7 DROOMLAND BLUE BAND Hij laat zich de niet van het hrood eten! ACHTSTE HOOFDSTUK j -y i s» In de RINGERS' Bonbons, welke niet gesor teerd worden verkocht, staat thans gestempeld harde-, taaie- of zachte vulling, een verbetering die velen welkom, ja voor velen een uitkomst zal zijn. Dit is weer één van de vele ideeën, waarmede Ringers de ge bruikers zo dikwijls verrast. Nevens boven staande aanduiding staat aan de onderkant van de bonbons de naam RINGERS, zodat U zich steeds kunt overtuigen dat U Ringers' bonbons geleverd worden. Wenst U de bekende superieure Ringers' kwaliteit, let dan altijd op de naam Vervolg van pag. 23. „Ik ehwe moesten maar weer naar 't kantoor gaan," zei hij*, 't Was lxet natuurlijk verlangen om ergens be schutting te zoeken. Hij holde bijna. „Hè," protesteerde Claribel, „wat moet dat Hij gaf geen antwoord, maar wendde zich naar Algernon. „Wil jewil jij even een krant koopen?" vroeg hij. „Goeie hemelzei Claribel. „U hebt 't nogal te pakken voor zoo'n kracht patser en zoo'n kopstuk." Hadrian keek haar aan met een bijna ledigen blik. „Wie is Cleveland Chorley?" vroeg hij. „Waar hebt u uw heele leven gezeten?" vroegzij. „Nooit van Napoleon Bonaparte gehoord „Of van Shakespeare vroeg Alger non, voor hij wegkuierde om een krant te koopen. HADRIAN Pink zat aan zijn bureau de krant te lezen hij las gejaagd. Claribel merkte op, dat de krant af en toe kraakte door het beven van zijn handen, en zij vroeg zich af, waar hij zoo benauwd voor was. Hij kwam te weten, dat Cleveland Chorley vijfendertig jaar oud was en een belangrijke rol speelde in de uit gaande wereld van Piekchester. Hij speelde golf en tennis en polo, en was minstens even bekend in de riskante oorden der stad, zooals de krant het noemde, als in de salons. Het scheen, dat de overledene iedereen gekend had, van danseresjes tot deftige weduwen, van likdoorndokters tot ministers. Dui delijk bleek, dat hij rijk was geweest, en niet minder stellig kwam uit, dat hij invloed had bezeten. Hij was ongehuwd, maar menigmaal hadden er geruchten xreloopen, dat hij 't een of andere schoone en jeugdige lid van de een of andere voorname familie naar 't altaar zou leiden. Het lijk was gevonden door den portier van het gebouw, waarvan Chorley de eigenaar bleek te zijn. De kamer was voor de kranten een zoete verrassing zij beschreven er de weelde van en stelden de vraag, wat er het doel van geweest kon zijn. „Wè zullen maar veronderstellen, dat Chorley daar rust zocht na de vermoeienissen van zijn sprankelende leven," was de con clusie. De politie, zoo werd er beweerd, was in 't bezit van belangrijke aanwijzingen, en een arrestatie mocht binnen enkele uren verwacht worden. Roof was in geen geval het motief van de daad geweest. Maar wat Hadrian hezorgd maakte, was de redeneering van den schranderen verslaggever een redeneering, waar mee de politie 't eens scheen te zijn dat er geen strijd was geweest, en dat de kamer na den moord door den moordenaar zóó gearrangeerd was, dat de indruk van een strijd gewekt kon worden. De kamer was keurig in wanorde gebracht," zei de krant. „Stoelen waren met zorg omgegooid schilderijen waren netjes scheef getrokken. Er was een herrie, een chaos, maar die was niet echt. Het was een kamer, die stil en voorzichtig met zachte hand door elkaar was geworpen. Die omstandigheid, zegt de politie, schijnt er op te wijzen, dat er een vrouwenhand aan 't werk is ge weest, om den indruk te wekken, dat er een worsteling tusschen twee mannen had plaats gegrepen." Claribel keek naar Algernon en toen, met een eigenaardigen blik, naar Hadrian. „Ik dacht, dat u Cleveland Chorley niet kende zei ze. „Ik verzeker u," zei Hadrian, „dat ik zijn naam nooit gehoord heh, voor ik hem door de krantenjongens uit hoorde schreeuwen." „Waarom maakt u er zich dan zoo dik over?" vroeg Claribel. ,,'t Is een geval, dat mij absoluut koud laat," zei Hadrian. „Uw linkeroog ook," zei Claribel, „en daar laat ik 't altijd maar bij, als 't me niet aangaat. Ik hoop alleen maar, dat u acht fatsoenlijke getuigen kan opdiepen, die willen zweren, dat u gisteravond op verjaarsvisite bij tante Mien geweest bent." „Ik heb geen tante Mien," zei Hadrian. „Dan zou ik er maar een zien te krijgen." „U spreekt in raadselen," zei Hadrian. „U bedoelt, dat u me niet snapt. Echt niet Ik zeg maar zoo, een mensch mot eigenlijk altijd een alibi hebben, of ie 't noodig heeft of niet." „Alibi „Alibi. Zoo'n ding, waar de getuigen bij zweren, dat je ergens anders geweest bent." „Je wilt toch niet zeggen," vroeg Hadrian, „dat je mij verdenkt van die misdaad van moord op dien meneer Chorley „Als u 't mij vraagt," zei Claribel, „zou ik u nog niet eens van moord op een mug verdenken." Hadrian schoot recht in zijn stool. Het handboek zei, dat men het eens aangenomen karakter nooit moest prijsgeven geen seconde. Hij moest onafgebroken zijn rol spelen, tot die zijn persoonlijkheid was geworden. Hij keek dus de jongedame met gestrengen blik aan. „Ik verzeker je," zei hij, „dat ik zonder pardon een man zou neerschieten, als 't noodig was. Tal van mannen zelfs. Als 't bijvoorbeeld ging om de eer van een vrouw, zou ik ze zonder de minste aarzeling neermaaien." „Ja. zoo zijn de echte ridders." „Jongedameals ik de vrouw, die ik liefhad, moest beschermen tegen eh. tegen overlast of eh.of smaad, dan zou ik geen genade kennen. Misschien heb je opgemerkt, dat vrees mij absoluut vreemd is." „Ik heb wel gemerkt, dat iets u vreemd was. Maar ik dacht alleen hersens. Wie ze alle vijf bij mekaar heeft, gaat geen ratelslang in z'n ge zicht slaan." „Je bedoelt „Ik bedoel," zei ze, „Porter Vane." Hadrian knipte geringschattend met zijn vingers. Claribel kneep haar lippen op elkaar. „U hebt zeker al een heele bende linke jongens van de sokken Dat is een vraag, die je uit kiesch- heid niet moest stellen." Op dat moment sloeg beneden op straat een vrachtauto terug. De knal PANORAMA. Geïllustreerd weekblad. Verschijnt Vrijdags. Tezamen met een der locale weekbladen De Stad Amsterdam, Groot Rotterdam, 's Gravenhage in Beeld, )ns I ntnl. Ons Zuiden of Ons Zeeland f 1.62% per kwartaal of fO.12% per week. Franco p. post f 1,75 [terkwartaal bij vooruitbetaling. Bureaux: HAARLEM. Nassnuloan 51.Tel. Int. lTSMt Giro 142700. AMSTERDAM. N.Z. Voorburgwal 262. Tel.lnt. 35170, Giro nr.07046.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 34