13
getast, zonder dat de andere iets bet minste gevoelt.
Alleen die kwalen die het geheele ligchaam aandoen,
of bijzonder op het bloed- en zenuwgestel werken,
bijv. hoofdpijn, hebben zij beiden tegelijk. Door Ge
neeskundigen wordt eenstemmig ENG voor iets
sterker gehouden dan zijn broeder, op het gevoel
van de pols, die echter ook bij beiden niet altijd op
hetzelfde oogenblik klopt. ENG is ook één duim
grooter dan zijn broeder, waardoor de houding van
CHANG ook eenigszins scheef is geworden. Zij zijn
echter beiden niet zeer groot voor hunne jaren, en
men zou heil aanzien voor jonge lieden van omtrent
17 of 18 jaar.
Voor het overige leven zij thans zeer opgeruimd
en vrolijk, en misschien zijn zij daaraan ook het
genot eener zoo goede gezondheid grootelijks ver
schuldigd, die door de verandering van de verschil
lende luclits- of grondgesteldheid niets schijnt te
lijden, ten minste hebben zij op hun achttiende jaar,
in gezelschap van den Amerikaanschen Kapitein
Coffin hun vaderland verlaten, en sedert dien tijd
met het grootste gemak alle weers- en luchtsveran-
dering ondergaan. In alle landen waar zij gereisd
hebben waren zij het voorwerp der grootste nieuws
gierigheid, en zijn door tallooze personen bezocht
geworden, waarvan zij des te meer partij hebben
weten te trekken, dewijl zij sedert ruim drie jaar
geheel hunne eigene zaken doen, hunne eigene mees
ters zijn, en in het geheel van niemand ter wereld
afhangen. Zij zijn ook zeer beschaafd en wellevend,
lezen en schrijven Engelsch, hetgeen des te fraaijer
in hen is, omdat zij zonder de minste beschaving
genoten te hebben, op hun 18e jaar hun vaderland
hebben vaarwel gezegd, en nu alles wat zij weten en
kennen geheel aan zich zeiven hebbc.i 4 e danken.
Gaarne onderhouden zij zich ook met <Ie personen
die hen komen bezoeken, en weten zeer wellevend
met de dames om te gaan, die hen overal ook menig
vuldige visiten hebben gebracht, en voor welke hun
gezicht niets onaangenaams in zich heeft. Het
zoude echter moeijelijk zijn met beiden afzonderlijk
een gesprek over verschillende zaken, door twee
personen, te doen aanknoopen, omdat van jongs af
de rede tot beiden als tot één persoon altijd is gerigt
geworden. De loop hunner gedachten is zeer ver
schillend, beiden denken op hetzelfde oogenblik op
zeer verschillende zaken, maar het oordeel over de
zaken is doorgaans zeer gelijk. Wanneer de een eene
zaak beoordeelt, behoeft hij zijn oordeel aan zijnen
broeder naauwelijks mede te deelen, ook deze heeft,
door langen duur van tijd daaraan gewoon, de zaak
reeds uit hetzelfde oogpunt bijna beschouwd, en het
is ten gevolge hiervan ook niet te verwonderen, dat
zij zeldzaam een woord met elkander wisselen, en
nooit eenig geregeld discours met elkander voeren,
vooral ook omdat zij elkander niets nieuws weten te
vertellen, en zij in het minst geene geheimen voor
elkander hebben Men heeft meermalen gevraagd,
of de een eenige magt over den anderen bezat, maar
zij stellen zich zeiven zoo gelijk, dat zij beurtelings
elkanders begeerten volbrengen, zonder ooit daar
tegen het minste woord in te brengen, of er zelfs over
te denken, en hoewel het voornemen om liet een of
ander te doen niet bij beiden tegelijk opkomt, zoo
schijnt toch voor ons oog de uitvoering ééne te zijn.
Er doet zich echter gewoonlijk meer overeenkomst
opmerken in de handelingen des ligchaams dan in
die der ziel. De natuur namelijk doet hun hare be
hoeften meestal ter zelfder tijd gevoelen, zoodat
honger en dorst veelal door beiden tegelijk worden
ontwaard, hoewel de een echter iets meer gebruikt
dan de ander, en een van beiden niets geen voedsel
heeft van de spijzen door zijnen broeder genuttigd.
Zij hebben elkander ook nog nooit ééne minuut lang
zien slapen, want wanneer de eene inslaapt is dit ook
het geval met den anderen, en te gelijker tijd zijn zij
ook altijd gewoon wakker te worden, terwijl het ge
noegzaam is den eenen aan te raken, om beiden te
gelijk te doen ontwaken. Zij droomen echter niet
altijd tegelijk en beiden over zeer verschillende on
derwerpen. In het algemeen leven zij zeer matig,
houden er van om beiden dezelfde spijzen te gebrui
ken, hoewel dit niet noodzakelijk is, en slapen des
nachts meestal zeer gerust. Bij het eeten, hetwelk zij
op de Engelsche wijze doen, met vork en mes, ge
bruiken zij elk hunne twee handen, even zoo schrijven
zij beiden tegelijk met de regterliand, en wanneer
zij beiden schreven, zonder vooraf met elkander
afgesproken te hebben wat zij schrijven zouden, dan
zou zeer zeker het eene geschrift geheel iets anders
bevatten dan het andere. Zij houden gaarne van zich
eenige uitspanning te bezorgen, waarom zij veel,
vooral Engelsche Dichters lezen zij zijn groote lief
hebbers van het schaakspel, waarin zij het op eene
aanmerkelijke hoogte hebben gebragt. nimmer
spelen zij tegen elkander, hierin zouden zij geen ge
noegen vulden ook beminnen zij het rijden, zwem
men en jagen, wanneer zij beiden tegelijk een geweer
kunnen afschieten. Nimmer hebben zij nog een enkel
woord met elkander gekibbeld, en men weet niet wat
meer in hen te bewonderen, of hunne inschikkelijk
heid en toegevendheid, of hunne overeenstemming en
van zelve bewerkt wordende overeenkomst van wil
in doen en laten en wat men ook heeft verteld van
tweedragt, die tusschen hen zou geheerscht hebben,
hiervan betuigen zij zei ven niets te weten. Zij hebben
ruim 18 maanden door Engeland, en 5 jaar lang door
geheel Noord-Amerika gereisd, en zijn van daar in
October 1835 te Vouvres geland, van waar zij de reis
over Parijn, Brussel, Antwerpen, Rotterdam en 's llage
naar hier hebben voortgezet, terwijl zij plan hebben
om, na noch 2 of 3 jaar te hebben gereisd, naar hun
vaderland terug te kecren. Verschillende Genees-
lieeren hebben geredeneerd over de mogelijkheid of
onmogelijkheid eener scheiding tusschen hen, maar
zij zei ven vinden daartoe, buiten volstrekte nood
zakelijkheid. geene roeping, en het geneeskundig
resultaat heeft overal bijna eenstemmig de scheiding
onmogelijk verklaard, en doodelijk voor beiden
terwijl zij, die dezelve voor mogelijk hielden, nimmer
de verantwoordelijkheid van den uitslag op zich
hebben willen nemen, of de operatie beproeven, en
zeer waarschijnlijk is die scheiding vroeger ook nim
mer mogelijk geweest. Zij echter zijn te vreden in
hunnen toestand en kunnen niet overgaan tot eene
operatie, die waarschijnelijk beider dood ten gevolge,
zoude hebben.
IV. Het huwelijk der tweelingen
1 n een zonnige vlakte van den bondsstaat
Noord-Carolina, die deel uitmaakt van de
Vereenigde Staten van Amerika, ligt breed uitge
strekt een groot wit huis, een ranch. Rechts en links
van het witte gebouw staan stallen en schuren.
Op het groene grasveld voor het huis dartelen honden.
Een butler geeft een standje aan een neger, die daarna
met verdubbelden ijver het toebehooren van een
rijtuig bij den put afspoelt.
In dit huis wonen sedert het jaar 1843 twee vrij
gezellen, de heeren Chang en Eng. Sedert wij hen
leerden kennen zijn ze geheel veramerikaanscht.
Hun eenlettergrepige buitenlandsche namen hebben
zij afgelegd, en op eigen gezag hebben zij er een
Amerikaanschen achternaam voor in de plaats
genomen, namelijk den naam Bunkers. Op een
hunner reizen, waarbij zij zich als curiositeit lieten
bekijken en het geld voor 't. opscheppen hadden,
hebben zij in New York kennis gemaakt met een
zekeren heer Bunkers, die hun buitengewoon beviel
en met wien zij zeer vriendschappelijk hebben
omgegaan. Ter herinnering aan dezen man, en wijl
de naam Bunkers hun zoo fraai in de ooren klonk,
hebben zij dienzelfden naam voor eigen gebruik
gekozen.
Nu de tweelingen zich als landeigenaars gevestigd
hebben, leiden zij een leventje, dat hun zeer goed
bevalt. Zij hebben veel personeel, zij bezitten paarden
en een rijtuig, waarmee zij de streek plegen rond te
rijden, zij gaan op jacht en schieten de dieren des
velds en des wouds neer. Zij zwemmen in een vijver
nabij hun huis, zij visschen in een riviertje, dat de
streek Wilkes, waarin zij wonen, doorstroomt.
De avonden echter zijn moeilijk. Dan zitten zij op
een breede, makkelijke sofa, die de butler voor hen
heeft laten vervaardigen. De stille, kalme Eng leest
graag hij heeft zeer veel boeken laten komen en
daar zelfs een aparte kamer voor ingericht hij is
trotsch op zijn bibliotheek dat bezit rangschikt
hem onder de voorname en ontwikkelde Amerikanen.
Eng is weetgierig, en hij heeft een mooi stuk van de
wereld gezien Engeland, Frankrijk, België,
Holland, Canada en de Vereenigde Staten, en zijn
vaderland niet te vergeten en hij heeft met ontel
bare menschen kennis gemaakt hij heeft dus een
goeden grondslag bij zijn streven, zich een beeld te
vormen van de wereld en van de wereld
gebeurtenissen
Zijn broer Chang deelt deze belangstelling niet.
Chang is, in tegenstelling met Eng, een onrustig,
ietwat opvliegend man hij heeft zich geen biblio
theek aangeschaft integendeelhij heeft in dit
eigenaardige witte huis een café voor zichzelf laten
inrichten.
De gebroeders hebben de beschikbare vertrekken
al naar hun neigingen samen gedeeld. Gelijkvloers,
bij de veranda aansluitend, vindt men de gemeen
schappelijke groote huiskamer, met sofa's in alle
hoeken. Rechts van dit vertrek is Eng's bibliotheek,
zijn liefste verblijflinks van de huiskamer ligt
Chang's liefste plekje, de gelagkamer. Daar staan
buffetten vol flesschen en glazen daar hangen
vreemde opgezette dieren van de zoldering neer,
vogels, krokodillen en apen daar glimmen langs
de muren schermdegens en krissen.
Word! vervolgd.
De kapitein sprong op en sloeg met zijn vu isten op tafel.