bij de ^Papoea's van
odpieuw Guinea
M'
De lakatoi vliegen voort
over het water van de baai.
Z E IL S P O R T
[EER dan ooit gedurende de drie eeuwen, dat de helft van dit enorme eiland van
de Stille Zuidzee zich in Nederlandsch bezit bevond, is ons volk in de laatste
jaren in Nieuw Guinea belang gaan stellen. Het Nederlandsche gedeelte, bijna zoo
groot als Duitschland, en bevolkt door nog geen 200.000 inlanders, ligt nog practisch
geheel onverkend, zijn rijke welvaartsbronnen ongeëxploiteerd. Van den eenen kant
wint een beweging veld, die dit practisch onbevolkte gebied voor uitsluitend blanke
kolonisatie reserveeren wil. Van den anderen kant beginnen de internationale petroleum-
ondernemingen zich voor dit nieuwe terrein te interesseeren en ten behoeve daarvan
vertrok dezer dagen een expeditie van Nederlandsche vliegers en deskundigen naar
dezen uithoek van onzen Oost-Indischen Archipel, teneinde dit onbekende gebied in
kaart te brengen. Het bijgaande artikel geeft ons een aardige schildering van een
sportieve feestelijkheid in een nederzetting van Papoea's, die het voornaamste element
in de bevolking vormen.
JUIST als er vreemde bezoekers zijn, wordt graag
de gelegenheid aangegrepen om een lakatoi -
race te houden een zeilwedstrijd met de
Papoea-kano's, die een onvergetelijk sportief
evenement blijft voor ieder watersport-enthousiast-,
die zich tegen een behoorlijk tarief een plaatsje in
een der booten heeft weten te verzekeren.
De lakatoi is een ruw-uitgehold blok hout, zooiets
als een ouderwetsche varkenstrog. Die trog is on
geveer vijfenzeventig centimeter diep en veertig
tot vijftig centimeter breed. De lengte is heel ver
schillend, maar de grootste exemplaren zijn wel
twaalf tot vijftien meter lang de beide uiteinden
loopen zeer spits toe. Aan de boot, is een loefboom
bevestigd, een drijvende paal van ongeveer dertig
centimeter doorsnee, ook aan beide einden gepunt
en door een zestal stutten op een afstand van drie
a vier meter vastgehouden. Het vaartuig wordt
voortbewogen door een groot, rechthoekig zeil, dat
behalve aan den mast, wordt opgehouden door een
nog langere, schuine ra aan het benedeneind daar
van zijn «troppen en kabels verbonden, waarmee
eenigen van de zeilers inanoeuvreeren door ze te
vieren of in te halen. Er zijn vier breede, zware paddies
aan boord, waarmee voornamelijk gestuurd wordt en
waarmee de boot op den wind wordt gehouden.
De vijftien lakatoi wer
den zij aan zij gereed
gemaakt aan een inham
van het strand en heel de
bevolking stond langs den
oever toe te zien met in
haar midden de blanke
bezoekers, voorzoover die
niet mee in de booten
plaats namen. In mijn
boot, nr. 8, vond ik, be
halve de tien koppen van
de bemanning, een pas
getrouwd paartje uit Syd
ney en twee enthousiaste
jonge zeilers uit Brisbane.
Onmiddellijk na den
start, die plaats had onder
een oorverdoovend ge
schreeuw van de al dadelij k
opgewonden deelnemers,
bemerkten wij met ont
steltenis, dat onze boot,
de Viemauri, in de achter
hoede bleef. Maar een
maal onderwegontwikkel-
de onze kano een wonder
baarlijke snelheid en
liepen we aardig op de
anderen in.Wij wisten, dat
ons wel eens een douche
kon te wachten staan en ik
had daarom mijn oudste
reispakje aangetrokken.
Maar voor we honderd meters ver waren, wilde ik,
dat ik m'n badpak had aangedaanDe Pacific -
golven rolden aan als express-treinen en toen we
in open water kwamen, begon de pret eerst goed.
Ongeveer acht mijl was het parcours drie mijlen
zee-in, langs een eilandje heen en weer terug daarna,
de kustlijn van een baai langs en zoo naar onze
stoomboot, die daar middenin lag.
Voor ons, passagiers, bleef er van de omgeving
niets te zien. Wanneer we al een onderdeel van een
seconde op den top van een enorme golf balanceer
den, met den loefboom, spookachtig, vrij in de lucht
een oogenblik later gleden we weer af langs een
groenen, schuimenden waterval naar een diepte, die
ons tusschen meters-hooge muren van water in
gesloten hield. Dan werden we weer over een dier
muren heengesmeten om in een nieuwe diepte neer
te ploffen en een der watervallen over ons heen te
voelen sproeien. Hoe verder we kwamen, hoe hooger
de golven, hoe feller de wind, hoe dwazer de snelheid
van de lakatoi. Dan weer strekten de inlanders hun
lichamen uit over de stutten naar den loefboom
om kapseizen te voorkomen, dan weer dook ieder,
die de handen vrij had, in de boot, om haar aan den
anderen kant in evenwicht te houden. En aanhou
dend waren de twee jongsten bezig om met groot e
pudsen het water uit te lioozen maar trots al hun
energie stonden we nooit minder dan tot aan onze'
knieën in het water.
Een Papoea -dorp aan de Zuidkust van Nieuw -
Guinea: de huizen zijn boven het water gebouwd en
aan de zeezijde liggen de kano's, de lakatoi, gereed
in het water om te kunnen ontkomen bij een overvol
door vijandige stammen uit het binnenland.