Inboorlingen van Ova Baba bij het vangen van een voor hel feest te slachten
reuzenschildpad. Na heftige» strijd wordt het dier op zijn rug geleerd, zoodat het
zonder verderen tegenstand kan meegevoerd worden.
Links: de zoon van het stamhoofd wacht in feestdos het langhegeerde geschenk,
zijn eerste kano.
zorgvuldig glanzend gepoetst en eveneens met
schelpen versierd.
Achter hen volgt een afdeeling gewapende strijders
met zware knotsen over de schouders en uitgedost
met ronde of halvemaan-vormige schijven paarl-
moer, die met bewerkt schildpad kunstig zijn in
gelegd. Hun oorlellen zijn lang uitgerekt, zoodat
zij hun bijna tot op de schouders reiken, en met
houten pennen doorboord.
Plechtig en langzaam schrijdt de stoet nader,
tot voor de versierde stellage, waar de feesteling
en zijn familie liem opwacht. Op een wenk van het
stamhoofd wordt dan de boot op de stellage neer
gelegd, de dragers nemen terzijde daarvan plaats
en de strijders maken daaromheen onder 't zwaaien
met hun knotsen een krijgsdans. Een broer van den
feesteling treedt nu uit de rij dor knapen naar voren
en overhandigt hem de voor hem bestemde kano
met plechtige gebaren en luide kreten een stoo.t
oj) de hoornschelpen, een gejuich onder de toe
schouwers, en dan wordt de boot weer op de schou
ders der knapen geladen en naar het strand gedragen
het opperhoofd en zijn zoon schrijden onmiddellijk
achter haar mee in den stoet.
Onder aanmoedigingen en vreugdekreten van
de inboorlingen wordt de kano te water gelaten,
de jonge eigenaar stijgt in, maakt eerst een paar
onwennige bewegingen met het nieuwe vaartuig
dan schiet het met steeds toenemende snelheid
voort over de spiegelgladde zee. Juichend groet
de trotschc eigenaar zijn kameraden, die langs het
strand hollen om de boot in haar vaart langs den
oever bij te houden. En geestdriftig ontvangen zij
den jongen roeier weer, wanneer hij eindelijk genoeg
genoten heeft van het lang begeerde geschenk en
weer naar land terugkeert.
I)e eerste kano van een jong opperhoofd dat
beteekent voor de inboorlingen een feest als bij ons
de te water lating van een oceaanreus Slechts de
vrouwen en meisjes van den stam mogen bij don
eersten tocht niet aanwezig zijn, maar overigens
deelen heel de stain en tallooze afgezanten van na
burige stammen en omringende eilanden in't geluk
van het stamhoofdsgezin.
's Avonds wordt er een dans uitgevoerd, die kort
tevoren door knapen van een meer dan tweehonderd
kilometer noordelijker gelegen" eiland was over
fly. tschildpaddenjaehi worden deze kleine, pijlsnelle
kano's gebruikt.
gebracht voor geoefende
roeiers zijn zulke en zelfs
dubbel zoo verre toch
ten geen bezwaar. En zoo
lang als zoo'n door bezoe
kers overgebrachte dans
op het door hen aange
dane eiland in gebruik blijft, mag hij niet worden
gedanst op het eiland, waarvan zij hem hebben
geïmporteerd. Bij gelegenheid van een tegenbe
zoek moet de dans dan weer worden terug
gebracht". Dat kan soms wel een tiental jaren
duren, maar aan dit gebruik wordt streng de hand
gehouden.
Nog dagen lang blijft de feeststemming vaardig
over de bewoners. En eerst wanneer alle afgezanten
van andere eilanden vertrokken zijn, herneemt het
leven weer zijn normalen gang van vischvangst en
schildpaddenjacht, kanovaarten of strijd tegen
vijandige stammen.
Jloeder en kind: een weidetajereel in de heuvels van
Owa Raba.
-s