Zelf gemaakt Patronenkantoor Panora De mascotte van de „Meteoor" 30 door Edward Curzon Van bovenstaande modellen zijn patro nen verkrijgbaar 35 cent In de maten 40-42-44-44 aan onze bureaux of door toe zending van het be drag ln postzegels, plus 10 cent voor re tourporto bij En ik dacht dat je niet naaien kon I Eerlijk gezegd is het mij met behulp van zoon gemakkelijk KANT-EN-KLAARPATROON erg meegevallen. Het ging mij bijzonder vlot af, ook al omdat die patronen direct voor het gebruik gereed zijn. Maar weef je waf zoo prettig is? Aan het bureau te Amsterdam, N.Z. Voorburg wal 262, wekelijks op Dinsdag en Woensdag van 9SVï 171 /2) uur; te 's-Gravenhage, Stations weg 95, wekelijks op Maandag van 9121 2 en van 26 uur; te Haarlem, Nassauplein 1, dage lijks van 8V25*/ï (171/2) uur; te Rotterdam, Sta tionsweg 24, wekelijks op Donderdag en Vrijdag van 912 en van IV26 uur en te Utrecht, Bilt- straat 142, wekelijks op Zaterdag van 9—1 uur. is op bovengenoemde tijden een bekwame cou peuse aanwezig die u GRATIS, ZONDER EENIGE VERPLICHTING, alle gewenschte inlichtingen aangaande het gebruik dezer patronen verstrekt. Ga er ook eens heen, het kost NIETS! Nassauplein 1 Haarlem SINDS den morgen toen de „Meteoor" was verhaald naar het havenhoofd van Kaap Leeuwin, waar zij gereed werd gemaakt voor de reis naar het Kerguelen-Eiland, had de Grijze Ver pleegster rusteloos voor den haven ingang gekruist. In haar gezelschap zwom een Thrasher, die met zijn staart sprankelende waterfonteinen uit het kalme watervlak van den Indischen Oceaan omhoog sloeg. Het behoort tot de ondoorgrondelijke geheimen van het dierlijk instinct, hoe liet haaienpaar van het aanstaand vertrek van de „Meteoor" de lucht had gekregen. Zoodra de bark verhaald was, verschenen zij op het appèl, en zorgvuldig de gevaarlijke plekken ver mijdend, waar John Irving zijn stalen haaiennetten had uitgezet, wachtten zij ongeduldig het tijdstip af, waarop de „Meteoor" zou vertrekken. Jack Bruce, die het bevel voerde over de bark, had de ongure wachters allang opgemerkt. Hij bevond zich op de kampanje met dr. Bottomley, den directeur van het Oceanografisch Sta tion van Kaap Leeuwin. In opdracht van het Station zou de „Meteoor" aan het Kerguelen-Eiland een paar duizend roodgelakte flesschen gaan uitzetten, die dienen moesten, om de richting te bepalen van de zeestroomin- gen naar en vanuit het Zuidpoolgebied. Dr. Bottomley gaf Bruce zijn laatste instructies voor de reis en merkte toevallig het haaienpaar ook op. ..Kijk, daar spelen 'n paar haaien," zei hij plotseling. „Als ik me niet vergis is het een Grijze Verpleegster en 'n Thrasher. Brutaal, om zich zoo dicht bij den haveningang te wagen." ,,'t Is de Grijze Verpleegster," glim lachte Jack Bruce. „De bevolking van Kaap Leeuwin noemt haar de „mas cotte" van de „Meteoor". Sinds jaren is zij gewoon de bark te escorteeren op haar reizen." „Dezelfde haai V' vroeg dr. Bottom ley verbaasd. „Altijd dezelfde haai," verzekerde Bruce. „Zoodra de „Meteoor" naar het havenhoofd verhaald wordt, komt zij opdagen met haar echtgenoot. Als wij uitvaren, blijft de Thrasher achter, maar de Grijze Verpleegster vergezelt ons en keert met ons terug. Zij is dol op den afval van boord en daarin zal het geheim wel liggen van die aan hankelijkheid. Een paar jaar geleden begon ons dat gezelschap te vervelen en trachtte David Lewis haar dood te schieten. Hij schoot haar echter slechts een oog uit en sindsdien waagt zij zich niet meer zoo dicht in onze buurt als vroeger. Zij volgt ons op een af stand van honderd meter, óók als wij in zee omringd zijn door andere haaien." „Eigenaardig gezelschap," lachte dr. Bottomley en belangstellend bleef hij het speelsch gedoe van het haaienpaar nog even gadeslaan. Een half uur later vertrok de „Mete oor" naar haar bestemming. In haar kielzog zwom een vijf meter lange haai, een „Grijze Verpleegster", zooals dit soort aan de Australische kusten om de kleur en den vorm van den kop wordt genoemd. De mascotte van de „Meteoor", zooals de bevolking van Kaap Leeuwin haar spottend betitelde, had haar Thrasher in den steek gelaten en toen de wind de bark in haar grootzeil greep, en met een snelheid van zeven mijlen Inaar het Westen voortstuwde, zwom zij het schip met rustigen slag achterna. Maud Irving had uitgerekend, dat de „Meteoor" veertig tot vijftig dagen onderweg zou blijven, naargelang zij een min of meer gunstigen wind zou hebben. Zoodra Jack Bruce terugkeerde, zou zij met hem trouwen, en alles wat de bark betrof had dus haar grootste belangstelling. De „Meteoor" had geen radiozender aan boord en het duurde tien dagen, voor Kaap Leeuwin iets omtrent haar vernam. Een praairapport van de „Neptunus" vermeldde dien dag draad loos, dat zij de bark had ontmoet op 94 gr. Oosterlengte en 45 gr. Zuider breedte en dat alles wel was aan boord. „Jack is op de helft, vader," zei Maud 's middags opgewekt, toen zij die plaats op de kaart had opgezocht. John Irving knikte. Hij was in berekeningen verdiept, hoeveel zijn haaienhuiden en haaienlevers hem in de afgeloopen maand hadden opgebracht en bovendien geloofde hij het wel. Twee weken later ontving Kaap Leeuwin opnieuw een draadloos praai rapport. Thans was het afkomstig van het stoomschip „Southend", op weg van de Zuid-Orkaden naar Sydney. Het meldde, dat het de „Meteoor" onder de kust van het Kerguelen- Eiland had aangetroffen, bezig met het uitzetten der flesschen. Alles was wel aan boord en Jack Bruce hoopte over drie dagen de terugreis te aan vaarden „Nog drie en twintig dagen," stelde Maud vast en zonder zorg ging zij dien avond slapen. Doch den volgenden morgen stond haar gezicht betrokken. Draadlooze berichten maakten melding van een woedenden orkaan, die van de Zuid in aantocht was. „Hij zal zich wel hebben weten te bergen," zei John Irving geruststellend, doch heimelijk maakte hij zich even bezorgd als Maud. Er vingen dagen aan van duldeloos wachten. De orkaan was na drie dagen uitgewoed, doch dit kon Kaap Leeuwin maar half geruststellen. Men leefde tusschen hoop en vrees en keek angstig naar berichten uit. Eerst een week later kreeg Kaap Leeuwin verbinding met een stoom schip, dat zich ter hoogte van het Kerguelen-Eiland ophield. Dr. Bottom ley liet den gezagvoerder verzoeken naar de bark uit te zien en dien heelen dag werd de bevolking gekweld door angstige verwachtingen. Den volgenden morgen kwam het antwoord men had noch in de nabijheid van het eiland, noch elders iets van de „Meteoor" opgemerkt. Dit negatieve bericht, dat nog geen onheil behoefde te beteekenen, omdat de bark alweer op weg kon zijn naar huis, deed de angstige spanning nog groeien. Er verliep een week toen nog een week. Als er niets met de „Meteoor" gebeurd was, kon zij elk uur verwacht worden. Maud zat van 's morgens vroeg tot 's a vonds laat op het kan t,oor van haar vader o ver den Indischen Oceaan uit te turen, maar de „Meteoor" bleef uit. Zij bracht slapelooze nachten door en haar gezicht werd eiken dag bleeker en droeviger en de bevolking van Kaap Leeuwin kwam in een toe stand van koortsachtige spanning te verkeeren. Dag na dag verstreek de „Meteoor" was nu reeds elf dagen over tijd. En toen maakte plotseling een radiobericht een eind aan alle onzekerheid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 30