich bedreigd zag door de veroveringsplannen van Italië. In zijn beroep op den Volkerenbond om hem te helpen, kwam het in zijn kraam te pas, te beweren, dat hij de slavernij in zijn rijk had afgeschaft. Het staat echter te bezien of zijn proclamatie resultaat heeft gehad of nog zal hebben. Hij legde de belofte twaalf jaar geleden af, maar tot op heden is er nog bitter weinig van te merken. Al nemen we aan. dat de keizer van Abessinië met de beste bedoelingen is bezield, dan toch is liet voor hem een onmogelijkheid de wilde stammen in (1e binnenlanden te dwingen aan zijn bevelen te gehoorzamen. \7an tijd tot tijd lezen we in de Engelsche bladen 'n klein bericht, dat tweehonderd vijftig menschen werden gedood bij een slavenraid op een Kenya- dorp. De aanvallers volgen daarbij steeds dezelfde perfecte tactiek, waartegen de Kenya-inboorlingen zich niet kunnen verdedigen. lederen avond gaan de Kenya-negers, die bij de grens wonen, slapen met de vrees, dat het thans hun beurt zal zijn. Wanneer eenmaal het plan is opgevat om een dorp „onderhanden" te nemen, wordt systematisch als volgt gewerkt Een spion sluipt eerst om het dorp en bestudeert den weg naar het dichtst nabijzijnde punt van de Abessinische grens. De leider van den overval moet vervolgens wachten op de berichten van andere spionnen, dat de Britsehe militaire patrouilles op veiligen afstand zijn. Omstreeks den middag vertrekt hij met dertig it vijftig gewapende mannen, geleid door den spion. Tegen het vallen van den avond wordt men uiterst voorzichtig, want indien ze werden ontdekt door een Kenya- inboorling, zou deze de inwoners van alle dorpen in den omtrek waarschuwen om_ zich te verbergen in do wildernis. Na een rust van een paar uren trekt Een negerkoning met een muts en Ujfkeurs van koralen. de expeditie verder en de tijd is zoo afgemeten, dat het dorp ongeveer een uur voor zonsopgang wordt bereikt. Geruischloos begint de omsingeling en zoodra de leider het geluid van een nachtvogel nadoet, weten zijn mannen, dat het oogenblik van handelen is aangebroken. Op wel vijftig verschillende plaatsen worden de van takken gevlochten hutten in brand gestoken. De slapenden ontwaken door het felle schijnsel der vlammen en het kraken van het hout, dat door liet vuur wordt aangetast. Ze vliegen uit de hutten en zien zich omringd door dreigende geweren. De spion, die hun dialect kent, beveelt hun zich te verzamelen op de open ruimte, midden in 't dorp. En allen, behalve de allerjongsten, weten wat dit beteekent. Niet gehoorzamen staat gelijk met te worden neergeschoten en gehoorzamen beteekent öf de slavernij of den dood. Voor den enkeling, die het er op waagt om een poging tot ontsnapping te doen, is de kans over het algemeen dan ook uiterst gering. De anderen verzamelen zich in de grootste wanhoop op de open ruimte, waar de Abessinische leider, door den spion, zijn bevelen geeft aan het hoofd van het dorp. Eerst moet al het vee bijeengedreven worden en bij het aanbreken van den dag wordt dit, onder geleide van een paar gewapende mannen, naar de grens gevoerd. Dan defileert de bevolking voor den leider, die met een geoefend oog bepaalt wie in de slavernij zal worden gevoerd en wie zal achterblijven. Slechts de flinke, sterke jonge mannen en vrouwen zullen datgene, wat hun staat te wachten, kunnen doorstaan. Vandaar dat ouderen en kinderen buiten beschouwing blijven. Zoodra de mannen van hun vrouwen, de ouders van hun kinderen zijn gescheiden waarbij de zweep en zoo noodig de kogel een handje helpt worden zij, die werden „uitverkoren", aan elkaar vastgebonden. Dit gebeurt door middel van een touw, dat van den nek van den eenen naar den nek van den anderen gaat. Deze troep wordt eveneens onder bewaking van een aantal gewapende mannen gesteld en verdwijnt in dezelfde richting, die even tevoren het vee is gegaan. Degenen, die overblijven, weten dat de dood hun te wachten staat. Ze vragen zich alleen nog af of dit zal geschieden door marteling of door een snellen genadeslag. De leider beveelt zijn slachtoffers nu, dat ze hem moeten vertellen waar ze hun olifants tanden hebben begraven, want bijna ieder dorp bezit een zekere hoeveelheid kostbaar ivoor. Indien het antwoord niet snel komt, worden meestal een half dozijn kinderen dicht in de buurt van de vlam men gebracht. Hun angstige kreten hebben natuur lijk ten gevolge, dat de ouders haastig de schuil plaats onthullen. Wanneer de leider eindelijk tevre den is, laat hij iedereen, van den jongste tot den oudste, (looden en de lichamen in het vuur werpen. Daarna trekt hij met zijn achtergebleven mannen af om de overigen, die reeds naar de grens marcheer den, in te halen. De slavenjagers hebben hun redenen, dat ze hen, die niet als slaven worden meegenomen, niet in het leven laten. Ze vreezen, dat de militaire patrouilles zullen worden gewaarschuwd. Eu al hebben de spionnen, voordat de raid begon, verklaard, dat deze zich op minstens twee dagen afstand bevonden, het gebeurt wel eens, dat het juist de bedoeling van de militairen is geweest om de aanvallers om den tuin te leiden en zij zich dicht in de buurt, ophouden. En de Abessiniërs zijn wel dapper tegenover de speren van de arme Kenya-inboorlingen, maar voor de verdragende machinegeweren der militairen hebben ze een groot ontzag. Heel den dag moeten de gevangenen loopen in de gloeiende zon, meestal gebukt onder een last ivoor of anderen buit. Ze krijgen wel te drinken, maar den eersten dag kunnen ze best zonder eten. Zoodra do troep eenmaal over d'e. grens is en geen achtervolging meer valt te vreezen, worden de marsclien dwars door Abessinië voortgezet. In die dagen worden de slaven niet afgemat en goed gevoed. Om de zee te bereiken moeten de slavendrijvers door Italiaansch Eritrea, Britsch, Fransch of Italiaansch Somaliland gaan. In ongeveer 95 van de 100 gevallen wordt dc voorkeur gegeven aan Fransch Somaliland en dit is iets, waarmede de Fransche autoriteiten nog al eens verlegen zitten. Wanneer de slaven buiten Abessinië zijn gebracht, begint voor hen een vreeselijke tijd. Ze worden des nachts voortgedreven door woestijnen, over bergen, langs moeilijk begaanbare passen en krijgen overdag op de onmogelijkste plaatsen de hoognoodige rust. Daar bovendien het eten in die periode uiterst slecht is, sterft onderweg gemiddeld tien procent. En is eenmaal de kust bereikt, dan moet hier--seas nog weken worden gewacht, voordat de slaven schepen een gunstige gelegenheid zien oin hun lading op te nemen. Zoodra de slaven aan boord van het schip stappen veranderen ze van meesters. De Abessiniërs worden opgevolgd door Arabieren. De zeetocht is slechts kort en gedurende dien tijd vindt men het niet de moeite waard om de ongelukkigen te eten te geven. Maar wanneer ze op Arabischen bodem staan, treedt er wat men zou kunnen noemen een aange name verandering in. Alle gevaar voor achtervolging is voorbij. En om te voorkomen, dat de aandacht van vreemdelingen wordt getrokken, gaan de slaven vermomd als pelgrims op weg naar Mekka. Ze worden niet langer met touwen aan elkaar gebonden, aangezien hun gevangenbewaarders ervan overtuigd zijn, dat er geen hoop meer bestaat op ontsnapping. Bovendien worden de marschen niet geforceerd en krijgen ze volop to eten, zoodat ze in puiken toestand arriveeren en er op de slavenmarkt een goede prijs voor hen is te maken. Een jonge mannelijke slaaf gaat meestal weg voor 8 200.— a 8 250.en een vrouw brengt zelfs wel 8 450. op. Cir John Harris, secretaris van de Anti-sla very Society, verklaarde onlangs „De aard en de omvang van den tegenwoordigen slavenhandel in al zijn zedeloosheid en wreedheid zijn ons bekend. De Engelsche marine is voortdurend bezig om schepen met ladingen slaven te achter volgen. De bestuurders van Soedan en Kenya pro testeeren onophoudelijk tegen de slaven-raids op Britsch gebied. Den kreet van de ongelukkigen om hulp in hun lijden vernemen wij tegenwoordig nog evenzeer als onze voorouders van honderd ja-ar geleden den kreet naar vrijheid Het eenige wapen, dat we kunnen gebruiken tegen hen, die achter den slavenhandel staan, is het doen ontwaken van het wereld-geweten. Ieder land moet zich realiseeren wat slavernij beteekent. Invloed en publieke afkeuring over heel de wereld zijn de twee dingen, die ons, naar we hopen, iri staat stellen het doel te bereiken, waarnaar wc streven. Er zijn machtige mannen, die den slavenhandel steunen," voegde hij er aan toe. „Ze trekken als het ware aan de touwtjes en sommigen van hen genieten wellicht een hoog aanzien in een wereld, die er niet het geringste vermoeden van heeft hoe ze aan hun rijkdom komen. Het kan overigens niet worden ontkend, dat, wanneer een slaaf in goede handen valt, hij volop te eten krijgt, goed wordt gehuisvest en gekleed, een gemakkelijk leven heeft en dikwijls als een lid van het gezin wordt beschouwd. Zelfs een wreede slavenhouder zal zijn slaven altijd als een waardevol bezit besehouwen." Wij vermelden dit laatste om te wijzen op het eenige lichtpunt, waardoor het bestaan der slaven zich dikwijls kenmerkt. Overigens is het te hopen, dat in de komende jaren door de beschaafde naties alles in het werk zal worden gesteld om aan dezen onteerenden menschen ha ndel voorgoed een einde te maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 8