N ALS WIJ )lon taten spelen de hoofdrollen in melodrama van den modernen tijd. onten het middelpunt der groote lie, behooren tot onze beste ken- lat we iederen dag over hen lezen nterfeitsels bekijken, ze komen in iimer, op ons kantoor we vinden en toch zijn ze voor het groote mdirisch als sprookjeshelden. Is't nu aar, vraagt men zich af, dat ergens m ensch aan de touwtjes trekt van marionettenspel Ja, ze hebben de touwtjes, de duizenden draden in handen en de poppen dansen Dat zulke figuren gewone menschen zijn, eten, drinken en rooken, is voorde vaart der fantasie eigenlijk wel jammer, maar het stelt toch ook gerust, omdat we des te beter hun fouten kunnen vergeven. Wie zal 't dezen werkers misgunnen, dat ze nu en dan tusschen de bergen van werk eens lekker uitrusten bij een hors d'oeuvre, een versche kreeft of een diplo matenpudding, of dat ze den rok uittrekken en in 'n huisjasje de blommetjes eens buiten zetten Komr, kom, luemchen nis wij. maar naar t gezellig gezelschap, waar Laval éven zijn gedachten den vrijen loop laat en waar Coring zich verdiept in aroma van den ouden Gantemerle. Wie gunt Baldwin zijn pijp nietWaarom zou hij er zijn troost niet uit putten, zooals op Leidsch oj Haarlentsch hofje een oude tante troost put uit een sterk hakje koffie? Ken menseh immersid woont hij niet op een hofje. het grij- al wil is maar dien zelfden en zijn col- msen. Laval, die zich uit/tut om den wereld brand te voorkomen, mag we gunnen hei hem. den brand in een sigaret jagen, omdat hij even goed als wij eens wat anders wil dan het voortdurende peinzen over het Europeeseh evenwicht. de cijste ----- hij lacht eens echt hartelijk l Eeen en denkt er niet aan, in de aari hij gewoon menseh mag zijn, een enaltof heel Europa al gemobiliseerd was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 21