KUNSTSCHILDER WILLEM IMANDT mm Van Zeeuwsch-Vlaanderen via Oost-Indiê naar het land van Waes DEZE titel mag velen raadselachtig voor komen, maar aan de gekende waarheid mag toch niemand twijfelen In dit artikel zullen we echter de aardrijkskundige volg orde van het opschrift omkeeren, en dus beginnen met het zoete Waesland. Want 't is dhar, dat we den eminenten kunstenaar moesten gaan opzoeken. In de Statiestraat van het landelijke St. Gillis-Waes staat namelijk de mooie villa „Insulinde", naam die toch aan iets méér beantwoordt dan aan een exotische fantasie. .Want pas zijt ge binnengetreden, of een monsterachtige krokodil van zoowat zes meter verwelkomt u als gelooide voettapijt in de hall. „Een souveniertje," glimlacht de kunstschilder, „van mijn altijd niet even argelooze jachtpartijtjes in Nederlandse!)- Indië." Wanneer de eenvoudige gastheer dan hartelijk aan 't vertellen gaat van zooveel typische gebeur tenissen, die hij tijdens zijn 22-jarig verblijf in de tropen heeft meegemaakt, wanneer zijn ingehouden enthousiasme voor de majestatische Java-natuur stilaan loskomt, geraakt men ongemerkt maar onweerstaanbaar betooverd onder zijn boeiende evocaties van de schoonste streek der aarde, dien „gordel van smaragd" Java, Sumatra, Borneo, Celebes. Het dichterlijk woord van dezen fijnzinnigen kunstenaar staat evenwel volslagen machteloos tegenover de overweldigende natuurpracht van dit aardsch paradijs, hetwelk voor geen mondelinge beschrijving vatbaar is. Alleen het liefhebbend oog, het poëtisch gemoed en dè vaardige hand van dezen begenadigden kunstschilder, vermag dit paradijse lijk natuurschoon in al zijn grootsche majesteit vast te leggen, te heischeppen en voor te too veren. Daarom is Willem Imandt zwijgzaam geworden, als hij u brengt voor enkele van zijn groote doeken Staande voor dit schilderwerk past ons inderdaad niets anders dan een ontroerd bewonderend zwijgen. Gelijk op het toovertapijt uit de Oostersche sprook jes van Duizend-en-een-Nacht voeren ze ons met één ruk weg uit de grijze eentonigheid, de gestandar- diseerde eenvormigheid van onze al te beschaafde lage landen bij de zée. Ze voeren ons naar een onge kende tooverwereld van schitterend licht, van klank en kleurenweelde, naar bergtoppen in purpergloed, van waaruit men een gansch Chanaan kan overzien in serene harmonie van woud en zee bij zonnigen dag of iluisterstillen avond. Deze schilder werken,van een zuiver classicisme met een beetje eeuwige romantiek, zijn als een open venster op een levend landschap, er gaat als een statige muziek van uit. en zijn als de verwezenlijking van Baudelaire's verzuchting in zijn „Invitation au voyage" „La, De kunstenaar (x) op bezoek bij den waarnemingspost van den Krakata-u. tout n'est qu'ordre et beauté, luxe, calme et volupté" Het is niet te veel gezegd, dat Imandt werken heeft geschilderd, welke op een eereplaats in de musea verdienen te hangen, gelijk zijn marine „De schildpaddenbaai", zijn Rijstveld in middag zon, zijn Avond in het gebergte e.a. Zonder haast en zonder rust gaat deze artist- toovenaar maar voort met schilderen, om, aan de hand van honderden meegebrachte schetsen, zijn heimweeïge artistieke tweespalt te overbruggen. Eenmaal aan den arbeid op zijn atelier, wordt hij door zijn verbeelding als getransposeerd in het licht en de atmosfeer van het Oost-Indische landschap, waar hij in den geest zoo graag verwijlt en omzwerft. Vanuit het Waesland schildert hij op verren afstand wouden en bergen op Java, een krachtprestatie, die hij kan leveren omdat zijn kunstenaarsgemoed nog altijd ginder verre leeft. In tegenstelling met veel andere tropische schil ders behandelt Imandt uitsluitend landschappen en marines, hij blijft uitsluitend bij de natuur, zonder zich te vermeien in exotische eigenaardig heden, Javaansche snufjes en bevreemdende hoekjes en typen. Hij is oprecht en eenvoudig in zijn werk zooals in zichzelf, hij wil de Westerlingen niet verbluffen. Hij wil slechts schoonheid geven in zijn grootsche natuurpoëmas, en bekommert zich hoe genaamd niet om allerhande kunstrichtingen en -ismen. Alle kritiek is hem vreemd, behalve een strenge zelf-critiek, vooral in 't ambachtelijke van 't schildersvak. Zijn critisch talent komt sterk tot uiting in het aanleggen, het monteeren van zijn doeken, maar zijn grootste verdiensten heeft hij als luminist en colorist verworven. Dit is niet te verwonderen, qls men weet dat Imandt van Vlaamsch ras is, geboren en opgegroeid te St. Janssteen in Zeeuwsch- Vlaanderen. Maar toch moest deze colorist zich aanpassen aan het zeer specifieke licht der tropen, aan de bizondere atmosfeer, waarmee ginds het land, de bergen en de zee omgeven zijn. Dit tropisch licht is aartsmoeilijk om natuurgetrouw weer te geven, omdat de betooverende delikate kleurtona- liteit er heelemaal van afhangt. Jammer dat er op een grauwe foto zoo weinig van terecht komt. Uit de verslagen der Indische bladen over zijn vele succesvolle tentoonstellingen, welke hij ginds hield, blijkt dat Imandt daar volmaakt in gelukt is. Onder zijn bewonderaars telde hij daar o.a. Isaac Israëls, de zoon van den beroemden Holland- schen meester, den hertog van Mecklenburg, vele planters, ambtenaars en radjah's, en ook onze koning, toen nog kroonprins, vereerde hem met een bezoek tijdens zijn eerste verblijf in Nederlands- Indië. Tijdens de uitbarsting van den geweldigen vulkaan Krakatau in 1929, werd Imandt door de regeering afgevaardigd om ter plaatse zelf de uitbarstingen van dien reusachtigen krater op doek te brengen. Op bijgaande foto zien we den kunstenaar zitten nevens den chef van den waarnemingspost, omringd van de marconisten en den Japanschen kok. Een paar maanden lang heeft deze expeditie daar geleefd op een eilandje, gansch afgezonderd van de wereld, in bestendig levensgevaar vlak in de buurt van den vuurspuwenden berg. Belangrijke documentaire schetsen en enkele angstwekkende schilderijen zijn er getuigen van, dat dit geen plezierige vacantie Nu leeft de 53-jarige kunstenaar met zijn groot gezin kalmpjes te St. Gillis-Waes, ver van alle stadsrumoer en vulkaan-eruptiesTot vroeg of laat het heimwee naar zijn tweede vaderland met zijn wouden, bergen en plantages hem nog eenmaal naar 't verre Zuid-Oosten zou willen drijven. Maar zijn Vlaamsche vrienden van Sint-Niklaas en 't Waesland zullen hem niet zoo grif laten vertrekken de schoonheid welke hij ons nog geven kan, moet in Vlaanderen blijven T. Y. „Kiara Pajoeng, West Java" door TT. Imandt. .Avond bij Garoe"door W. Imandt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 11