Rijk is het witmarmeren beeldhouwwerk van den Dom, geinige deze opname van een hoekje aan een der ingangen. zouden hooien spreken over Mussehenbroek, den in ons land bijna onbekenden geleerde Omhoog brengt ons de chauffeur, die als alle achter het stuur zittende Italianen slechts één tempo kent, vol gas Wij rijden langs een lange allee van ranke cypressen, waarvan elke stam een naam draagt, een naam van een der in den wereldoorlog gevallen zonen van de stad. Slank verheffen zij zich naar den blauwen hemel, deze boomen, en hun eindelooze rij is als een aandoenlijk symbool van herrijzenis. Viale della Rimembranza de laan der nagedachtenis. Wanneer wij boven zijn, zien we van de hoogte van San Fermo della Battaglia neer op de stad en op het meer, dat thans blauw daar beneden zich in De charme van Piazza Cavour, „het" plein van Como, is dat de vierde zijde gevormd wordt door het prachtige panorama van het meer met zijn bergen, zijn vriendelijke dorpjes en zijn statige villa's. grillige vormen afteekent tnsschen de bergen. Hierboven heeft Gari baldi in een zijner eerste pogingen Italië van Oos tenrijk te bevrijden en tot een onafhankelijke na tionale eenheid te maken, de Oostenrijkers versla gen, vandaar dat het nest San Fermo sedertdien den trotschen bijnaam „della Battaglia" draagt. Het is ter onderscheiding van an dere San Fermo's gewor den tot het „San Fermo van den Veldslag". We razen weer door het land, berg op, berg af de wind trekt aan onze haren en suist ons in de ooren AvantiEen auto is nu eenmaal een ding om mee te racen. Haarspeld bochten nu eens ligt het ravijn links, dan weer rechts, en in de bochten hoor en zie je steenslag van den weg door de ach terwielen naar beneden schieten, naar de diepte ver omlaag. Fa nienteWe zitten in een auto en dus hebben we haast, razende haast. Door dorpjes gaat het, waar het goed zou doen te verwijlen en te droomen. Maar wij moeten racen, zoo uil het de chauffeur en wij laten ons racen, omdat je je nu eenmaal zoo heerlijk zorgeloos voelt onder zoo'n hemel. Een paar ossen met majestueus-groote horens trekt statig-droomend een ploeg door het veld. Hun kastanjebruine lichamen glinsteren in de zon. Een halfnaakt kind zit op het kouter en de man achter den ploeg praat met zijn bambino, terwijl de ossen langzaam voortstappen. Een boerenkind, met een grootoogigen krullekop, fijn van bouw als de marmeren putti der antieken. Grandioos zijn de in vroegere eeuwen door vorsten, edelen en patriciërs hier gebouwde villa's ingericht. Dat elk detail tot een meesterwerk van kunst werd gemaakt, bewijst deze opname van de gebeeldhouwde balustrade van het terras der Villa Arconati. Het gaat langzaam den hoek van een smal dorps straatje om, waar een meisje op haar zoccoli trippelt, op de coquet klipklappende houten muiltjes. „Een aardig kind denken we en kijken er graag naar. „Ah Che bella ragazzalacht de chauffeur haar toe met al zijn witte tanden. En de ragazza lacht terug, omdat ze het complimentje graag aan vaardt en roept ons na „Ciao Ciao, het „Daag!" van deze streken. „Harken zijn we toch bromt Vlasblond naast me. „We hebben alle drie gedacht wat een aardig kind is datDe Italiaan zegt het haar vol enthousiaste bewondering, maar wij, die thuis geleerd hebben, dat zoo iets niet „netjes" is, houden onze kiezen op elkaar en doen alsof we niets gezien hebben." Italië ligt aan onze voeten, want we staan bij Erba op den uitersten uitlooper van de Alpen en zien de Lombardijsche laagvlakte beneden ons liggen, hier en daar dampend als de flank van een geweldig lastdier. Wijdsch is het uitzicht over die vlakte, omdat wij zoo hoog staan en de horizon zoo ongewoon ver is. Aan. onze voeten blinken de meren van Alserio, van Pusiano en van Annona en verderop naar links nog het Lago di Garlate als uitlooper van het rechter been van het meer van Como, dat den vorm heeft van de Grieksche letter lambda een omgekeerde vork met twee tanden. Wat moet er in de „barbaren", die oudtijds het decadente Romeinsehe rijk van het Noorden binnen vielen, omgegaan zijn, toen ze tot hier gekomen waren en het land zóó voor zich zagen liggen. Ja, Erba stemt hem, die het heimwee naar vervlogen tijden kent, tot peinzen al is hij dan ook per hypermodernen auto den prachtigen weg, die de podesta, de burgemeester van het plaatsje, naar omhoog liet aanleggen, opgedaverd. De Dom te Como, een meesterwerk van Noord- Italiaansehe architectuur, waaraan drie eeuwen lang gebouwd werd. Links de toren en het gebouw van het „Broletto"het middeleeuwsche stadhuis, dat thans echter als zoodanig geen dienst meer doet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 7