DOBBELMAN
^dkJksiïi ....9natt
COUPON
Ik schudde het hoofd en zei
,,'t Schijnt dus toch waar te zijn, arme kerel je
bent aan den drank geraakt. Het is een verschijnsel,
dat alle beschaafde volkeren ter wereld kennen
door den drank wordt het beeld, dat het oog opneemt,
verdubbeld."
„Nee, nee," zei Hunter. „Dat is 't niét. Ik heb
twee jonge mannen gezien, die aan elkaar zijn ge
groeid een dagreis met den wagen hier vandaan,
de kust langs."
Ik was stom verbaasd. Ik vergat nu ook zelf mijn
ladingspapieren en vroeg
„En hoe heb je dat eigenaardige tweetal dan ont
dekt I"
„Ik wandelde aan zee," hernam Hunter, „in een
klein dorpje aan 't strand, om een beetje bij te komen
van 't zitten in den wagen. Er waren visschers bezig,
him netten schoon te maken. Er lagen een paar
bootjes.
Toen zag ik, dat er iemand zwom. Ik keek, zonder
buitengewone belangstelling. En bij dien tweeden
blik zag ik, dat 't niet één mensch was, maar dat 't
er twee waren. Die twee zwommen vlak naast elkaar,
met zekere, krachtige bewegingen, zoo precies tege
lijk uitgevoerd, dat het leek, of het maar één mensch
was. Ze zwommen naar het strand. En toen zij
overeind kwamen, zag ikdat zij aan elkaar
gegroeid waren."
„En wat heb je toen gedaan 1"
„Dat weet ik niet precies meer. Maar ik denk, dat
ik een half uur met open mond ben blijven staan. Ik
keek naar die twee. Zij hielpen de visschers bij hun
werk. Eindelijk klommen zij met andere visschers
in een boot en roeiden weg. De eene bediende den
rechtschen, de andere den linkschen roeiriem."
De beschrijving, die mijn vriend van die twee
jongelui gaf, hoef ik hier niet te herhalen, heeren,"
zei kapitein Coffin tot den dokter en den kolonel.
„U hebt ze gezien. Maar mijn vriend vertelde, dat hij
daarna het dorp in was gegaan, en naar het dorps
hoofd gevraagd had, om naar die zonderlinge speling
der natuur te informeeren. Hij kwam te hooren, dat
hij inderdaad twee samengegroeide menschen gezien
had, Chang en Eng, twee knapen, die iedereen in die
streek kende. Mijn vriend had echter niet veel tijd
en el' was trouwens voor hem ook geen reden, om
zich verder nog iets van die jongelui aan te trekken.
Hij stapte in z'n wagen en reed verder. Hij vertelde
me dit alles een beetje opgewonden hij kon die
zonderlinge kennismaking nog steeds niet vergeten.
Toen ik 's avonds tegenover hem zat in zijn mooie
huis aan de haven van Bangkok, vergat hij de
geschiedenis langzamerhand en begon hij zich weer
voor onze zaken te interesseeren. Maar nu was ik
het, die maar steeds aan de samengegroeide knapen
moest denkenToen ik de waren had laten
lossen, die meneer Hunter verkoopen zou, en dus
eindelijk vrijen tijd in overvloed had, huurde ik
een paard en een gids en reed ik langs de kust naar
Meklong. Ik wou die aaneengegroeide jongelui met
mijn eigen oogen zien. Ik reed den heelen dag door
en kwam 's avonds in Meklong aan. De gids, dien
ik meegenomen had, een Chinees, sprak vloeiend
Siameesch. Ik stuurde hem het dorp in, om uit te
visschen, waar de jongens waren. Ik bleef onderwijl
aan 't strand op een steen zitten wachten en ik keek
naar een schip, dat in de verte met bolle zeilen
voorbijvoer. Het duurde niet lang, of de Chinees
kwam terug met de boodschap, dat hij de jongelui
gevonden had. Zij zaten voor een eendenhok bij
hun ouderlijke woning. Dus daar op af
De hut, waar we heen moesten, lag een klein eindje
buiten het dorp, vlak aan den oever van een beek
of een klein riviertje. Het was een echt armoedige
keet van bamboe en hout. Je kon zoo naar binnen
kijken, en we zagen een oude vrouw op een bankje
zitten. Zij zat planten, die voor haar op den grond
lagen, uit te zoeken. Haar zwarte haar was af
geschoren alleen had ze midden op haar hoofd een
bosje haar, dat wel een kwast leek. Zij zat betel te
kauwen, en als ze haar mond opendeed, was 't net,
of je in een donkerrooden afgrond keek. Zij had een
jak aan en een lap katoen om haar middel.
De Chineesche gids ging het eerst de hut binnen.
Hij praatte met de vrouw en zei mij toen in 't
Engelsch, dat ik haar een geldstuk moest geven. Ik
gooide haar een zilveren dollar in den schoot. Zij
knikte met haar hoofd en zei iets, dat ik niet ver
stond. De gids vertelde „Zij dankt u, heer." Toen
gingen we de hut uit naar het riviertje, en daar zag
ik de knapen. Zij zaten op een bank. De reclitsche
jongeling had een eend op zijn knieën, welke hij de
veeren zat te krauwen, de linkscke was een pijp aan
't uitsnijden. Zij hadden beiden een kort voorschoot
aan, een soort lendendoek. Zij hadden bonte doeken
om hun hoofden, hun bovenlichamen waren naakt.
Ik zag direct, dat zij inderdaad aan elkaar gegroeid
waren.
De tweelingen waren in 't geheel niet verwonderd
om mijn komst. Zij praatten met den gids en waren
absoluut niet verlegen, integendeel, ze waren echt
vroolijk. Op mijn verzoek vroeg de gids hun te
loopen, en toen hard te loopen. Toen de gids het
vroeg, sprongen zij ook aanstonds in 't water en
zwommen een stuk. Zij kwamen er uit en lachend
schudden zij zich als poedels.
Ik hield 't in het dorp geen minuut langer uit.
Ik moest dadelijk terug. Want in dien korten tijd,
dat ik me met de tweelingen had bezig gehouden,
was 't me duidelijk geworden, dat ik een kans had
ontdekt, om schatrijk te worden. Ik moest de twee
lingen zien te krijgen Ik moest ze mee naar Amerika
nemen, en dan naar Europa, en ze voor geld laten
kijken Want al heb ik eigenlijk meer verstand
van den wind en de golven, van de getijden en den
storm, zóó goed ken ik de menschen toch wel, dat
ik weet, hoe nieuwsgierig ze- zijn
De gids maakte bezwaar de paarden waren moe,
en hij was zelf ook moe. Hij hield vol, dat 't gevaar
lijk was, 's nachts te reizen in die streken. Maar ik
wou beslist terug.
's Morgens waren we weer in Bangkok. Ik ging
regelrecht naar mijn vriend en sprak alles uit, wat
ik tijdens den nachtelijken rit overlegd had. Hij zei
;,Ik kan me onmogelijk indenken, dat de regeering
hier niets weten zou van die samengegroeide men
schen, die op een zestig mijl afstand van de hoofdstad
Bangkok leven. De Siameezen zijn een bijgeloovig
volk. De tweelingen hebben vast en zeker meer
opzien verwekt, dan wij ons voorgesteld hebben."
De goede man keek erg op, toen hij zoo te hooren
kreeg, dat ik de tweelingen was gaan kijken. Hij
zei
„Wij blanken zitten hier nog veel te kort in 't
land, om geestelijk contact met de bevolking te
hebben. Wij leven hier op eilandjes figuurlijk
gesproken we kunnen onze zaken drijven, zooals
we willen, maar wat de bevolking denkt en voelt
en wil, daar weten we niets van."
Word f vervolgd
SHAG
Evenals het vorige jaar stellen wij
aan voetballiefhebbers wederom het
handige boekje „Voetbal Varia" gratis
ter beschikking. U vindt daarin tabel
len, waarin U de uitslagen der com
petitie-wedstrijden, hetzij van den
K.N.V.B. of van den R.K. Voetbal
bond kunt noteeren. InVoetbal Varia
staat tevens een interessant interview
met Karei Lotsy. Zend ons een brief
kaart of onderstaande coupon en het
boekje wordt U franco toegezonden.
Te frankeeren met l1 2 ets. postzegel.
N.V. LOUIS DOBBELMANN
ROTTERDAM - POSTBOX 263
Gelieve mij gratis en franco te zenden het boekje
..Voetbal Varia'' met competitie-indeelings-tabellen
v. d. Kon. Ned. Voetbalbond of R. K. Voetbalbond*)
Naam
Plaats
Doorhalen
niet gewenscht wordt.
Een zeer lichte melange
voor pijp en sigaretten.
De smaak van een
Amerikaansche sigaret.
DE PIJP
Met IBIS SHAG moet men zijn pijp uiterst luchtig stoppen.
IBIS SHAG is dan zelfs lichter dan gewone rooktabak.
IBIS SHAG waait niet uit de pijp.
Met een pijp IBIS SHAG doet men veel en veel langer dan
met een pijp gewone Hollandsche rooktabak.
Daarom is IBIS SHAG zoo voordeelig.
Maakt Uw pijp geregeld schoon.