CyVfeer van kleurenpracht
en zonneschijn
Aan de Tremezzina, de
streek ter weerszijden van
Oadenabbia, waar palmen,
agaven, bamboeplanten en
andere tropische en sub
tropische planten zich tus-
schen het eeuwige groen
zonnen, heerscht steeds du
rende lente. De Tremez
zina, gezien van de villa
Serbeüoni te BeUagio.
Per auto langs een
Noord-I taliaansch
meer
WIJ hadden het wonder
van den St. Gotthardt
beleefd, het wonder, dat
de trein u in een korte
spanne tijds van tunnelduister weg
voert uit een Noordsche wereld
naar het Zuiden van zonlicht, van
lachende kleuren en van herinne
ringen aan een grootsch verleden.
Het donker van den tunnelnacht was plotseling
gevallen over het woest» berglandschap, dat
Noordsch was, met zijn Allemannische, zwaar-
bedaakte huizen, zijn wijnstokken en zijn breed
geschouderde, gedrongen Allemannische menschen.
Doch even plotseling was het zonlicht wedergekeerd,
het zonlicht, dat thans over het Latijnsche Zuiden
scheendat straalde op kleurige gebouwen, op
horizontale wijnranken, die over cyclopische muur
tjes hingen, en op menschen van tengerder bouw.
Zoo spoorden wij verder door het land van Tessino
staatkundig Zwitsersch, maar Italiaansch van
karakter tot even over de grens het doel bereikt
was.
Como Como en zijn meer.
Daar lag dan de stad, een amphitheater van
blapke huizen en steenrood geribde daken, Como
aan zijn meer, dat nauw ingesloten ligt tusschen
het kroezende groen van zijn bergen.
Lichtendwitte dorpjes, die rondom zich strekken
langs de oevers, welke smal zijn, of hangen ter halver
hoogte van de als coulissen langs
elkaar geschoven bergen. In het
blauwgroene water weerspiegelen
zich de villa's van de grooten der
laatste eeuwen, stijlvolle bouw
werken, verheven en als vroom
mediteerend in een paradijs van
zonlicht en mystieke schaduw
partijen.
Wij zagen elkander aan, twee
reisgenooten uit het Noorden, wier
oogen gewend zijn aan den verren
horizon en aan de gewasschen
aquarel-kleuren van een land
van wind en regen.
„Hoe kan een mensch zich hiér ongelukkig ge
voelen Wij zeiden het tegelijkertijd, uit den
grond van ons hart.
En toen gingen we naar het Lido, om ons onder
te dompelen in het heerlijke water van het meer,
om ons nóg meer een te gevoelen met zoo'n gebene
dijde omgeving.
Como is knus en Como is grootsch!
Het is er gezellig flaneeren in de nauwe straten,
waar schaduw is, terwijl de toppen der huizen lichten
in fel zonlicht. Het is er gezellig zitten op een der
vele café-terrassen aan het groote plein, dat op het
meer uitziet, Piazza Cavour, hét trefpunt van de
Van de bergen ter hoogte van Oernobbio, het plaatsje,
waar de wereldberoemde ViUa d' Este ligt, heeft men
dit uitziekt op het meer, met de stad Como op den
achtergrond. Duidelijk zien wij hier, hoe de bergen
om Como de laatste uitloopers der Alpen vormen en
achter hen de wijde Lonbbardysche laagvlakte begint.
Comasken. En het is of
de tijd er stilstaat.
Hier hadden eens de
oude Romeinen hunne
zomerpaleizen langs het
meer, dat zij Larius -
Lacus noemden - „Larie"
noemt de moderne Ita
liaan het, want ondanks
het feit, dat hij een kilo
metervreter is, heeft hij
zijn liefde voor een groot
verleden behouden.
Geen wonder Zie den
Dom en wees onderden
indruk van een bouw
werk, dat in drie eeuwen
tot stand kwam en dat,
ondanks alle bouwstijlen,
die opeenvolgende ge
slachten toepasten, ge
worden is tot één geheel
van ingetogen schoonheid.
Geen wonder, die liefde
voor het verleden. Werden
niet in Como Plinius de
Jongere, de natuurkun
dige, geboren en Alexan
der Volta, de vader der
moderne electro-techniek
Het is een merkwaardige man, die ons rondleidt
in het ronde gebouw aan het meer, dat voor luttele
jaren werd opgericht ter eere van den grooten burger
Volta.
Iets van Liszt heeft hij, de kleine, enthousiaste
man, die ons in dien Tempio Voltiano, den Tempel
van Volta, rondleidt en druk gesticuleerend alle
relikwieën toont, die aan Volta herinneren de van
likeurglaasjes gemaakte batterijen, de kikkerpootjes,
de eerste Volta'sche zuil, de eleetroforen en electros-
eopen en al dat wonderlijks, dat in het brein van een
groot pionier der wetenschap voor bijna anderhalve
eeuw ontstond.
„Olandesi!" Hollanders. Dank zij een opge
vangen uitroep van verbazing heeft hij ons geclassifi
ceerd, de kleine Liszt, die ons zoo in vervoering over
Volta vertellen kan. En dan spreekt hij ons over de
groote mannen van het kleine landje aan de zee,
over Musschenbroek, alsof hij hem gekend heeft,
en laat ons in het bezoekersalbum de handteekenin-
gen zien van eenige der geleerdste Nederlanders van
onzen tijd.
Wie had gedacht, dat we in Como met bewondering