JACKSON BELEEFDE OOK
EEN SENSATIE
Clifford Hint:
DE eenige sensatie, die ik in mijn hoedanig
heid van reclamevlieger tot dusverre be
leefde, werd me bereid door een zekeren
meneer Jackson. Nu ik eraan terugdenk,
overvalt me nog een huivering, hoewel het avon
tuur heel goed afliep. Voor mij tenminste, niet
voor meneer Jackson. Want ik betaalde hem zijn
sensatie terug met een verrassing, die een paar
maanden later zijn veroordeeling tot den electrischen
stoel tengevolge had.
Op een morgen, toen ik me op het kantoor ver
voegde van de „Denver Estafettedienst en Reclame-
onderneming," waarbij ik in dienst was als reclame
vlieger, werd ik verzocht, terstond bij den directeur
te komen.
„Dick, een zekere meneer Jackson heeft ons ge
vraagd, of we hem zoo vlug mogelijk naar Houston
willen vliegen," ontving mr. Thornby me. „Hij
betaalt royaal en heeft beloofd, dat hij je 'n extraatje
van tweehonderd dollar zal geven, als je 't hem naar
den zin weet te maken
Het was de eerste opdracht van dien aard, die ik
ontving. Onze onderneming bezat slechts één een-
motorig „Moth"-vliegtuig, dat voor alles geschikt
was, behalve voor passagiersvervoer. Daarom ver
wonderde het me, dat meneer Jackson niet liever
een verkeersmachinc nam voor zoo'n langen tocht,
hetgeen temeer opmerkelijk was, wijl er reeds over
een half uur een lijnvliegtuig naar Houston zou ver
trekken. Ik had met die onverklaarbare voorkeur
voor een bescheiden ..Moth" echter niets te maken,
en nadat ik een lunch had laten inpakken, spoedde
ik mij naar het kleine vliegveld achter ons kantoor.
Bij de kist, die door onzen mecanicien reeds
geheel start-klaar was gemaakt, vond ik 'n robusten
heer van ongeveer vijftig jaar, met een grof gelaat
en een goed zichtbaar litteeken boven het linkeroog.
„Bent u de piloot V' kwam hij me ongeduldig
tegemoet.
Ik antwoordde bevestigend en in één adem ging
hij voort„U moet me zoo vlug mogelijk naar Hou
ston vliegen, 'k Heb bijzonder veel haast. Als u
voortmaakt, zal ik u tweehonderd dollar belooning
geven, 't Is nu negen uut, hoe laat kunnen we er zijnf
Ik keek eens naar den wind, zag in de afstanden
tabel, dat de afstand naar Houston dertienhonderd
kilometer bedroeg, en antwoordde mijn passagier,
dat ik den tocht in ongeveer acht uur zou kunnen
volbrengen.
Die tijd scheen hem niet tegen te vallen, hij knikte
althans tevreden. Toen liep hij eens om de kist heen
en nam alles met de grootste belangstelling in oogen-
schouw."
„Dit vliegtuig heeft toch geen zender vroeg hij
eensklaps.
„Neen, wel een kortegolf-ontvanger voor de
weerberichten," antwoordde ik.
„Goed, kijkt u den boel dan maar vlug even na,"
zei hij kortaf en daarop hervatte hij zijn ongeduldigen
loop.
Alles bij elkaar genomen vond ik de geschiedenis
nogal zonderling, maar lang verdiepte ik me er niet
in. Vlug controleerde ik de instrumenten en daarop
ging ik na, of ook overigens alles in orde was. Het
laatst herinnerde ik me de rookapparaten in den
romp, die den vorigen dag hadden gediend om een
reclame voor een circusvoorstelling in de lucht te
schrijven. Ik gunde mij thans echter geen tijd om ze
te demonteeren, hoewel ze een overbodigen ballast
vormden. Ik zei meneeT Jackson, dat wij konden
vertrekken en nam plaats in de cockpit. Mijn passa
gier zette zich naast me en twee minuten later sloeg
„Moth" zij het dan ook in figuurlijken zin zijn
vleugels uit naar hooger sferen. Ik ging vliegen op
zeshonderd meter en zette mij zoo gemakkelijk
mogelijk voor de lange reis.
„Ik zou graag willen luisteren," schreeuwde mijn
passagier mij na een oogenhlik in het oor.
Ik begreep niet goed, wat er te beluisteren viel aan
saaie weerberichten en vliegtuigpeilingen, doch met
den wensch, dat hij er zich mee amuseeren mocht, gaf
ik hem de koptelefoon. De tweede klemde ik zelf om
mijn hoofd en thans bepaalde ik al mijn aandacht bij
de instrumenten.
Het was ideaal vliegweer en het uitzicht schoon
genoeg, om de vlucht tot een genot te maken. Maar
mijn passagier scheen alleen maar haast te hebben,
want hij toonde niet de minste bewondering, of zelfs
maar belangstelling voor de streek, die we over
vlogen. Slechts nu en dan wieip hij eens een vluch-
tigen blik op de aarde, die als een gigantische loo-
pende band onder ons wegvlood. Meestal zat hij echter
met gesloten oogen alsof hij sliep en niet eenmaal
keek hij me aan, of sprak hij een woord.
Zoo verstreek uur na uur. Tegen één uur waren we
inderdaad op de helft, zooals ik berekend had, en
om drie uur verloren we het bergachtig gebied langs
de Rio Grande del Norte uit het oog. We naderden
snel ons doel, en ik rekende er reeds op, om half vijf
te kunnen landen. Doch toen beleefde ik een sen
satie, zooals ik er geen tweede meer hoop te onder
gaan.
Plotseling klonk er een zwakke oproep in de kop
telefoon, die nochtans duidelijk verstaanbaar was.
„Hallo, hallo, aan alle vliegtuigbestuurders van
het politieradiostation Denver. Wilt u even
luisteren f Vannacht is in Denver een roofmoord
gepleegd op een bejaarden juwelier. De moordenaar
KRIJGEN WE
üeeft zich meester gemaakt van een groot bedrag
aan banknoten en eenige kostbare juweelen sieraden.
Het is niet onmogelijk, dat de dader op zijn vlucht
gebruik maakt, of alsnog gebruik zal maken van
een vliegtuig. Daarom volgt hier zijn signalement.
Josuah Johnson, drie en vijftig jaar oud. Robuste
gestalte, grof gelaat, sterk grijzend haar, blauwe
oogen met borstelige wenkbrauwen, boven linkeroog
vurig rood lidteeken, breede .neus, vierkante kin,
breede. mond met kunstgebit, eenigszins uitgezakte
wangen.
Bestuurders van vliegtuigen, aan boord waarvan
zich iemand mocht bevinden, die aan dit signalement
beantwoordt, worden verzocht zich ter bekoming
van nadere orders in verbinding te willen stellen met
Q.P.A.G., ofwel op het dichtstbijgelegen vliegveld,
na voorafgaande waarschuwing, te willen landen.
Over.
Toen de stem zweeg, keek ik ontsteld naar mijn
passagier. Ik hoefde niet na te gaan, of het signale
ment volledig klopte, de man knikte me reeds veel-
beteekend toe. En voor ik het had kunnen verhin
deren, had hij zoowel mij als zichzelf van de kop
telefoon ontdaan, om vervolgens doodbedaard een
bankbiljet van duizend dollar te voorschijn te halen.
Toen bracht hij zijn mond zoo dicht mogelijk bij
mijn oor.
„Als uw patroon van dien oproep verneemt, zal
hij de politie inlichten omtrent het doel van deze
vlucht," sprak hij langzaam en duidelijk. „Ik kan
dus in Houston niet veilig landen. Ik zal u duizend
dollar betalen, doch verleg onmiddellijk den koers
naar Montgrey".
Ik had mij eenigszins hersteld van den schrik.
Vastberaden schudde ik het hoofd. Ik dacht er zelfs
niet aan, een moordenaar behulpzaam te zijn, aan
zijn gerechte straf te ontkomen. Niet alleen maakte
ik er een gewetenszaak van, doch daarenboven
OOK WAT?!