De Zwarte Parel
door John dD. Claverten
maÊÊk
4
DE Gerechtigheid bewandelt vaak kronke
lige paden om haar doel te bereiken. Daar
is bijvoorbeeld de geschiedenis van Abel
Johnson, die Lagerhuis-candidaat was voor
het Schotsclie district Mayfield. Met de bedoeling de
Gerechtigheid een rad voor oogen te draaien, stapte
hij op een middag aan den oever van de Garn uit
zijn auto en knoopte een praatje aan inet een jongen
parelvisscher. De man zat gehurkt bij een korf
mosselen, die hij stuk voor stuk opende en na een
vluchtig onderzoek teleurgesteld op een hoop wierp.
„Hoe gaat het met de vangst, vriend vroeg Abel
Johnson.
„Slecht, meneer," antwoordde de visscher. ,,'k
Heb dit seizoen nog bijna niets gevonden. En het is
spoedig weer tijd voor betaling van de pacht."
„Aan wie hooren de paclitrechten op dit deel van
de Garn
„Aan lady Bathcombe, meneer."
„Lady Bathcombe uit Glasgow Wel, zij heeft
een medelijdend hart en het zal dus wel losloopen
met die pacht."
„Jawel, maar ik betaal liever op tijd," mopperde
de visscher. „Dat is 'n zeker teeken, dat ik ook iets
verdiend heb."
Met een blik vol verwachting brak hij een enorm
groote, oude mossel open. En toen veerde hij plot
seling overeind.
„Eindelijk lachte hij opgewonden. „Een zwarte
en 'n mooie groote
Hij toonde Abel Johnson een zwarte parel, die
half zoo groot was als een musscheneitje. Zij zat vol
slijm en toen hij haar gereinigd had, onderzocht hij
zijn vondst wat nauwkeuriger.
„Jammer," liet hij zich teleurgesteld ontvallen.
„Drie bruine vlekjes, die maken haar waardeloos
voor een collier. Maar voor een dasspeld kan zij
goed dienen. Dat scheelt me acht pond in de op
brengst."
„Zóóveel t" vroeg Abel Johnson belangstellend.
„Wat krijg je daar nu voor, vriend
„Twee pond, misschien twee en 'n half, meneer.
Was zij vlekkeloos geweest, dan had ik er wel tien
voor gekregen."
„Jammer 1" beaamde Abel Johnson. „Zoo, geeft de
juwelier twee en 'n half pond f Ik wil je er drie voor
geven, vriend staat je dat aan f'
„Heel best, meneer," lachte de visscher. „Alsje
blief, zwarte parels brengen geluk aan, zegt men."
Abel Johnson was een nuchter mensch en niet het
minst bijgeloovig. Hij ging dan ook niet op de opmer
king in en haalde drie pond te voorschijn. De parel
stak hij los in den zijzak van zijn colbert en eindelijk
haalde hij een notitieboekje voor den dag.
„Ik ben een accuraat man, vriend," hernam hij
glimlachend. „Ik weet graag waar mijn geld blijft,
zie je. Laat 'ns kijken, de hoeveelste is het vandaag 1
Vijf en twintig, geloof ik."
„Jawel, meneer, vijf en twintig September," be
aamde de visscher.
Abel Johnson noteerde luid „Vijf en twintig Sep
tember, drie pond voor een zwarte parel betaald
aan
„David Raine uit Lorchy, meneer," vulde de vis
scher aan.
„In orde, vriend," zei Abel Johnson, zijn boekje
opbergend. „Kan je me nu ook nog zeggen, hoe ik
rijden moet naar Perch V'
„De Garn volgen in zuidelijke richting, meneer.
Bij de derde bocht linksaf slaan, dan komt u er van
zelf. Met den auto is het ongeveer een uur."
„En het is nu half twee dus om half drie kan ik
er zijn, denk je V'
„Jawel, meneer, als u zich tenminste nergens
ophoudt," antwoordde de visscher.
Abel Johnson keerde met een tevreden gezicht
naar zijn auto terug. Als het ooit eens noodig mocht
zijn, kon David Raine uit Lorchy onder eede beves
tigen, dat hij zich op dezen dag om half twee 's mid
dags zes kilometer ten zuiden van Furness had
bevonden, en door was gereden naar Perch. Dat was
het eenige doel geweest van zijn kort- oponthoud
hij had zich een vrij aardig alibi verschaft.
Met groote snelheid reed hij den weg af. Voorbij
de eerste bocht in de rivier nam hij een zijweg,
verwisselde van nummerbord en sloeg nog eens
linksaf. Toen reed hij in noordelijke richting tot in
de nabijheid van een oude steenen spoorbrug over
de Garn, een eenzaam gelegen plekje, waar zich
zelden iemand vertoonde.
Aan den kant van den weg lag een haveloos ge-
kleede man met een drankzuchtig gezicht, die lang
zaam overeind kwam, toen Johnson uitstapte.
„Hallo, Abel Johnson, prachtig op tijd," prees de
man met een grijns.
,,'t Is een goede gewoonte van me, nooit ergens
te laat te komen," glimlachte Abel Johnson. Hij gaf
den zwerver een hand en nam hein vluchtig op. ,.Ik
kan niet zeggen dat je er voordeelig uitziet, Joe. Ik
heb je anders gekend."
„Ik jou ook," zei de man en hij lachte, alsof hij
een kostelijke grap verkocht.
Abel Johnson liet deze opmerking, waarvan hein
de hatelijke en beleedigende bedoeling volkomen
duidelijk was, onbeantwoord. Wat had liet. voor nut,
onaangename herinneringen uit het verleden op te
halen Sinds hij vijf jaar geleden uit Boston overge
komen was, om hier zijn erfenis in bezit te nemen,
had hij het verleden voorgoed dood verklaard. Hij
had ziiji een nieuwe toekomst uitgestippeld en sinds
dien eer en aanzien verworven, en wee nu den man,
wiens plotselinge verschijning zijn positie en schit
terende verwachtingen in gevaar dreigde te bren
gen
„We zullen aan den overkant gaan zitten en eens
kalm praten," wees Abel Johnson naar de brug. „Ik
stond verbaasd te kijken, toen ik gisteren je briefje
kreeg. Hoe ben je hier gekomen
„Als kolensjouwer op een vrachtboot van New
York naar Southampton," antwoordde Joe. „Een
liondenbaan, maar ik kwam tenminste in Engeland."
„En hoe heb je mijn adres uitgevonden
Joe grinnikte. „Ik las in een of ander blaadje een
verslag van je verkiezingsrede. Keurig, mijn compli
ment. Enfin, je was altijd een voorbeeld van wel
sprekendheid. Maar toen ik dan je naam las, en me
je erfenis en je ondernemingsgeest herinnerde, kwam
ik op het vermoeden, dat de Lagerhuis-candidaat
en mijn oude celgenoot uit de Bostonsche gevangenis
wel eens identiek konden zijn. En omdat ik toch niets
te doen had, zwierf ik dezen kant maar eens uit."
Abel Johnson knikte. „Bergen en dalen...." zei
hij glimlachend. „Heb je er nog met iemand over
gesproken, dat we oude
kennissen zijn f'
„Hoe kon ik dat Ik
wist toch niet zéker, dat
jij het was
„Neen, je wist het niet
zeker," echode Abel John
son.
Zij stonden voor de bouw
vallige brug en hij liet
Joe Dunns voorgaan. Hal
verwege wierp hij 'n snel
len blik over den omtrek.
Alles was veilig, geen
mensch was er te bespeuren.
„Nu besloot hij vast
beraden en tegelijk stak
hij een hand in zijn zak.
Het leek wel, of de ander
een voorgevoel kreeg dat
hem een gevaar bedreigde.
Hij wendde zich snel om
en las in het strakke ge
laat van Abel Johnson,
wat hij van plan was. Met
een kreet greep hij hem beet. Er volgde een korte,
maar hevige worsteling. Toen klonk er een schreeuw
en viel er een lichaam van de brug. De Garn sleepte
het mee en een halve minuut later was liet uit het
gezicht verdwenen
Abel Johnson slaakte een diepen zucht van verlich
ting. Hij was bevrijd en had niets meer te vreezen.
Geen mensch was getuige geweest van de misdaad
en steenen spraken niet. Straks zou Joe Dunns liier
of daar aanspoelen, en de politie zou tot de ontdek
king komen, dat hij gedood was door een dolkstoot.
Maar van den dader zou zij geen spoor vinden en zoo
heel veel moeite zou zij zich niet geven voor oen
zwerver. Hij was gerust, zijn geheim was
veilig.
Abel Johnson slingerde den dolk in de rivier. Toen
bekeek hij zijn gehavend uiterlijk. Zijn jas was ge
scheurd en zijn das afgerukt. Maar dat kwam er min
der op aan, hij was gauw genoeg weer thuis. Terwijl
hij zijn kleeren zoo goed mogelijk in orde bracht,
kwam hij tot de ontdekking, dat hij de zwarte parel
kwijt was. Joe Dunns had zijn zak opengescheurd
tijdens de worsteling en de parel moest weggerold
zijn. Hij keek om zich heen, doch hij zocht tevergeefs.
Waarschijnlijk was de parel door een van de vele
openingen in hot brugdek in de rivier gevallen en hij
was haar dus voorgoed kwijt. Maar ook dat kwam
er niet op aan. Een verlies van drie pond zonk in het
niet bij de bedragen, die Joe Dunns hem afgeperst
zou hebben, als hij was blijven leven. En dus viel er
eigenlijk niets te betreuren.
Toen hij naar den auto terugkeerde, zag hij dat het
twee uur was. Hij had zich hier dus nauwelijks vijf
minuten opgehouden. Snel reed hij den weg terug,
dien hij gekomen was. Onderweg verwisselde hij
nogmaals van nummerbord en na eenigen tijd te
hebben rondgereden, keerde hij volkomen gerust
naar huis terug.
Dienzelfden avond verspreidde het gerucht van
den moord zich door het district Mayfield. Het lijk
van den zwerver was om half drie drijvende gevonden
en het onderzoek had onmiddellijk uitgewezen, dat
er een misdaad in het spel was. De politie giste ech
ter vergeefs naar het motief van den moord en zij
zocht eveneens vruchteloos naar den dader. En zoo
nam de geheimzinnige geschiedenis het verloop, dat
Abel Johnson voorzien had. Joe Dunns kreeg een
armengraf in Furness en een week later gaf de politie
haar nasporingen op. De kranten zwegen en de pu
blieke belangstelling ging naar andere dingen uit.
Een maand later vreesde zelfs Abel Johnson
al niet meer voor de gevolgen van z'n misdaad. De
herinnering eraan ging onder in de drukte van zijn
verkiezingspropaganda en deze deed hem alle be
langstelling voor andere dingen verliezen. Hij stond
aan de poort van een nieuwe wereld en zijn eerzucht
was groot genoeg, om hem alle krachten en gedachten
Een insecten-etende bloem
uit Britsch Guyana (Zuid-
Amerika) heeft een wilde
bij in haar kleverig hart
gevangen Spo&lig zullen de
bloembladen zich dichtsluiten
totdat het argelooze bijtje
verteerd is.