y V Oanakil, het geheimzinnige land r\e strook laagland, die rich van de oostelijke nitloopers der Hoogvlakte tot de oevers van de Koode Zee uitstrekt, bevindt rich op sommige plaatsen van 100 tot 130 meter beneden den zeespiegel. In werkelijkheid vormt rij een deel van de groote inzinking in de aardkorst, die van de Doode Zee tot de groote equatoriale meren loopt, en waarvan de Roode Zee zelf een gedeelte uitmaakt. Slechts de smalle heuvelrij langs de kust belet de wateren van de Roode Zee zich in de inzinking te storten en deze onder water te zetten. Abessijnsch Danakil, of Danakil zonder meer heet deze streek, die een rechthoek van ongeveer 560 K.M. lengte bij circa 160 K.M. breedte vormt. Abessijnsch Danakil wordt door een smalle heuvelrij van Erythreescli Danakil een gebied van ca. 70 K.M. breedte, dat van Massaua tot Assab loopt gescheiden. Een typisch Abessijnsch dorp, waarvan de hutten be staan uit eenige gebogen twijgen, waaroverheen dieren huiden geworpen zijn. In een oogwenk kan een dergelijke hut afgebroken en op den rug van een kameel geladen worden, wanneer gebrek aan water of een rooftocht van een naburigen stam tot een overhaaste afreis napen. het feit, dat ze alle de kortste route door het land, d.w.z. van Oost naar West, gevolgd hadden. De groep van dertien Italianen onder leiding van Giulietti en Biglieri, die in 1881 Boven-Danakil van Oost naar West trachtte door te trekken, werd geheel door de inboorlingen uitgemoord. Drie jaar later ondergingen Bianchi, Diana en Monari, die van de Hoogvlakte naar de Roode Zee reisden, hetzelfde lot. Een expeditie onder leiding van den Zwitser Munzinger werd eveneens afgemaakt in Aussa in het jaar 1875. Anderen volgden en hun allen ging het evenzoo. Er bestaan drie karavaanwegen van de zee naar het binnenland, die inderdaad door Europeanen bereisd zijn. Deze karavaanwegen worden vrij gehouden door omkooping van de stammen, door wier gebieden die wegen loopen. Op die karavaan wegen reist men echter zoo snel mogelijk en het is levensgevaarlijk ook maar een oogenblik over een korten afstand van het karavaanspoor af te wijken. De drie karavaanwegen zijn (a) die, welke van de havens Tajura en Assab door het sultanaat Aussa naar de Hoogvlakte voert, naar Mofa, Batie en Dessie (b) de weg door het Zuidelijke deel van den Danakilschen rechthoek, een weg, die sedert de opening van den spoorweg DzjiboetiAddis Abeba niet meer gebruikt wordten (c) meer een armzalig karavaanspoor dan een weg, een route, die het Noorden doorsnijdt en bijna geen beteekenis heeft. Wij wilden nu den rechthoek van Zuid naar Noord doortrekken, in een richting, die nog nooit door een blanke genomen was. Geen grootsch opgezette expeditie zouden we uitrusten, want den 'geheelen afstand wilden we met behulp van dieren afleggen, terwijl alles zoo min mogelijk kosten mocht. Vijftien inboorlingen van Abessinië zouden we meenemen, en voorts vijfentwintig kameelen en vier muildieren. Onze bewapening bestond uit twaalf oude geweren en tweehonderd patronen. Aan het Abessijnsche gouvernement vroegen we geen toestemming voor onzen tocht, terwijl we evenmin onze respectieve gezanten er omtrent in lichtten, want noch een schriftelijke toestemming, noch een vrijbrief zou ons van eenig nut geweest zijn bij de woeste Danakils. Overigens vreesden we, dat ons plan, zoodra we dit bekend maakten, in duigen zou vallen door tegenwerking of verbod van hooger hand. Wordi vervolgd. Erythreesch Danakil heeft -waar het aan een scheepvaartroute ligt ontdekkingsreizigers nooit moeilijkheden opgeleverd sedert bijna een halve eeuw wordt het door Italië bestuurd. Zoodra men echter de grenslijn naar Abessijnsch Danakil overschrijdt, verandert plotseling het ge- heele landschap. De reiziger bevindt zich dan in een woest, onontgonnen gebied, dat door wreede, bloeddorstige stammen bewoond wordt. Hier was tot nog toe iedere expeditie omgekomen, ondanks een plan gemaakt voor een gezamenlijken tocht door Danakil. Ieder onzer was een geoefend reiziger in moeilijk, vijandig gebied en ieder onzer bezat de kennis en het uithoudingsvermogen, die voor een gevaarvollen tocht in een ongezond klimaat nu eenmaal vereischt zijn. Wij hadden allen het grootste vertrouwen in eikaars geschiktheid voor een derge lijke expeditie en zoodoende waren de voorberei dende maatregelen al spoedig getroffen. Verscheidene anderen wenschten met ons mede te gaan, maar we hadden besloten niemand mede te nemen, wiens geschiktheid niet volkomen gebleken was. Wq gingen immers naar gebieden, vanwaar nog nooit een ontdekkingsreiziger levend terug gekomen was, en waar niemand de macht had ons te helpen, behalve God. Mijn beide kameraden wilden de mogelijkheden van een handel op het als rijk en vruchtbaar genoem de sultanaat van Aussa bestudeeren, terwijl Pastori en ik bovendien nieuwsgierig waren, of zich in de te bezoeken streken rijke ertslagen zouden bevinden. Voor mij was echter de belangrijkste factor hot aanschouwen van het geheimzinnige, onbekende land. Zelfs al zou het mij het leven kosten, dan toch wilde ik Danakil zien, het land dat tot dusver alle pogingen tot ontdekking had weten te weerstaan. In de droge periode hemden sommige rivierbeddingen nag een weinig water over, dat zoowel tot drink- ah tot waschwater moet dienen. Het schip der woestijn ah vervoermiddel voor woningen. Wanneer gevaar dreigt, worden de hutten der land bevolking met bekwamen sjmed afgebroken en per kameel naar veiliger oorden vervoerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 8