De gemaakt 50 cent niet-abonné's 60 cent) PatronenkantoorPanora DE DAME UIT DEN „BLAUWEN EXPRESS" is 34 man der 230 schitterende modellen zijn uitgezocht voor het modeboek „Winterweelde 1936". Er zijn mantels, japonnen, rokken, blouses, voor alle leeftijden, voor slanke en zware figuren, een serie van wel 90 modellen kinderkleeding, haak- en breipatronen, enz. Alles volgens de laatste mode uit Parijs, Weenen en Berlijn. Met de vele Iezensy/aardige artikelen over diverse huis houdelijke zaken is dit boek een unicum op zijn gebied. Het is even onmisbaar als Uw kookboek of Uw fluitketel. Het kost voor U als abonné slechts I dn elk model zijn knippatronen ver krijgbaar in alle ge bruikelijke maten. Prijs 20. 55 en 50 et. Het vorige modeboek was binnen enkele weken geheel uitverkocht, zoodat we duizenden moesten teleurstellen. Bestel dus nu reeds een exemplaar, dan weet U zeker dat U het krijgt. Bestellingen kunnen als voigt geschiedenDoor bemiddeling van Uw agent of bezorger; af gehaald aan het bureau van ons blad; door giro-storting op No. 142700; door toezending van het bedrag per postwissel öf in'postzegels Nassauplein 1 Haarlem Giro 142700 Vervolg van pagina 23 de karavaan, die Ethel Suhr en Helga Lethus had meegenomen, inderdaad op weg was naar Rongbuk. Maar al was dit zoo geweest, dan moesten de twee dames toch allang weer in andere handen zijn overgegaan. Zij konden wel in Lhasa zijn, of zelfs in Indië. En nu bleken de gezochten toch in Rongbuk te zijn Zij waren op den goeden weg Krinner gaf in zijn opgetogenheid Lin-Pei zoo'n klap op den schouder, dat het blad met de theekopjes uit zijn handen viel, en Peter Suhr een heele poos met den Chinees moest spreken, om de onbeleefd heid van zijn vriend weer uit te wisschen. Toen Lin-Pei begreep, dat de twee blanken goede hoop hadden hun gelief den terug te vinden, ging hij stil in een hoek zitten, en scheen niets meer te kunnen doen, niets meer te denken. De twee blanken letten niet meer op hem. Zij praatten met elkaar in een vreemde, barbaarsche taal, die den Chinees nu -onaangenamer in de ooren klonk dan ooit. Krinner scheen door een soort razernij aangegrepen te zijn. Druk liep hij door de hut heen en weer, begon op te ruimen en in te pakken, joeg den Bhoetia naar buiten, om de dieren reisvaardig te maken, ofschoon het al namiddag was, en men hoogstens nog drie of vier uren lang reizen kon. Vruchteloos trachtte Suhr hem over te halen, het vertrek uit te -tellen tot den volgenden morgen. Krinner was nu eenmaal de man, die betaalde. Twee dagen trekken door het ruige, onherbergzame bergland. Het begon al donker te worden. Op de steile wan den der geheimzinnig dreigende kolos sen, die breede steenen armen om de reizigers sloegen, hingen reeds diepe, blauwe schaduwen. Heel hoog en ver flitste het schijnsel van een onweer boven een naakte rotspunt uit. Krinner liet halt houden en zag rond naar een gunstige plek om te kam peeren. De plaats, waar zij zich op dat oogenblik bevonden, was zeer slecht beschut, maar een paar honderd meter terzij, achter een steenen richel, scheen een kloof te liggen, of in ieder geval een inzinking van den bodem, want het land daarachter zag er uit, alsof het door een strakke zwarte streep was ifgelijnd. Krinner gaf den voorsten yak een zachten duw en wendde hem in de nieuwe richting. Maar een minuut later reeds bleef hij weer staan. „We treffen het, SuhrEr schijnt een hut in de buurt te zijn. Daar ginds staat een gebedsvaan „Ja, waarachtig 1" Nu zag ook Peter Suhr den dunnen staak, haast opgaand in de schemering, met den donkeren, -lap neerhangenden lap. „En er zit een mensch voor, geknieldOf is 't een steenbok Nee, 't is een Tibetaan, die zijn gebeden verricht." Snel was men den man genaderd. De Bhoetia groette hem volgens gebruik des lands en wisselde een paar vragen en antwoorden met hem. Reeds na de eerste woorden kwam er een trek van verbazing in zijn gezicht, hij praatte -neller en levendiger, dan gewoonte is bij de zwijgzame Tibetanen, en ein delijk wendde hij zich in tastbare verwondering naar Krinner. „Het is geen Tibetaan, heerEen Sjerpa uit mijn bergland Hij zegt, dat hij met blanke sahibs hier heen geko men is. Ze kampeeren daar beneden, in de kloof, en...." Krinner en Suhr wachtten het einde van deze toespraak niet af. Reeds daalden zij met lange schreden de helling af. Lin-Pei en de Bhoetia bleven achter, met de dieren. „Hallo!" Uit een groep mannen, die beneden in het keteldal voor eeu tent zaten, verhief zich een lange gestalte, en zag de twee mannen tegemoet, die langs de helling naar beneden kwamen. „Lui, ik wil morgenochtend met keien ontbijten, als dat geen blanken zijn!" Hij gebruikte de Russische taal, en het heele gezelschap wendde zich om en keek. Reeds was Adrian Krinner bij hen. Hijgend van de snelle wan deling "+ond hij voor de mannen, en er stond een zoo vroolijk licht in zijn oogen, dat hij met geen woorden be hoefde te groeten. Blanken.... Euro peanen, hier boven in den Himatsjal Sedert maanden de eerste blanke ge zichten Verheugd keek Krinner den kring rond, en de Russen zagen met evenveel welgevallen zijn gebruinde gezicht. Zij voelden, dat zij kameraden waren beoefenaars van dezelfde sport. De oudste der Russen, die tevens als leider scheen op te treden, een korte, breedgeschouderde man met een klein donker kneveltje, kwam Krinner de hand bieden. „Englishman, sir „No, German." „Ah, Duitscherging de ander in 't Engelsch voort. „Gaat u zitten. Misschien wilt u ons kamp met ons deelen Krinner, nog steeds wat van streek door de onverwachte ontmoeting, keek den kring der ietwat verweerde mannen- gezichten rond en stelde Peter Suhr aan hen voor. „Je treft niet vaak Europeanen in dit mooie landje," zei hij toen. „Mag ik vragen, waar de reis heengaat, heeren t" „Naar boven, sir." De man met het zwarte kneveltje wees met een korte, krachtige handbeweging naar de bergen, die donker en dreigend opdoemden. „Ziet u dien knaap daar in de hoogte Met die flarden sneeuw om den top Dat is de Tsjomoelonga." „Daar willen we op," zei een jongere man. „En als 't lukt, trekken we vol gend jaar op den Himalaya af en beklim men we den hoogsten berg der aarde." „Den Mount-Everest?" zei Peter Suhr, met de handen in de zakken van zijn lamsvacht. „KleinigheidLinks het hoekje om, een kilometer voorbij de benzine-pomp De jonge man ergerde zich aan dien spot. „Loop naar de weerga," bromde hij. „Van 's gelijke," zei Peter Suhr, har telijk terug grijnzend. „En de groeten thuis De leider van het gezelschap maakte met een handbeweging een einde aan die plagerij. „Borjev," stelde hij zichzelf voor, „leider van de vijfde Tsjomoelonga- expeditie. En dit zijn mijn kameraden." l'AiNORAMA. Geïllustreerd weekblad. Verschijnt Vrijdags. Tezamen met een der locale weekbladen De Stad Amsterdam, Groot Rotterdam, 's Gravenhage in Beeld, Ons Land, Ons Zuiden of Ons Zeeland f 1.62 yx per kwartaal of f 0.12% per week. Franco p. post f 1.75 per kwartaal bij vooruitbetaling. BureauxHAARLEM, Nassaulaan 51. Tel. Interc. 15866. AMSTERDAM. N.Z. Voorburgwal 262. Tel. Interc, 35170. Giro nr. 97946

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 34