5
te doen inspannen, ten einde zicli daarin een behoor
lijke plaats te veroveren.
Tn het begin van November hield Abel Johnson een
verkiezingsrede in Perch. Hij voelde zich 's avonds
te moe, om naar huis terug te keeren en bleef
dus in het stadje overnachten. Den volgenden mor
gen zat hij aan het ontbijt, toen hij tot zijn verras
sing lady Bathcombe de eetzaal zag binnentreden.
Zij bezat zeer veel invloed in het district en hij haast
te zich dus, de oude, vriendelijke dame te gaan be
groeten.
„Kijk, daar is meneer Johnson," ontving zij hem
verrast. „U komt als geroepen. Ik dacht er juist aan
hoe prettig het zou zijn, als ik hier iemand had, die
me een uurtje gezelschap zou willen houden."
„Ik ben geheel tot uw dienst, mevrouw," zei Abel
Johnson verrukt. „Zegt u maar wat u wenscht."
„Een kleinen dienst, beste vriend," lachte de oude
dame. „De zaak is, dat ik hier om half tien voor den
rechter moet verschijnen...."
„U V' vroeg Abel Johnson met een ongeloovigen
glimlach.
„Ja, maar als getuige, hoor. Wat dacht u I Dat
ik op mijn leeftijd nog tegen de wet zou zondigen I
Neen, neen, ik moet voor iemand getuigen, meneer
Johnson. Maar om u de waarheid te zeggen, zie ik er
wel een beetje tegenop, ik ben nog nooit in een rechts
zaal geweest. Het zou me dus aangenaam zijn, als
iemand me wilde vergezellen. Misschien moet ik wel
lang wachten en dat vind ik erg vervelend zoo alleen."
„Ik zal me vereerd voelen, als u mijn gezelschap
voor lief wilt nemen, mevrouw," verklaarde Abel
Johnson hoffelijk, terwijl hij ging zitten.
Tijdens het ontbijt stelde lady Bathcombe hem
op de hoogte van de zaak, waarin zij getuigen moest.
,,'t Is een onaangename geschiedenis, beste vriend.
Zij betreft een van mijn pachters, een parelvisscher.
Hebt u misschien ook gehoord of gelezen van dien
diefstal bij dokter Mac Henry in Purness Ik meen
dat het eind September gebeurd is."
„Neen, mevrouw," antwoordde Abel Johnson. „In
dezen drukken tijd kan ik geen gelegenheid meer
vinden me van alles op de hoogte te stellen. Is er
ingebroken bij den dokter, bedoelt u V
„Ja, 'n week of zes geleden. Het gebeurde midden
op den dag en er werd twintig pond gestolen. Van
den dader was aanvankelijk geen spoor te bekennen,
maar tijdens het onderzoek kwam een zekere Mac
Corney verklaren, dat hij een van mijn pachters 's
middags hij het huis van den dokter had gezien. Dien
jongeman acht ik echter beslist tot zooiets niet in
staat. Ik wil daarmee niet zeggen, dat Mac Corney
bewust een valsche verklaring heeft afgelegd, hoor.
Ik ken ook dien man als volkomen betrouwbaar en
ik neem dus aan, dat hij zich heeft laten bedriegen
door een gelijkenis. De politie heeft den jongeman
echter in staat van beschuldiging gesteld. En hij
heeft me nu verzocht, ten gunste van hem te willen
getuigen, begrijpt u Ik acht hem beslist onschuldig
en daarom wilde ik het verzoek niet weigeren. Nu
hoop ik maar, dat mijn verklaring hem baten zal...."
Abel Johnson had, na het ondergaan van een vier
tal zware vonnissen in Amerika, voldoende kijk op
een rechtszaak gekregen om te weten, dat lady Bath
combe zich hoegenaamd niet ongerust hoefde te
maken.
„Als er geen andere bewijzen zijn voor de schuld
van den aangeklaagde dan die verklaring, hoeft u
niet te vreezen, dat hij veroordeeld zal worden,
mevrouw," stelde hij haar gerust. „Op zóó'n zwakke
aanwijzing zal geen rechter of jury het schuldig uit
spreken."
Zijn verzekering nam de bezorgdheid van de oude
dame weg. Zij beëindigde haar ontbijt en samen
begaven zij zich naar het Gerechtsgebouw.
Abel Johnson nam naast lady Bathcombe in de
getuigenbank plaats en wachtte zonder eenige be
langstelling de opening van de zitting af. Om half
tien kwam de zaak voor en riep de gerechtsdienaar
den naam van den aangeklaagde af.
„David Raine uit Lorchy
Abel Johnson herinnerde zich den naam, zonder
hem te kunnen thuisbrengen. Pas toen de aange
klaagde voor de balie trad, herkende hij hem. Het
was de jonge parelvisscher, van wien hij de zwarte
parel had gekocht.
De rechter stelde David Raine de gebruikelijke
vragen en hoorde vervolgens de eenige getuige.
Daarop ving hij het verhoor aan.
„Je blijft dus bij je verklaring, 's middags niet in
de buurt van het huis van den dokter te zijn geweest,
beklaagde t"
„Neen, ik ben er niet geweest," antwoordde de
Een tarantula-spin heeft
zich eveneens op de vleeseh-
etende bloem gewaagd. Zij
kan zich niet meer uit het
kleverige hart bevrijden en
zal van honger moeten ster
ven. Doch ook de bloem zal
langzaam wegkwijnen de
spin is tè groot voor haar
om te verteren.
jongeman pertinent. „Op
het uur, waarop de inbraak
gepleegd werd, bevond ik
me aan de Garn om te
visschen. En het perceel,
dat ik gepacht heb, ligt
meer dan een uur loopen
van het huis van dokter
Mac Henry vandaan."
„Ja, je zegt dat nu wel,
maar aan die bewering valt
geen geloof te hechten, als
zij door niets gestaafd
wordt," mengde de open
bare aanklager zich in het
verhoor. „Heb je getuigen,
die dat kunnen beves
tigen V'
„Neen, edelachtbare. Ik
heb wel met iemand staan
praten en hem ook een parel
verkocht voor drie pond.
Een zwarte parel met drie
vlekjes. Dat heb ik al bij
de politie verklaard, maar
ze geloofden me niet. En
tóch is het waar
Abel Johnson kwam plotseling verbaasd overeind.
De visscher sprak waarheid, hij was onschuldig. In
dien tenminste de inbraak was gepleegd op den dag,
toen hij de parel kocht. Hij ging weer zitten en sloeg
zijn notitieboekje open. Ja, hij had de parel gekocht
op vijf en twintig September, dat was inderdaad de
dag van de inbraak.
Abel Johnson fluisterde lady Bathcombe iets in
het oor. „Ik geloof dat ik de onschuld van uw pachter
bewijzen kan, mevrouw. Ik kan zijn verklaring ten
minste bevestigen."
„U vroeg de oude dame verbaasd.
„Ik kocht de parel," glimlachte Abel Johnson en
tegelijk bedacht hij, welk een reclame zijn verklaring
zou opleveren voor zijn verkiezing. Het heele district
zou zich in de vrijspraak van een onschuldige ver
heugen en in de volksverbeelding zou dit alleen aan
hem te danken zijn.
Vliegensvlug wierp hij een paar woorden op een
blaadje papier. En intusschen ging de ondervraging
voor de balie zijn aandacht voorbij.
„Was het een zwarte parel informeerde de
openbare aanklager met een stem, waarin gespannen
verwachting klonk. „Een zwarte parel met drie
kleine vlekjes, zeg je
„Jawel, edelachtbare," antwoordde David Raine.
„Ik zei nog tegen dien meneer, dat zij zonder die
vlekjes tien pond waard gëweest zou zijn. Nu was
zij maar een vierde gedeelte ervan waard, maar de
onbekende heer gaf er drie pond voor."
„En je weet zeker, dat het op vijf en twintig Sep
tember was t"
„Heel zeker, edelachtbare. De meneer maakte me
er zelf opmerkzaam op. Hij schreef het in een boekje,
met mijn naam erbij. En toen ik dien avond thuis
kwam hoorde ik pas, dat er in Furness ingebroken
was bij dokter Mac Henry."
De rechter maakte plotseling een gebiedende hand
beweging. Hij had het briefje van Abel Johnson in
handen gekregen en gaf het door naar den openbaren
aanklager.
„De meneer, aan wien je de parel verkocht, blijkt hier
aanwezig te zijn, beklaagde. We zullen hem hooren.
Meneer Abel Johnson, wilt u even naar voren komen?"
Abel Johnson stond op en wierp lady Bathcombe
een hoofdknikje toe. Toen trad hij vlug tot voor de
balie der getuigen. Hij ving een onderzoekenden
blik op van den openbaren aanklager, een blik, die
den Lagerhuis-candidaat gold, dacht hij. Daarop
legde hij den eed af en bevestigde de verklaring van
David Raine.
„Het was inderdaad op vijf en twintig September,
dat ik de parel kocht, meneer de rechter. Een notitie
in mijn kasboekje sluit elke vergissing uit. Het was
's middags om half twee, juist zooals de aangeklaagde
zegt. Ik herken hem pertinent, ik heb trouwens ook
zijn naam en woonplaats genoteerd. Hij kan zich
dus onmogelijk om twee uur op de plaats van het
misdrijf bevonden hebben."
„Het is gelukkig voor den beklaagde, dat u hier
toevallig aanwezig is," merkte de openbare aan
klager met een beleefden glimlach op. „Uw verklaring
ontlast hem inderdaad van alle schuld. U sprak van
een gevlekte zwarte parel, hèeft u die nog in uw
bezit, meneer
Abel Johnson dacht er geen oogenblik a an, dat er een
bijzondere bedoeling achter die vraag kon zitten. Hij
had een flauw vermoeden, dat de openbare aanklager
nog niet overtuigd was en de parel beschouwde als
een bewijsstuk, dat zijn verklaring bevestigen kon.
„Neen, ik verloor haar helaas denzelfden dag nog,"
antwoordde hij zonder aarzelen.
„Jammer, waar verloor u haar
Abel Johnson voelde zich plotseling onbehaaglijk.
Die vreemde vragen verontrustten hem hij kreeg
den indruk, dat ze buiten deze zaak stonden
„Waar weet ik niet," zei hij schouderophalend. „Ik
vermoed in Perch."
„In Perch Dat is een heel eind van de plaats van
daan, waar de beklaagde aan het visschen was. Reed
ji met een auto
Die laatste opmerking maakte Abel Johnson nog
meer wantrouwend. Waar wilde die verwensclite
kerel heen, wat ging het hem aan, wat hij had uitge
voerd dien middag
„Ja, ik was met den auto," gaf hij stug toe.
De oogen van den openbaren aanklager lichtten
even op en Abel Johnson kreeg plotseling het zonder
linge gevoel, dat hij hier niet langer als getuige, doc.li
als beschuldigde stond. Het volgende oogenblik ver
kilde hij van ontzetting. De openbare aanklager had
een zwarte parel uit zijn lessenaar te voorschijn ge
bracht en toonde haar aan den visscher.
„Is dit de bewuste zwarte parel, David Raine t"
„Jawel, drie vlekjes, bruine vlekjes naast elkaar
dit is de parel, die ik aan meneer verkocht," ant
woordde de visscher beslist.
De openbare aanklager richtte een triomfante
lijken blik op de beide gerechtsdienaars. „Arresteer
dien man wees hij naar Abel Johnson. „Ik klaag
hem aan van moord op den zwerver Joe Dunns. Hij
zal een alibi moeten hebben waar geen speld tusschen
kan, anders komt hij te hangen. Om half twee kocht
hij de zwarte parel en de coroner heeft uitgemaakt,
dat Joe Dunns om twee uur gedood werd. De dader
moet zich zéér snel naar het terrein van de misdaad
verplaatst hebben, want de zwarte parel werd in de
gesloten rechtervuist van den vermoorde gevonden."