Het heeft den oüdergeteekende mogen gelukken, hoewel met
beduidende geldelijke opoffering, de wereldberoemde Siamee
sche TWEELINGBROEDERS, CHANG EN ENG, voor vier
avonden te engageerenzijnde VrijdagZaterdagZondag en
Maandag 1, 2, 3 en 4 Jnli e.k. Zij zuilen zich ot> IfetToonefrb
in de Schouwburgzaal en in den Tuin het publier voorstellen,
en zich daarmede onderhouden. Daar zij te Parijs voor het
Cirque Napoleon zijn geëngageerd, kunnen zij slechts zoo kpr-
ten tijd hier vertoeven. Men verzuime alzoo niet dit Natuur
wonder te komen zien.
Entree 1. Tallonkaarten geldig met 25 c. surplus.
NB. Diplomas en vrije Entréeo, van welken aard óok, zijn
niet geldig/ Ju TAN MER*
13
afgescheiden. Een gemeenschappelijke lichaamsholte
is er dus niet.
Het onderzoek aan de verbindingsstreng is den
heeren Chang en Eng blijkbaar zeer pijnlijk. Zij
proheeren er zooveel mogelijk aan te ontkomen,
dat men ze daar erg betast. Ik geloof niet, dat zij er
lichamelijke pijn door voelen maar ze schijnen bang
te zijn, dat er door het onderzoek iets beschadigd of
gekwetst zou kunnen worden. Ik heb me daardoor
echter niet laten weerhouden en ik kan u, geloof ik,
wel verzekeren, dat er geen grootere organen tot
in dien band reiken al zou de mogelijkheid niet
uitgesloten zijn, dat de levers een klein eindje met
elkaar vergroeid waren, wat ik niet heb kunnen
vaststellen."
„Hebt u de andere organen ook kunnen onder
zoeken, collega Virchow t" vroeg Frerichs.
„Ja zeker, ik heb ze nauwgezet afgeklopt en de
grenzen van longen, hart en lever trachten te vinden.
Dat was een beetje moeilijk, omdat ten gevolge van
hun lievelingshouding dicht tegen elkaar aan
geleund bij Eng de linker- en bij Chang de rechter
kant een beetje geleden hebben, zoodat bij Chang
de lever, bij Eng het hart eenigszins verplaatst
is. Overigens maken de organen een volkomen
gezonden indruk en liggen ze binnen de normale
grenzen. Eng is 1 M. 56 lang, Chang is ongeveer
2% c.M. kleiner. Om dat verschil in grootte goed te
maken, draagt hij zooltjes in zijn schoenen, zoodat
hij even groot lijkt als zijn broer."
„Goed," zei Dubois, bedenkelijk het hoofd schud
dend, „maar hoe bewegen zij zich dan 1 Ik heb
helaas geen tijd gehad, om ze te gaan kijken. Ze
hebben toch ten slotte aparte hersens, dus moeten zij
ook op prikkels van buiten afzonderlijk reageeren
Hinderen zij elkaar dan niet voortdurend V'
„Absoluut niet. Men zou dikwijls juist zeggen, dat
zij door eenzelfden wil beheerscht werden. Dat mag
men natuurlijk slechts met groote voorzichtigheid en
heel veel reserve beweren. De lichamelijke scheiding
is zoo groot, dat we natuurlijk heel stellig twee
afzonderlijke individualiteiten voor ons hebben.
Maar hun hersens zijn even goed op elkaar ingesteld
als bijvoorbeeld twee stemvorken, die op denzelfden
toon zijn afgestemd. Als de eene wordt aangeslagen,
trilt de andere mee. Inderdaad gemeenschappelijk
hebben de tweelingen slechts een heel kleine, enkele
centimeters breede zone in de navelstreek. Als men
ze daar aanraakt, voelen zij het beiden. Raakt men
ze echter een paar centimeters meer naar links of
naar rechts aan, dan voelt slechts één van beiden
het. Maar al zijn het ongetwijfeld twee afzonderlijke
individuen, toch werken hun lichamelijke functies
in hooge mate harmonisch. Zi^ hebben b.v. gewoon
lijk hetzelfde aantal ademhalingen en polsslagen
wat natuurlijk niet uitsluit, dat de pols van den een
aanvankelijk wat sneller slaat dan die van zijn broer,
als hij zich over 't een of ander bijzonder opwindt.
Onder normale omstandigheden echter function-
neeren zij, alsof het één wezen was. Hun bewegingen
zijn tot in de kleinste bijzonderheden aan elkaar
aangepast, zoodat zij zeer handig samen loopen en
springen. Die samenwerking komt zelfs bij zeer
snelle, plotselinge bewegingen uit. Ik heb o.a. met
hen over de jacht gesproken, waarvan zij beiden zeer
veel houden. Toen ik naar hun aanslag vroeg,
schoten zij beiden met hun armen in de schiet-
stelling, zoo plotseling en snel, alsof zij door een
electrischen schok getroffen waren.
Zoo is alles hun gemeen. Zij hebben beiden tegelijk
honger, zij slapen tegelijk in en worden op hetzelfde
oogenblik wakker. De genoegens en opwindingen
van het dagelijksch bestaan, ergernis, toorn, enz.
ondervinden zij gewoonlijk tegelijk en op dezelfde
wijze. Maar bij sterke concentratie van een van beiden
treden er aanstonds verschillen op."
„En alB een van beiden ziek wordt t"
„Voorzoover ik van hen gehoord heb, worden ze
altijd tegelijkertijd ziek. Het duurt meestal drie
uren, voor de ander precies dezelfde ziekteverschijn
selen heeft als degeen, die 't eerst ziek werd. Zij
hebben als kinderen de pokken gehad en de mazelen,
die in Siam een tamelijk gevaarlijke ziekte zijn.
Zooals Chang me verzekerde, zijn ze toen al opge
geven. Maar zelfs een onschuldige verkoudheid
treedt bij beiden zoo gelijktijdig op, dat men niet
zou kunnen zeggen, wie van tweeën den ander heeft
aangestoken."
Hier hield Virchow even pauze. Aanstonds ont
waakte Ehrenberg, die bij 't begin van het verhaal,
volgens gewoonte, zacht was ingeslapen, en met de
waardigheid eens voorzitters vroeg hij
„Heeft een van de heeren iets op te merken
„Je heht 't zooeven over slapen gehad, Virchow,"
sprak Reichert. „Hoe liggen zij eigenlijk in bed
„Dat heb ik me ook laten wijzen," antwoordde
Virchow. „Gewoonlijk liggen zij met de gezichten
haast tegen elkaar, maar zij kunnen ook op hun
rug liggen, en zij kunnen zich heel handig omrollen,
zoodat Eng op zijn rechter en Chang op zijn linker
zijde ligt. Maar evenals bij 't staan is die houding
hun nu niet bepaald aangenaam, dus dan rollen zij
weldra weer terug."
„En nu krijgen we de allerbelangrijkste vraag,"
zei Köllicker. „Hoe stelt u zich het ontstaan van dat
abnormale verschijnsel voor V'
„Dat lijkt me heel eenvoudig," antwoordde
Reichert. „Men spreekt niet ten onrechte van saam-
gegroeide tweelingen. De twee zullen in vroegen
embryonalen toestand aan elkaar vergroeid zijn."
„Dat vind ik moeilijk aan te nemen," sprak
Virchow hem tegen. „Dergelijke embryonale ver
groeiingen gaan, voorzoover mij bekend, steeds met
ontstekingen gepaard, en na die ontstekingen volgen
er steeds ernstige storingen in de ontwikkeling. Bij
vergroeiing van het hoofd met het eivlies ontstaat
bijvoorbeeld 'n waterhoofd. Chang en Eng echter zijn
volkomen normaal gebouwd. Al hun organen zijn
in orde. Sporen van eenigen vroegeren ziektetoestand
zijn er niet. Ik geloof niet aan die vergroeiing."
„Dan blijft er maar een mogelijkheid over, name
lijk kiemsplitsing," zei Köllicker. „Zoo zou ik het
geval ook verklaren."
„Ik heb dezelfde overtuiging," zei Virchow.
„Maar heeren, hoe kan dat nu t Dat is toch niet
aan te nemenReichert kreeg er een vuurrood
hoofd van.
„En toch is het zoo," meende Virchow. „Als de
kiem geheel splijt, ontstaan er één-eiige tweelingen
zet zich de splitsing echter niet tot het einde voort,
dan krijgen we samengegroeide tweelingen gelijk
de Siameesche."
Deze stoute bewering van Virchow verwekte
heftige debatten. Köllicker was 't er mee eens,
Virchow kwam met nieuwe, verrassende argumen
ten te voorschijn, maar bewijzen kon hij daarmee
zijn veronderstelling niet.
Reichert bleef op zijn stuk staan. „Denken julhe
maar wat je willen," bromde hij. „Ik voor mij wijs
iedere veronderstelling af, die geen natuurlijke
verklaring toelaat. Als jullie deelingstheorie juist is,
dan moeten jullie toegeven, dat de een of andere
geheimzinnige kracht van een half ei een heel kan
maken. Daar, ik snijd dien appel door de twee
helften weerspiegelen elkaar, maar ze zijn noch aan
elkaar, noch aan het geheel gelijk. Neem me niet
kwalijk, Virchow, maar jouw verklaring is mij te
geheimzinnig."
„Hoor eens, Reichert," kwam Dubois ertusschen,
„je kunt niet ontkennen, dat er wel meer dingen
tusschen hemel en aarde zijn, waar wij met onze
schoolsche wijsheid niet bij kunnen. Ik hel er toe
over, Virchow en Köllicker gelijk te geven. Het
organische heeft zijn eigen wetten en zijn eigen
geheimen. Of weet u misschien, hoe uit de chemisch-
physische processen in de hersens de gedachte ont
staat Dat zijn dingen, die wij niet weten en waar
schijnlijk nooit weten zullen. Ignoramus, ignora-
bimus."
„Is 't je nooit opgevallen, Reichert," zei Virchow,
„dat alle dubbelvormingen in den trant van Chang
en Eng, die wij uit het dierenrijk kennen, van gelijk
geslacht zijn f Ik ken tenminste geen een geval van
saamgegroeide individuen van verschillend geslacht.
Dat is toch ook een aanwijzing, dat we te doen hebben
met één-eiige tweelingen, die door splitsing ontstaan
zijn want was er vergroeiing in 't spel, dan was 't
niet te verklaren, en op zijn minst ongeloofelijk
toevallig, dat er nooit twee embryonen van verschil
lend geslacht met elkaar vergroeiden."
Langenbeck, die tot dan toe in zijn hoek had
geleund, met de armen over elkaar toe had geluisterd
en geen woord gesproken had, zei nu „Ik vind dat
we over dit punt niet meer hoeven te spreken.
De argumenten van Virchow en Köllicker en van
onzen vriend Dubois lijken mij doorslaand. Mij
interesseert iets anders. Hebben de tweelingen
er wel eens ooit over gedacht, zich door een operatie
van elkaar te laten scheiden f"
„Dat zou in hun jongeren tijd heel dwaas van ze
geweest zijn," merkte Dubois op. „Zij hebben van
hun toestand niets dan groote voordeden gehad.
Waren zij als afzonderlijke tweelingen ter wereld
gekomen, dan waren zij twee arme, onbekende vis-
schers in Siam nu echter hebben zij wereldberoemd
heid en een heel aardig vermogen verworven. De
vraag wordt dus als zij zich nu van elkaar wilden
laten scheiden, zou die operatie dan te wagen zijn
„Daar hebben we ook over gesproken," zei
Virchow. „De Amerikaansche en Engelsche dokters
hebben de tweelingen hoogst ernstig tegen zoo'n
operatie gewaarschuwd. Zij beschouwden die als
levensgevaarlijk."
„Ja," zei Langenbeck, „daar moet ik mijn Angel-
saksischen collega's absoluut gelijk in geven. Zooals
Virchow vertelt, hebben zij beiden een navelbreuk.
Een navelbreuk-operatie, waarbij de buikholte
geopend moet worden, is een der gevaarlijkste opera
ties, die ik ken. Ik heb 't driemaal geprobeerd en
helaas telkens met het resultaat, dat de patiënt
aan een etterende buikvliesontsteking gestorven is.
Wij hebben in zulke gevallen helaas geen middel,
om de patiënten tegen een infectie te beschermen,
en is er eenmaal infectie opgetreden, dan hebben we
99% kans, dat het verkeerd afloopt. Ik zou 't in
ieder geval nooit wagen, die twee van elkaar te
scheiden of 't moest zijn in uiterst levensgevaar
voor een van beiden."
„Maar nemen we eens aan," zei Dubois, „dat een
der tweelingen door een ongeval of ten gevolge van
'n ziekte sterft wat gebeurt er dan met den ander?"
Virchow antwoordde
„Bij zulke dubbelvormingen kan de een den ander
in geen geval overleven. Zelfs gescheiden één-eiige
tweelingen sterven gewoonlijk op denzelfden leef
tijd Ik weet een geval van twee één-eiige twee
lingen, waarvan de een in Amerika, de ander in
Europa woonde. In dezelfde maand kregen zij beiden
tuberculose en eenigen tijd later stierven zij, in
hetzelfde kwartaal. Overigens ben ik benieuwd, of
Langenbeck 't zou wagen hen van elkaar te schei
den, als er één stierf, laten we zeggen door geweld."
„In zoo'n geval zouden we 't natuurlijk moeten
proheeren. Maar veel kans zou ik den overlevende
nooit kunnen geven. Ik zou dan de operatie een eindje
van de middellijn af nemen, zoodat ik het buikvlies
van den gezonden tweeüng niet hoefde te openen.
Maar als de levers, zooals Virchow wel mogelijk achtte,
ook met elkaar vergroeid zijn, en er daar dus een
verbinding tusschen de beide buikholten bestaat,
is er niet de minste hoop."
Wordi vervolgd.
De advertentiewaarin het optreden van Chang en Eng wordt aangekondigd in Van Liers Zomertheater te
Amsterdam. (Uit het Handelsblad van 28 Juni 1870.)