m
door Civis
EEN GRAP
IN de gewone Indische nederzettingen is liet
leven een vervelende sleur, maar in Faizapore
waren we geloof ik nog kleinzieliger en bekroin-
pener dan gewoonlijk. Want het was slechts
oen heele kleine post, met een Indisch depot en
een compagnie sappeurs. Behalve de Britsche officie
ren waren er nog een paar burgers en de politie.
Goed geteld waren er misschien veertig of vijftig
blanken. En in zoo'ri kleine gemeenschap wordt eiken
vreemdeling in het begin met achterdocht en wan
trouwen ontvangen. Ik geloof niet, dat wij Leslie
erg vriendelijk tegemoet gekomen zijn.
Cecil Leslie kwam bij ons. toen de koude-periode
ten einde liep en van het begin af aan irriteerde hij
ons, hoewel dit over het geheel, geloof ik, volkomen
onbewust gebeurde.
Om te beginnen bracht hij niemand een bezoek,
onze kleine sociale conventies en gewoonten aldus
volkomen negeerend. Ilij bracht onzen arbeidzamen
dokter tot liet uiterste, omdat hij koppig weigerde
een tropenhelm te dragen. Hij zei heel goed te
weten wat hij deed en vond dat de dokter zich
druk maakte over niemendal. In honderd kleine
dingen beleedigde hij onze gevoelens voor decorum.
Maar voor alles leek hij een geheimzinnig mensch,
want niemand wist, wat voor zaken hij deed. Ik zeg
met opzet zaken doen", omdat Faizapore geen
bezienswaardigheden biedt en erg in een uithoek
ligt. zoodat het voor de hand lag, dat hij niet voor
zijn plezier gekomen was.
Het praatje ging ofschoon ik niet weet, waar
het op gebaseerd was dat hij zocht naar ,.de
locale kleur" voor een boek, waaraan hij bezig was.
En ik geloof, dat geen van ons het een prettig idee
vond, om op den een of anderen dag een wreede
caricatuur van zichzelf in druk te zien, al waren we
tot op zekere hoogte verscholen achter gefingeerde
namen. De menschelijke natuur is zonderling
En dan kwam er nog bij, dat hij geen deel nam
aan het gezelschapsleven van de nederzetting. Hij
speelde noch polo. noch tennis met ons, ofschoon hij
een groot zwart paard bereed, waarop geen van ons,
geloof ik, het langer dan vijf minuten zou hebben
uitgehouden en hij speelde een verduiveld goed
partijtje tennis met den trainer van de club. Bij het
biljarten sloeg hij ook lang geen slecht figuur, maar
ook daarbij koos hij onveranderlijk een bediende
als tegenstander. Hij hield zich op een afstand en
was nog geslotener, waar het zijn persoon en zijn
zaken betrof.
Ook het voorval met, den fakir was er niet op be
rekend zijn populariteit te verhoogen, ofschoon op
dat oogcnblik geen van ons nog begreep, welk een
ingrijpenden invloed dit op zijn verdei' lot zou
hebben.
^/"oor of liever vlak naast den ingang van zijn bun
galow liad zich sinds eenige dagen een fakir neerge-
plant. die als speciaal middel om de aandacht, op zich
te vestigen een slang voor zich liet dansen op de
tonen van zijn fluit. Ik weet niet, of gij, lezer, ooit liet
genoegen hebt gehad om van de fliiitmuziek van een
slangenbezweerder te genieten. Zoo neen, dan kan ik
u mededeelen, dat het een geluid is, waar sommige
mensehen, die niet over stalen zenuwen beschikken,
des duivels van worden, tenminste wanneer zij.
zooals in Leslie's geval, gedoemd zijn. ochtend, mid
dag en avond dat klaaglijke gejank aan te hooren.
Wat den bedoelden fakir speciaal bewogen had
bij Leslie's bungalow zijn tenten op te slaan, zal wel
altijd in het duister der eeuwen verborgen blijven,
maar het is een feit, dat de man er zat en naar het
scheen niet van plan was voorloopig een andere
standplaats voor liet uitoefenen van zijn bedrijf op
te zoeken.
lloc kinderlijk dergelijke individuen ook vaak zijn.
toch is men er in Indië gewoonlijk niet happig op
om hen te verjagen. Dat zij werkelijk uit wraak een
kwaden invloed zouden kunnen uitoefenen, is natuur
lijk in het licht van onze moderne eeuw beschouwd