a
zware ontploffingen hoorde, gevolgd door het geluid
als van een woeste branding. De stilte keerde weer.
Het kind wist niet, dat de River Town" in de golven
was verdwenen.
Heel uit de verte hoorde hij met regelmatige tus-
schenpoozen den zwaren misthoorn van het andere
schip. Hij begreep niet, dat afgedwaalde reddings
booten werden aangeroepen en deed ook geen moeite
om de aandacht te trekken. Eenzaam en verlaten, en
eigenlijk te zeer van streek om zich angstig te voelen,
wachtte hij naast zijn moeder op den terugkeer van
den officier.
Langzamerhand werd het geluid van den hoorn
zwakker en tenslotte stierf het geheel weg. De boot
schommelde zachtjes op de kalme zee. Arthur luis
terde naar het klotsen van de golven tegen de kiel.
Hij staarde in den omringenden mist en vroeg zich af,
wanneer de officier nu eigenlijk zou komen. Na een
tijdje drong het tot hem door, dat deze wel eens kon
wegblijven en hij had er vrede mee. Het kind gaf
zijn moeder een kus, luisterde naar haar zachte adem
haling en hoopte, dat ze spoedig wakker zou worden.
Toen zag hij voor het eerst bloed op haar wang en
in het haar. Hij begon te huilen en voelde zich angstig
en eenzaam in den killen, grijzen mist. De gedachte
aan zijn moeder dat ze zich pijn had gedaan, maak
te dat hij zich zelf vergat en verlangde naar de komst
van iemand, die haar zou helpen. Plotseling herin
nerde hij zich de stem van den man in de radio. Het
kind dacht weer aan wat zijn moeder hem had ver
teld hij kon „in de lucht praten", duizenden mijlen
ver. Arthur keek naar zijn moeder en legde zijn kond,
bevend handje tegen haar gezicht.
„Doet uw hoofd erg pijn, mama vroeg hij en
wachtte geduldig op het antwoord dat zij niet gaf.
„Politie-auto's attentie Politie auto's atten
tie
De stem van den omroeper klonk hem nog in de
ooren.
Het kind stond op. Er waren geen auto's op zee,
had zijn moeder gezegd alleen maar schepen. Hij
hield zijn hoofdje schuin, met een peinzende uitdruk
king op het gezicht, alsof hij luisterde. Wéér zag hij
tien salon en hoorde hij den uitleg van zijn moeder.
„Schepen op zee attentie Schepen op zee
attentie Kom alstublieft en help mama."
Zijn hoog, zwak stemmetje ging verloren in den
mist, maar dit wist hij niet en vol spanning wachtte
hij naast zijn moeder op de matras. Hij hoopte ant
woord op zijn boodschap te krijgen. En toen het stil
bleef, zond hij zijn „bericht" opnieuw uit, telkens en
telkens weer tijdens de lange uren van den eenzamen
nacht. Een uur voor zonsopgang stak in het Oosten
een zachte bries op, die den mist wegvaagde. Hij kon
nu de sterren zien en de heldere maan, die laag stond
aan den westelijken hemel. Golfjes sloegen speelsch
tegen den wand van de boot en fluisterden van de ge
heimen der zee. Hij voelde zich opgewekter, hoewel
zijn stemmetje schor was van al de „berichten", die
hij had uitgezonden. Een enkelen keer begonnen zijn
lippen te trillen, omdat het zoo lang duurde eer er
hulp kwam. Maar er móést toch iemand komen om
zijn moeder te verbinden Hij verzette zich tegen
zijn vermoeidheid.
„Schepen op zee attentie Schepen op zee
attentie Kom alstublieft en help mama."
Ongeveer twintig mijlen verder, in zuid-oostelijke
richting, voer het stoomschip „Baroda" met een snel
heid van achttien knoopen. Den geheelen nacht had
aan bakboordzijde een groote mistbank gehangen en
om op alles voorbereid te zijn bleef de kapitein op de
brug. Tegen den ochtend trok de mist op en hij wilde
nu eenige uren gaan slapen. De gezagvoerder stond
juist op het punt om naar beneden te gaan, toen hij
een vreemden tegenzin voelde opkomen. Verwonderd
vroeg hij zich af, of hij misschien iets had nagelaten,
maar hij kon zich niets herinneren. Ruw keerde hij
zich om en wilde toch gaan, maar het was of een on
zichtbare hand hem tegenhield. Eenigszins verward
staarde hij naar den horizon en zijn aandacht werd
getrokken door een donkere stip in het Noordwesten.
Hij bleef in die richting turen en trachtte zichzelf te
overtuigen, dat het gezichtsbedrog was. Maar hij
voelde zich niet overtuigd en en als daar nu
eens werkelijk iets dreef
„Ik wil het weten," mompelde hij.
Dit beteekende een aanzienlijke afwijking van den
koers en zijn plichtsgevoel kwam hier tegen in op
stand. Maar ondanks de grondige overweging, dat hij
zou breken met een jarenlange gewoonte, kreeg de
nieuwsgierigheid die feitelijk meer een onberede
neerde onrust was de overhand. Hij wendde zich
tot den roerganger.
„Stuur West ten Noorden," beval hij.
„West ten Noorden, kap'tein
De tweede officier keek hem verwonderd aan, maar
durfde geen opmerking te maken. Turende over het
achterdek naar de zich wijzigende schuimbaan van
de „Baroda", bemerkte hij boven den oostelijken
horizon een smalle lichtstreep de voorbode van den
Arthur zag deze eerste teekenen van den aanbre-
kenden dag ook en dacht, dat het de lichten waren
van een naderend stoomschip. En naarmate de ster
ren verbleekten en de hemel lichter werd, voelde de
jongen zich dieper teleurgesteld. Hij was ook zoo moe
en zijn schorre keel stelde hem nauwelijks meer in
staat om zijn „bericht" te herhalen.
Maar zijn moeder móést toch geholpen worden en
hij hield vol. Voordat de zon boven den horizon
kwam, zag hij een klein zwart ding in de verte. Het
kon geen schip zijn want dat was groot, grooter
dan een huis. Zijn vermoeide oogen vielen dicht, on
danks zijn pogingen om nog wakker te blijven. Toen
hij ze weer opende, zag hij vlakbij, in het volle zon
licht, een hoogen muur van staal met daarboven
dekken en schoorsteenen iets groots en wonderlijks,
dat het witte, schuimende water doorsneed met zijn
scherpen voorsteven. Groote blijdschap laaide op in
den uitgeputten jongen.
„Mama riep hij, „daar komt een schip aan
Takels werden gevierd en vastgehaakt aan de boot
om haar aan dek te hijschen. Mrs. Mackenzie werd
er voorzichtig uitgetild en een dokter onderzocht
de hoofdwond.
„Zij zal over een paar dagen weer beter zijn," stelde
hij vast. „Een lichte hersenschudding."
De kapitein nam Arthur op zijn arm en bemerkte
dat de jongen doodmoe was.
„Hebt u me hooren uitzenden zei hij met zijn
schorre stem.
„Wat heb je dan uitgezonden vroeg de kapitein
vol belangstelling.
„Schepen op zee attentie Schepen op zee
attentie Kom alstublieft en help mama."
De kapitein staarde met vreemden blik in het
bleeke gezicht. Onbewust drukte hij het kind dichter
tegen zich aan.
„O," sprak hij eindelijk, ernstig en begrijpend.
„Was jij het
Arthur gaf geen antwoord meer. Hij sliep.