Bellagia met zijn heerlijke
ViUa Serbelloni en zijn
pineta,een uitgestrekt jrijn-
boomenbosch, vormt het
uiterste landpunt, daar waar
het meer zich in drie lang
gerekte armen splitst. Op
den achtergrond zien wij
hoe de noordelijkste arm
van het meer ten slotte tus-
schen de bergencoulissen
schuil gaat.
rijzen. De stilte is volko
men hier onder het groene
tongewelf, waar men den
adem inhoudt, om de rust
van deze kerk der natuur
niet te verstoren.
Ter hoogte van Isola Comacina, het eilandje dat
Italië uit bewondering indertijd wijlen koning Albert,
van België schonkligt het kerkje van Ospedaletto
met zijn prachtige campanile, een klokketoren, die uit
de elfde eeuw dafeert.
Mystieke stilte heerscta het groene ravijn met de
Australische reuzenvarens van het park der parken,
dat bij Villa Garlotta behoort.
Bellagio een naam als een liefkoozing.
Maar het dorp, dat hem draagt, is den naam
wel waardig, zooals het daar ligt op de uiterste
landtong tusschen de twee onderste zijtakken van
het meer.
Een statig palazzo, de Villa Serbelloni, thans
een stijlvol ingericht hotel, met een sprookjestuin,
vanwaar men over den Noordelijken arm van
het meer ziet. Gelukkig zijn zij, die hier ver
wijlen kunnen onder palmen en cypressen te
midden van de bloemenpracht, en die het
koele, mystieke duister kunnen opzoeken van de
pineta, het uitgestrekte pijnboomenbosch, waar
de lucht prikkelend is en van harsgeuren be
zwangerd.
Vlasblond staat iets te krabbelen op een blocnote.
Hoe heeft hij er trek in Een roodbruine vischvalk
met langen, gevorkten staart maakt zijn capriolen
in de lucht. Overal zie je ze hier aan het meer, die
rappe, bruine vischjagers.
Aan den overkant fonkelen de huizen der Tremez-
zina in het zonlicht.
„Dit is een omgeving, waarnaar we steeds heimwee
zullen krijgen voorspel ik Vlasblond.
Hij kijkt me even lachend aan en houdt me dan
zijn blocnote voor dezelfde trieste voorspelling had
hij zoojuist op zijn papier staan krabbelen.
De Engelschen, die zonaanbidders bij uitnemend
heid, zijn waarlijk zoo gek nog niet, dat zij zoo'n
voorkeur toonen voor de streek, die Tremezzina
heet, maar die in werkelijkheid het land is van de
eeuwige lente.
Wanneer het winter is en aan den overkant, aan de
schaduwzijde van het meer, een gure wind kan blazen,
is het zonnig en warm en groen hier in de Tremez
zina, als behoorde het tot een ander werelddeel.
Daarom zijn er steeds die Engelschen te vinden,
die levenskunstenaars met hun groote liefde voor de
zon, en met hun flair, om zich overal te nestelen,
waar het goed is te leven.
Tropisch is de plantengroei hier. Kom maar mee
naar de Villa Carlotta, dat heerlijke paleis, dat eens
aan een Pruisische prinses behoorde, doch thans
staats-eigendom is.
Hier is het park der parken Niet om zijn camelia's
en jasmijn, het eigenaardige Japansche gras en de
oleanders en magnolia's. Neen, hier zijn andere din
gen te zienChineesche bamboehagen, kamfer -
boomen, de geweldige kóningspalmen uit Chili,
Australische eucalypti met sneeuwwitte stammen,
grillige lianen gelijk verstarde reuzenslangen. Alles
tot een wonderpark van kleuren en aroma's, van
lichteffecten en schaduwgrotten bijeengevoegd.
We staan plotseling voor een klein ravijn, dat als
een amphitheater van groen ligt onder hooge boom
gewelven.
„Australische reuzenvarens," zegt de tuinman,
die ons rondleidt en hij wijst op de machtige waaiers
van varens, die hier op dikke stammen uit den grond
Voor een achtergrond van donker geboomte en grillige
rotsreliëjs strekt zich het blanke, voornaam-eenvoudige
bouwwerk der villa PUniana uit, met zijn omrankten
steenen landingsteiger.
De avondklokken luiden
langs het meer en van
overal komt het gezang
der slanke torentjes, waar
omheen de huizen zoo in
nig genesteld liggen. Ons
klinkt het als een afscheid,
want morgen gaan we weer
terug naar het Noorden.
Nog klampen we ons als
het ware vast aan de heer
lijkheden van den tuin
van Eden, die het park
van de Villa d'Este is.
Zij, die zoo'n bouwwerk
op deze plaats lieten zetten en er een park als dit
is om lieten aanleggen, zij moeten wel een hyper -
geraffineerden smaak gehad hebben. Maar laten we
hun dankbaar zijn, wijl ze ons iets nalieten, welks
aanschouwing een onvergetelijke belevenis is.
Nu voelen we de reis door den Gottliardt als een
anticlimax, en Zwitserland lijkt nuchter en kil. Geluk -
kig maar, dat onze oogen nog vol zijn van alles wat
we zagen aan de oevers van Lario, het wondere meer.
En als de beelden meer en meer verflauwen, dan
rest ons nog steeds de herinnering de herinnering
en.de vaste wil tot een wederzien.
Arrivederci, Lario HEINEN.