VA EVILLE
PALACE
Het verhaal
van de week
4
DELE
WEEK
gezegd, en dat ie den angst gekregen had voor
dien smeris.
„Misschien bèn ik niet eens zoo'n linke jongen,"
zei ik bij mezelf. „Wie weet, heb ik een goeien slag
geslagen."
Ik moest 't snoer wegbergen, dacht ik. Daar heb
ik een plaatsje voor, want ik zeg maar zoo je moet
den boel nooit rond laten slingeren. Ik was net opge
staan, toen er aan de deur geklopt werd. En nogal
hard geklopt óók.
Dat geluid beviel me niet. Ik kèn dat zoo'n beetje,
ziet u. Dus ik tilde gauw de losse zitting van een stoel
op en stopte 't snoer d'r in en toen ging ik naar de
deur. Ik zag direct, dat ik 't goed had gehad. Hij
hoefde heusch geen visite-kaartje af te geven. Zoo'n
groote breede .kerel met 'n rond hoedje en van die
vierkante neuzen aan z'n schoenen je ziet die stil
len ieder oogenblik in de bioscoop. Een rechercheur.
,,'t Is toch wel goed, dat ik even aan kom loopen 1"
zei hij, echt beleefd, maar met 'n vuil lachje, dat me
heelemaal niet beviel.
„Mijn vrinden zijn altijd welkom." Ik deed n
beetje uit de hoogte.
„Vin je 't erg, als ik een beetje rondkijk I"
„Je gaat je gang maar." Ik nam de flesch van 't
buffet en schonk een scheutje whiskey in. Ik stak
een sigaret op. „Ook een spatje vroeg ik.
„Laat ik eerst de kamer maar even doen, dan kun
nen we aan de thee beginnen," zei hij. „Mij maar 'n
schijfje citroen d'r bij, meneer Freeman."
„U bent op de hoogte," zei ik. „Ik geloof niet,
dat ik uw naarn nog weet."
NOU, ik liep op
een middag langs
den Broadway,
ziet u 1 En toen ik
bijna aan den hoek
van de Zevenenveertigste
straat was, kwam die
knaap op me af. Ik had
hem al eerder in de smie
zen gehad hij liep net,
of hij iemand aan wou
spreken, en niet goed
wist, wien hjj nemen zou
maar ik lette er verder
niet opzal wel weer
zoo een zijn met 'n ver
haaltje over geen-onder
dak en hebt-u-missehien-
'n-kleinigheidje-voor-me, dacht ik. U kent dat
soort wel afgetrapte schoenen, én zoo'n be
nauwd gangetje, net of ie ieder oogenblik bang
is, 'n tik voor z'n toet te krijgen.
„Pardon, meneer," begon hij.
„Loop maar door," zei ik. „Verkeerd verbonden.
Ik heb zelf drie zieke vrouwen en veertien wees
kinderen thuis."
„U begrijpt me verkeerd, meneer wilt u even
luisteren I" Hij liep met me mee, een tikje schuin
naar me toe gekeerd. „Ik wou u iets aanbieden, dat
een reusachtig koopje is. Ik dacht directdie meneer
is zakenman. Die voelt misschien wel iets voor een
goed handeltje."
Ik kan u vertellen, dat ik 't land had. Gemeen
't land. Ik werkte waarachtig al over de tien jaar
hier in de stad, en die knul dacht, dat hij een hei
kneuter voor had
„Schiet op snauwde ik tegen hem. „Dat trucje
kende ik al, toen ik nog aan de flesch was. Wat wou
je verkoopen vandaag de Engelsche kroonju-
weelen, of den koepel van 't Kapitool 1 Heb je na
tuurlijk gestolen. Je wilt 'm smeren, en omdat jouw
vader mijn vader nog gekend heeft, wil je me wel een
pleiziertje doen, en mag ik ze voor vijfennegentig
cent hebben. Vijfennegentig cent contant."
„U kunt toch wel eventjes kijken 't Zal u best
meevallen." Hij haalde een vuilen zakdoek uit zijn
zak en liet me een snoer glimmertjes zien en toen
begon hij weer te janken „Ik ben u nageloopen
omdat ik wist, dat u een toffe jongen was ook van
't vak. Ze hebben me in 't snotje, en nou kan ik er
NOG
geen lood voor maken. Als u even kijken wilt.
Wacht u nou even Kijk eens U kunt ze voor twee
briefjes van honderd hebben ik wil wedden, dat
u er bij den eersten den besten opkooper viermaal
zooveel voor krijgt."
Ik dacht, dat ik hem nooit kwijt zou raken, dus
keek ik hem eens flink aan en ik zei
„Hoor es, ladenlichter, ik heb geen zin om m'n
vingers te brandenD'r staat een smeris hier net
op 't hoekje dus pas op, als dat ijs gloeiend is."
Ik nam het snoer in mijn handen en trok een leelijk
gezicht tegen 'm.
„Ga inaar es mee, dan zullen we es kijken, wat hij
d'r van zegt."
Hij liet me haast niet eens uitpraten. Hij schoot
achter 'n paar menschen om, die den anderen kant
af kwamen, en nam de beenen de straat door, of ie
naar den brand moest. Dus daar stond ik toen, mid
den op Broadway, met een snoer nagemaakte diaman
ten, die glommen als.
Enfin, ik wou alleen maar vertellen, dat ik 't er
een beetje van te pakken kreeg. Dus ik stopte ze in
m'n zak en ik ging de Cinema in, om een beetje tijd
zoek te brengen.
Maar 't bleef me aldoor in m'n hoofd hangen en
toen ik weer op mijn kamer kwam, ging ik ze nog
eens goed bekijken. Ik had vroeger vóór ik
een paar jaartjes de stad uit was namelijk
nogal verstand van ijs gehad. En ze zagen er heel
aardig uit, ik kon niet anders zeggen. En toen
schoot me opeens te binnen, dat ik 't wel es mis
gehad kon hebben dat die knaap de waarheid