m f 23 ZIJ EN HAAR LIJFWACHT absoluut niets aan kunt doen. Hij ging naar de lade van zijn bureau, waarin hij zijn verzameling por tretten van Ariadne Joyce bewaard had, en wierp die in de prullenmand. Vervolgens liep hij naar het raam en keek uit over de herfstwereld. Er klon ken kreten in zijn ooren. T weeën twin tig j onge man nen waren verwikkeld in een lichamelijken strijd, waarvan Hadrian zelfs den aanblik niet velen kon. De wildheid van het voetbalspel deed hem duizelen. Toen ging hij zitten op zijn ouden stoel en hij drukte koude klanime palmen tegen ;ljn slapen. Vlak Onder zijn oog stond de prullemand, en boven aan in de mand lag een krantenportret van juffrouw Joyce, met haar gezicht naar beneden. Maar en hier komt steelsgewijs de vinger des lots naar het verborgen knopje tasten op den rug stonden woorden gedrukt, en die woorden grepen zijn blik en hielden zijn aandacht vast MAN OF MUIS WAT ZIJT GIJ I ZIJT GIJ EEN KALF OF EEN LEEUW VREEZEN EN RESPECTEEREN UW KEN NISSEN U OF LACHEN ZIJ SMALEND, ALS GII DE KAMER BINNENKOMT Hierop volgde het portret van een jongem'.n, dio fier rechtop stond, kin omhoog, oogen vuur stralend, terwijl een heele zaal vol mensehen voor he n kroop. De tekst vervolgde Het gezelschap verbaasde zich. toen John Smith het beheerschte met de kracht zijner persoonlijkheid. Hij was een zwakkeling geweest. Meisjes giechelden om zijn lafheid. Mannen lachten achter hun handen. Maar toen eensklaps gebeurde er iets. John Smith, de muis, het kalf, toonde zich plotseling een man van kracht, met een ijzeren wil, een man, die wist wat hij wilde, en het dééd. Geen muis meer, doch een held. Zooals een zwakkeling gelijk John een heerseher kon worden, zoo ook u. SCHRIJF NOG HEDEN Voor 1 dollar ontvangt u het boekje, waarin het geheim u ontsluierd wordt. MAN OF MUIS. Schrijf er nog heden om en leer te worden, wat u niet bent. U kunt zijn, wat u wenscht te zijn. Voor slechts Één Dollar. N.V. KARAKTERBOUW NEW YORK 1223 Bankgebouw NEW YORK. Hadrian greep het stuk papier. Andermaal las hij de woorden van hoop, hij las ze driemaal, vier maal. Toen, snel besluitend als hij nog nooit gedaan had. ging naar zijn bureau, schreef een brief aan N.V. Karakterbouw, bekende zijn tekort, sloot een briefje van een dollar in, en verzocht, een exemplaar van het boekje te mogen ontvangen, MUIS OF MAN. Zijn besluit droeg hem naar de brievenbus, waar hij zijn brief in liet vallen. Dan keerde hij terug naar zijn kamer. Zijn eerste daad was, naar zijn prullen mand te stappen, er alle portretten van Ariadne Joyce uit te visschen en ze zorgvuldig weer in zijn bureau te bergen. Dit gedaan hebbende, zette hij zich op het ver schoten trijp van zijn stoel en genoot hij dat zoetste van alle gevoelens, de plotselinge, de onverwachte V-~.' geboorte der hoop. Als John Smith inderdaad een held had kunnen worden, waarom dan Hadrian Pink niet 1 TWEEDE HOOFDSTUK DE heer Michael Peck was een krachtige persoon lijkheid. Toen hij de studeerkamer van Hadrian Pink betrad in gezelschap van zijn zoon, Algernon Swinburne Peck, knetterde het plotseling in het vertrek van geheimzinnige dyna mische krachten. Hij deed niet mee met de kaalhoofdigheidsge woonte van oudere heeren, maar klemde zich koppig aan ieder haar vast, en hij droeg ze stijf en strak, ieder haar in de houding staande en broese, zeggen onze Fransche broeders. „Geen mensch," barstte hij los, zonder de inleiding van een beleefden groet, „heeft iets in zijn hersens weten te krijgen behalve u „Jawel, meneer," antwoordde Hadrian bedeesd. „En ik snap nog niet, hoe u 't gedaan hebt gekregen," blafte de heer Peck. „Och, pa," zei Algernon droefgeestig. „Moet je hem zien Moet je hem aankijken Zoo groot als de olifant van Barnum en zoo sterk als een koppel buffels. Dat krijg je," zei hij niet zeer logisch, vond Hadrian „als je gedichten leest." „Maar, meneer Peck," zei Hadrian ineenkrimpend, „hij leest geen gedichten. Ik heb hem nog nooit met een verzenboek in zijn handen gezien. Ik durf zelfs beweren, dat men hem heelemaal zelden met een boek in zijn handen ziet." „Hij Hij denkt, dat poëzie een soort kaas is. Ik heb 't over zijn moeder. Diè heeft verzen gelezen. Zij heeft hem gebrandmerkt." „O," zei Hadrian, verschrikt en verbaasd, „erfe lijk belast, bedoelt u Hij zocht het verband en kon het niet vinden. Wélke neiging Algernon van zijn moeder geërfd mocht hebben, poëtische neigingen schenen het niet te zijn. „Bin ik niet de beste voetballer in Amerika, pa Zeg nou es op." Algernon," zei Hadrian, zachtzinnig berispend. „Zeg u nou zelf," verbeterde Algernon verward. „Zegt u nu zelf," wees Hadrian hem terecht. „Ik zou je danken, om zoo te praten, en me door iedereen te laten uitlachen. Maar, pa, krijg ik m'n naam en m'n portret niet in alle kranten Vinden ze me niet den besten rechtsbuiten, dien ze gekeild hebben, Grantlaud Rice en Gallico en alle schrijvers Zeg u nou zelf." „Maar je kunt niet eeuwig rechtsbuiten blijven spelen," zei zijn vader. „In Juni promoveer je hopen we. Pinky heeft je tot nu toe op gang weten te houden. Maar wat moeten we dün Hè Nou f Kunt u hem er door sleepen, Pinky Hadrian nam het verkleinwoord niet kwalijk. Hij was er aan gewénd. Pinky genoemd te worden iedereen deed het. „Ik. ik denk wel, dat 't gaan zal," zei hij. „En dan krijgt hij een diploma, waar opstaat, dat hij geleerd is." „Jawel, meneer Peck." „En is hij dat t" „Ik kan niet zeggen, dat uw zoon een erg sterk geheugen heeft. Uit proefnemingen is mij gebleken, dat achtenveertig uur de uiterste grens is. Ik bedoel ditik kan hem klaarmaken voor 't college morgen, of voor een examen morgen. Maar vierentwintig uur later is zijn kennis zeer gehavend, om niet te zeggen verdwenen." „Jawel," zei meneer Peck, „maar ik wou eigen lijk eens met u overleggen, wat er van hem te maken zou zijn. LT gaat nu vier jaar dagelijks met hem om. Hebt u aanleg voor 't een of ander ontdekt Tegen den tijd, dat ik uitstap, ligt er drie of vier millioen voor hem klaar. Dus V' Hadrian keek met een schichtigen blik naar zijn pupil. „Eli. Een man," zei hij, juffrouw Joce's woor den aanhalend, „moet vóór alles een gentleman zijn, met, alle charme en tact en beschaving, die dat woord uitdrukt. Hij hoeft niet knap te zijn, maar hij moet een intelligent voorkomen hebben, en zijn aangezicht moet karaktervastheid uitdrukken. Hij moet iemand zijn, waar ik respect voor kan hebben. Hij moet begaafd zijn. Hij moet iets tot stand hebben gebracht. Hij moet door zijn persoonlijkheid in ieder gezelschap op den voorgrond treden. Eli.... IJzeren wil. Goedhartigheid. Willen vechten. Geen lafheid." Meneer Peck had zjjn oogen half toegeknepen. „Je denkt toch zeker niet,dat je Algernon beschrijft?" „Van de genoemde eigenschappen," antwoordde Hadrian, „bezit hij althans de laatste twee." „Als je bedoelt, dat ie bokser moet worden." zei meneer Peck, „dan zeg ik merci." „Ja, meneer," zei Pink onderdanig. Meneer Peck werd aanmatigend. Hij keek Hadrian nijdig aan. Ziju koude blauwe oogen boorden in den jongen man, tot die huiverde. „Je helpt zeker nog andere studenten." „Ja, meneer." „Laat die schieten." „Ik eh.pardon. ..Laat ze schieten. Weg t'r mee. Wijd je aan één ding. Van nu af," beval meneer Peck, „besteed je al je tijd aan mijn zoon. Gesnapt Al je tijd." Vervolg op pag. 34.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23