UIT BAARLANDS VERLEDEN
VHb.?«v r"
ONDER de vele heerlijkheden, die uien vroeger
in Zeeland telde, was die van Baarland
zeker niet de geringste. Baarland moet
wel een rijke historie gehad hebh< de
eenmaal daar verrezen machtige bouwwerken ge
tuigen daarvan.
Helaas, een goed stuk Zeeuwsche historie,
inzonderheid ook van Baarland, is te loor gegaan.
Dit laatste is te danken aan den edelman Jonkheer
Jacob van Baarland. Deze woonde op het slot
en was met hart en ziel den Roomschen eeredienst,
toegedaan. Daar Zuid-Beveland voor liet grootste
gedeelte met de Hervorming was meegegaan, voelde
hij zich op ons eiland weinig thuis. Deze edelman
had twee kinderen, een zoon en dochter. De eerste
stierf, maar zijn dochter Magdalena, Baronesse
van Wissenkerke en Gravin van Rupelmonde, was
in Brabant (België) gevestigd. Dat hij derhalve
in hare nabijheid den avond zijns levens -wenschte
door te brengen, en daarbij tevens de vertroostingen
van zijn godsdienst wilde genieten, zal niemand hem
ten kwade duiden.
Maar dat de edelman van Baarland die in
1682 te Antwerpen stierf Zuid-Beveland verlaten-
)r huidige toegang tot de resten ran het voormalige Huis te Baarland.
de, al de oudste charters
en oorkonden, welke op
dit eiland betrekking had
den, inpakte en meenam
naar Rupelmonde, zie, dat
is iets wat wij bejamme
ren. Want ieder begrijpt,
wat een schat van histo
rische gegevens hierdoor
aan Baarland is ontroofd.
Gelukkig heeft althans
de kroniekschrijver Smal-
legange er nog iets van gered. In zijn in 1696
uitgegeven kroniek zien wij nog iets van de pracht,
die hier eenmaal heerschte.
Wat is echter de situatie veranderd! Wanneer
men in vroeger tijden van Zuid-Beveland naar het
eiland Baarland wilde, kon men vanuit Ter Goes
niet verder te paard of te voet, dan tot de vier
linden op den 's-Gravenpoldersclien straatweg.
Men stuitte dan op den machtigen stroom, liet
Zwake. Voer men dezen stroom over, dan kwam
men op het eiland Baarland aan, waarop de bloeiende
dorpen Oudelande, Baarland, Hoedekenskerke en
Badiekdorp (Bakendorp) lagen. Behalve deze dorpen
lagen er om Baarland eenige prachtige burchten,
waarvan „Hellenburg" en „Oosteinde" het meest
bekend zijn.
De edelen van Baarland waren zeer bekende
ridders in de Middeleeuwen. De Hellenburg was
een „zwaar en heerlijk kasteel". Het lag ongeveer
288 ellen van het dorp Baarland, een eindje verder
dan de Gereformeerde kerk. Er is thans niets meer
van over dan het eilandje ook bijna onherken
baar waarop het weleer zijn hechte muren en
hooge torenspitsen verhief.
Vermoed wordt, dat het kasteel er reeds stond in
1295, toen de Vlamingen in Baarland landden.
't Was 27 October 1295 en circa drieduizend roo vers
dachten een goeden slag te slaan. De kans was
gunstig, want de edelen van Baarland waren met
hun krijgers afwezig. De roovers vielen Baarland
aan en staken al wat zij konden, huizen en kerken,
in brand. Het is onzeker, of het kasteel Hellenburg
ook in deze ramp deelde.
Toen de edelen van Borselen en de edelman
Dodijn van Everinge dit hoorden, besloten zij, het
aangrenzende eiland Baarland niet zonder meer
te laten berooven. Stil voeren zij er heen, met circa
driehonderd man, en vielen onstuimig den tienmaal
sterkeren vijand aan, die totaal vernietigd werd. Een
uitvoerig gedicht over dezen schitterenden strijd
treft men aan in de Rijmkroniek van Melis Stoke,
die, al is zij zeshonderd jaar oud, nog steeds door
historici met graagte geraadpleegd wordt.
Al spoedig kwam Baarland onder leiding van
de edelen van Renesse, wien het in 1312 ten deel
viel tot bloei. Op hun verzoek werd in 1390 ver
gunning verleend om op Woensdag een weekmarkt
Een achttiende-eeuwsch dorpsgezicht van
het destijds zeer welvarende Baarland.
Een schilderachtig kijkje op de royaal gebouwde dorpskom van Baarland, uit de
Vaate gezien, in den jare 1745.