SSINIF
door L. M
HOE IK ABE
Een winkelstraat in Aiilig Abei
vervaardigde hutten, vaam* hoof
hooper wachten. Geplamd zijn
veer 80 cents, vormen een flinke vraclit voor een rou
dier.
Daar uitsluitend dit gemunt geld door de Ahessinië
in betaling wordt genomen, bestaat een deel van de rei
bagage steeds uit een kist of kisten of misschii
wel een zak met thalers, piasters en tamons. Piasters
tamons, waarin de thaler onderverdeeld is, vertege
woordigen, al naargelang men verder het land in reist,
een steeds grootere waarde m.a.w. hoe verder men
van Addis Abeba verwijdert, des te minder piasters en
tamons men voor een thaler gewisseld krijgt. 4
Nog vreemder dan de thalerkaravanen doen de files
van dragers, die gegalvaniseerd ijzeren platen op hun
hoofd balanceeren, aan. Die ijzeren platen worden door
de Europeesche en Aziatische handelaars in het binnen
land gebruikt voor den bouw hunner huizen en loodsen.
Reeds op verren afstand ziet men de platen op de
hoofden der dragers in het zonlicht schitteren, en het
duurt soms uren, voordat de lange rij van torsende
mannen u eindelijk voorbijgaat.
Het gegalvaniseerde plaatijzer kan lastdieren ni
worden toevertrouwd, want de nauwe passages tusschj
de rotsen en de ongelijkheid van den bodem zouden
spoedig de oorzaak zijn van het tot onbruikbaarheid
deuken van het dunne materiaal. Doch de menschehj
drager brengt het veilig over alle hindernissen heen.
Dan ontmoetten wij ook zoo nu en dan eenzame bri)
dragers, snelvoetige koeriers, die in het gespleten u
einde van hun stok den hun toevertrouwden brief m<
voerden.
Zij verhuren zich gelijk elke andere knecht of bedienr
doch voor hun betrouwbaarheid moet gewoonlijk ei
derde persoon borg staan. Hun taak bestaat uit h
brengen der brieven naar het postkantoor te Addis
Abeba, het eenige in heel Ahessinië, en in het verzamelen
en terugbrengen van de voor hun opdrachtgever aldaar
binnengekomen poststukken.
Uit den aard der zaak is dit systeem van postver-
ndeu zeer kostbaar. Iemand, die op een afstand A
zenden zeer kostbaar. Iemand, die op
tiet einde der hoofdstraat van Addis Abeba komt ais alle andere straten plotseling op
de eucalyptusbosschen uit. Op den achtergrond de toppen van het onherbergzame berg
land, dat in de onmiddellijke nabijheid van de Abessijnsche hoofdstad hoog oprijst.
Met dit artikel openen wij een reeks van impressies, welke de vermaarde
Engelsche journalist L. M. Nesbitt gedurende zijn jarenlang verblijf in
Etiopië opdeed. Deze helaas bij de vliegramp met »De Gaak in
Zwitserland om het leven gekomen reporter beschreef zijne ervaringen,
in het Zwarte Keizerrijk opgedaan, in »Desert and Forest«, het boek, dat
met recht beschouwd mag worden, het standaardwerk op dit gebied te zijn.
VAN Khartoem had ik den Blau
wen Nijl stroomopwaarts ge
volgd en was, al klimmende
van plateau tot plateau, Etiopië
binnengekomen. Op de Abessijnsche
hoogvlakte in het Westen was ik toen
eenigen tijd bezig geweest met bodem
onderzoek in verband met zekere
delfstoffen, en toen ik mij van deze
taak gekweten had, besloot ik mij
naar Addis Abeba te begeven, naar
de hoofdstad van het rijk, die zoowat
650 kilometer verder het land in ligt.
Mijn reisgenoot was Alexander Fer-
mor, een prachtkerel, oud-kolonel bij
de Keizerlijke Russische garde-cava-
lerie, die, als zoovele andere Russen, gedwongen was
in den vreemde een bestaan te zoeken en die nu een
aanstelling wilde trachten te krijgen als officier in het
Abessijnsche leger.
Op 3 December begonnen wij onzen tocht met zeven
tien dragers uit 't Walega-district, die elk den hun toe
gewezen last van ongeveer 17 Kilo op hun hoofd droegen.
Deze wijze van reizen is in dat gebied verreweg de snel
ste, daar zulke dragers in dergelijk terrein tweemaal zoo
snel vooruitkomen als lastdieren. Die kerels klauteren
bijna overal bjj, volgen steeds den kortsten weg en
nemen terreinhindernissen, die voor muilezels en kamee-
len onoverkomelijk zouden zijn.
Slechts een klein gedeelte dezer dragers bereikte Addis
Abeba, want velen vielen onderweg door uitputting uit
en werden dan door nieuwe huurlingen vervangen, die
we ond»weg oppikten.
Zoo onbegaanbaar was het rots
achtige pad, dat de paarden, die
Fermor en ik bereden, reeds na wei
nige dagen onberijdbaar waren en we
van een karavaan, die we ontmoetten,
andere paarden kochten. Doch ook
deze hielden het niet lang uit, van
daar dat ik de laatste dagen van
onze reis genoodzaakt was te voet te
gaan.
Dit wilde gebied is zeer dun be
volkt en de dorpjes liggen op grooteu
afstand van elkaar. Zoo nu en dan
ontmoetten we een karavaan, die
Europeesche goederen naar 't binnen
land bracht, of wel koffie en huiden
naar de hoofdstad vervoerde, vanwaar deze producten
dan via Djiboeti naar Europa worden uitgevoerd.
Zeldzamer dan deze karavanen kwamen de door
gewapende mannen bewaakte rijtjes muilezels voor,
waarvan elk dier twee kistjes droeg. Dat waren dan de
thaler-karavanen, zendingen zilveren thalers, die in
Weenen voor het Abessijnsche rijk worden gemunt.
Elk dezer nieuw aangemunte zilverstukken draagt
het jaartal 1780 benevens het portret, de lijfspreuk en
het wapen van Keizerin Maria Theresia. Aldus wordt de
nagedachtenis dezer in haar eigen land bijna vergeten
Europeesche heerscheres nog steeds geëerd op het be
talingsmiddel van een natie van zwarten.
Dat deel der Abessiniërs, dat tot de Koptisclie Chris
tenen behoort, ziet in haar borstbeeld op de thalers het
beeld van de Heilige Maagd. Tweeduizend dezer thalers,
die elk bijna 28 gram wegen bij een waarde van onge-
Wijlen L. M. Nesbitt.