- De Papoea's brengen hun kano in ge- De Pnkgtoi worden zij aan zij aan 't strand reedheid om deel te nemen aan de races. opgesteld voor den start van den wedstrijd. A« den wedsirijd vergast de stam ons op 'n feeste lijken dans. Een der ouderen stond op den loefboom, zich vasthoudend aan een touw aan den mast, wijdbeens en met gebogen knieën, als een acrobaat, die in een circus staande een paar galoppeerende paarden berijdt. Geen stortvloed en geen tuimeling van de boot kon hem deren en het loeiende water over stemde niet zijn luide bevelen schreeuwend dook hij onder en schreeuwend dook hij weer op zijn oogen onverstoorbaar in de verte gericht en on vermoeid instructies gevend voor 't behoud van den juisten koers. En heel de bemanning, tot het jonge vrouwtje uit. Sydney achter in de boot, haar man, die den mast omstrengeld hield, de jonge sportshii uit Brisbane, die op de stutten lagen uitgestrekt, allen gilden hun aanmoedigingen en adviezen, als verdwaasde supporters op een sportveld. Ik zelf de tijd scheen teruggedraaid, ik voelde mij weer éénentwintig, en zoo vaak ik adem vond (ik hen nooit sterk in duiken geweest) schreeuwde ik om het hardste mee. Op twee mijl uit de kust bemerkte ik, dat we tweede lagen met de overigen een halve mijl achter ons. Wij passeerden het eiland en scheerden rakelings langs ècn rif, dat het omgaf, en op dat oogenblik lagen we twee lengten bij onzen mededinger voor. Ik verwachtte nu, dat we een cirkel zouden be schrijven en terugkeeren. Maar plotseling wisselde de heele bemanning van plaats, het zeil werd om gegooid en weer bevestigd, en wat eerst boeg was, werd nu de achtersteven. In die kolkende zee, terwijl de kano over de golven heen en weer, op en neer gesmeten werd, was dat een adembenemende manoeuvre snelheid en handigheid waren onze eenige redding. Maar onze ontzaglijke vaart en het gevecht met storm en zee hadden blijkbaar te veel gevergd van den mast op het kritieke moment raakte die los en kwam onder een hoek van vijf enveertig graden over hoord te hangen. Het was een ontzenuwend mo ment de kano onbestuur baar, gebeukt en bedol ven door bergen van golven! Maar als ratels kletterden de luid ge schreeuwde aanwijzingen en adviezen en bevelen en protesten en waarlijk, daar schoof de mast weer O]) zijn plaats, het zeil richtte zich weer op, en voort stormden we weer Niet alle kano's waren zoo gelukkig één kapseisde er en haar bemanning moest door een meegevaren barkas van onze stoomboot gered worden, en verscheidene andere lakatoi werden buiten gevecht gesteld. Wij stormden weer terug naar land, en nu lagen er twee van de mededingers een beduidenden afstand vóór. Maar de man op den loefboom scheen vastbesloten, ze in te halen, of ons heele gammele boeltje naar den bodem van het water te jagen. Onze snelheid was ongeloofelijk. Op het eind van de eerste mijl terug hadden we al één van de mededingers ingehaald. Langzaamaan werd hier liet water kalmer en steeds doller werd onze vaart als hagel vlogen de waterdruppels ons links en rechts om de ooren. Wij naderden de baai en daar benam een hooge heuvel ons den wind. Maar onze stuurman had dat voorzien en wat verder uitgehouden dan onze voorligger. Wij hielden de wind een paar seconden langer dan hij en vingt hem weer een paar seconden eerder ook. Weer moesten wij keeren, en weer beleefden we een kritiek moment, maar nu passeerde er niets meer met onzen mast wij wonnen op dit laatste gedeelte van het parcours twee lengten op onzen tegen stander. De oude stuurman van den loefboom wrong mij uit als een vaatdoek, voor ik de lakatoi verliet. „Rama-hootah," riep hij, terwijl ik aan boord van onzen stoomer klom. „Rama-hootah riep ik terug. „Vaarwel - tot weerziensEn ik meende het, want toen ik aan (lek stapte, voelde ik me verjongd, naar lichaam en geest. Die kokende golven hadden niet alleen alle zorgen van jaren uit mij gewassclien en gespoeld zij hadden al mijn verloren krachten Ken der „De Iluvillund"-vliegtuigen ran tie N ie uit'- Gninea-ejrpeditietoegerust met een N.S.F.-t'hilips- zender en antvaug-apparaat. vernieuwd en de klok van mijn leven een kwart eeuw teruggedraaid. Als ik een oud man word, dan ga ik terug naar de Papoea's om er maanden te blijven. En eiken dag zal ik uitvaren met zoo'n primitieven troep zeelui in een lakatci. Om mijn jeugd te herwinnen uit de golven van den Pacific F. d'A.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 3