LV
1-2- 3- KINDERUURTJE
1-2-3 DOET DE WASCH
32
gemeen behandelde. Dat waren zijn
eigen woorden. En toen zei hij „Er is
een zeker verband tnsschen uw familie
en dien moord. Dat voel ik met mijn
klompen"."
„Gfroote hemel!" riep Hadrian. Hij
dacht snel aan dien avond terug, 't Was
donker geweest in die straater had
zich verder geen levende ziel in bewogen.
Hij wist zeker, dat niemand Ariadne
of lièm gezien had.
,,'t Was (lien man alleen 0111 een
sensationeel stukje te doen," zei hij.
„U hoeft echt niet bang te zijn. Buiten
mij weet niemand, dat u er geweest bent.
En niemand zal 't ooit weten. Hij
raadt er maar naar, dat zult u zelf
ook wel inzien. I)ie steek op uw vader
bewijst, dat hij geen feiten heeft."
„Dat heeft me juist zoo vreeselijk
bang gemaakt," zei ze, niet meer
schreiend, maar bleek en star.
„Wat V'
„Dat over vader."
...Moet u daarover tobben lTw vader
is er niet geweest. U wel. Ik weet niet
waarom,én u hoeft 't mij niet te vertellen.
Ik weet niet, wat u gedaan hebt, en ik
zal er niet naar vragen ook. .Maar u
weet in ieder geval, dat uw vader er
niet geweest is."
„Da's juist het erge," zei ze bijna
fluisterend. „Ik weet niét, (lat hij ei'
niet geweest is."
„Hoe bedoelt u
„Er was iemand geweest, voor ik
kwam. Want toen ik de deur opendeed,
zag ik Cleveland dood op den vloer
liggen. Ik zag dat hij dood was."
Hadrian fronste. „Maar waarom hebt
u die revolver opgepakt
„Ik weet 't niet. Ik was geschrokken.
Ik wist niet, wat ik deed. Ik merkte
op straat pas, dat ik de revolver in
mijn hand had."
Hij keek haar ontzet aan en beet
op zijn lip. „0," zei hij, opeens be
grijpend, „u denkt, dat uw vader
Chorley vermoord heeft."
„Ik weet 't niet Ik weet 't werke
lijk niet
„Maar wat kwam u er dan doen
vroeg Hadrian.
„Dat kan ik u niet vertellen. Ik durf
't niet. Maar die reporter zal er achter
komen. Dat weet ik. Hij.... hij had
echte hondenooren."
„Denk nu maar niet meer aan hem,"
zei Hadrian. „Laat hem maar aan mij
over."
„U kunt toch niets beginnen."
„Niet Hij glimlachte verdraag
zaam. „Zooiets is kinderspel voor me
kinderspel. Dat moet u begrepen
hebben, anders had u me niet ontbo
den. Tob niet meer. Ik ga niet weg. De
zaak is veilig in mijn handen. Om u van
dienst te zijn, zou ikzou ik een
heel elftal reporters uitroeien
Hij stond op en liep naar de hall. Hij
keerde zich 0111 en boog, zooals het
aan een ridder betaamt een ridder,
die uittrekt, 0111 een draak te verslaan.
Toen liep hij naar de voordeur, maar
voor hij die bereikte, deed een bediende
haar open om de omvangrijke gestalte
van Mark Trotter door te laten en zoo
kwamen zij andermaal tegenover elkaar
te staan. Trotter keek nijdig en wou
iets zeggen, toen de stem van den sena
tor achter Hadrian opklonk.
„Goeden middag, Trotter," zei die
stem.
Trotter stiet een dikken vinger naar
Hadrian uit. „Wie is dat vroeg hij
ruzieachtig.
„Dat is meneer Hadrian Pink," zei
de senator. „Meneer Mark Trotter."
„Zoo! Die! Wat moet hij hier?"
Hadrian nam het antwoord voor zijn
rekening. „Ik was van plan, u op te
zoeken," zei hij waardig, als een vorst,
die tot een afgedwaald onderd aan spreekt,
„en rekenschap van u te vorderen."
zijn schamel studievertrekje, en tot wie
hij op bijna wonderdadige wijze was
doorgedrongen
Hij had een stelling ingenomen, hij
was een rol gaan spelen en ijdelheid
de gemoedsbeweging, die meer kwaad
en misschien meer goed doet dan eenige
andere wou hem niet toestaan,
zichzelf te verkleinen in haaroogen. Er
zat niets anders op dan doorzetten.
„Ik moest eigenlijk een strijdteeken
hebben," zei hij eenigszins aarzelend.
„Een wat t"
„Een strijdteeken. Een oorlogsvaan."
Een beweging van haar hoofd gaf te
kennen, dat zij 't niet begreep. „Hebben
we niet in huis, geloof ik." zei ze.
,,'t Hindert niet wat. Een handschoen,
een sluier, een zakdoek. Iets dat n aan
geraakt en gedragen hebt. Daar hebben
ridders veel dienst van, als zij optrekken
voor benarde jonkvrouwen."
„O," zei ze, „'11 soort mascotte bedoelt
u. Ik ben zelf.ook bijgeloovig."
Een romantisch antwoord was dit
eigenlijk niet, maar Hadrian moest 't
er mee doen. Zij was zoo schoon, gelijk
zij daar zat, zoo beminnelijk, zoo echt
een sprookjesprinses, dat hij geen aan
merkingen in zich kon toelaten, als hij
naar haar keek.
„U was ergens van geschrokken, zei
u," trachtte hij te helpen.
Opeens leek zij heel klein en erbar
melijk haar groote oogen werden
donker van vrees.
,.'t Was een reporter," zei ze. „Iemand
van een van die afschuwelijke kranten,
waar altijd plaatjes in staan van.
van 't lijk vlak na den moord. Hij
kwam op de golfbaan van de Buiten-
-oeiëteit naar me toe en vroeg allerlei
griezelige dingen."
„Wat bijvoorbeeld i" vroeg Hadrian,
zichzelf en zijn rol vergetend.
„Hij vroeg, of ik met Cleveland Chorley
verloofd was."
„En was u dat V'
„Nee. Maar hij wou me niet gelooven,
toen ik dat zei. En toen vroeg hij, of
ik veel met Cleveland Chorley om had
gegaan. En of hij me wel eens ge
vraagd had."
„En u zei
„Ik zei o.veral nee op."
„Verder niets
„O ja, nog veel meer. Hij vroeg, of
ik ruzie met Cleveland gehad had. En
toen wou hij weten 't zijn letterlijk
zijn woorden of Cleveland me een
strop had laten halen. Ik zei, dat we
geen ruzie hadden gemaakt en dat hij
me geen strop had laten halen, en toen
lachte hij. En toen zei hij, dat er hard
moeite gedaan werd om 't zaakje in den
doofpot te stoppen, maar dat je veel
invloed moest hebben, als je dat met
een moord gedaan won krijgen. En toen
zei hij een paar dingen, die me echt
bang maakten."
„Namelijk drong Hadrian.
„Hij zei, dat een senator natuurlijk
veel invloed had en hij vroeg, waarom
mijn vader zoo dringend naar Mark
Trotter gevraagd had, den dag nadat
ze Cleveland Chorley vonden."
„Aha," zei Hadrian.
„En al liep iedereen achter een meisje
aan, daarom hoefde ze nog niet met
pistolen te gaan schieten, zei hij."
„Heeft hij dat gewaagd f"
„Ja, en hij vroeg, waar ik dien avond
geweest was. Ik zei, dat 't hem niets
aanging. En ik heb hem verteld, dat
hij met vader te doen zou krijgen, als
hij iets over me in die ellendige krant
dorst te zetten. Maar daar had hij
heelemaal geen respect voor."
„En verder niets
„En toen zei hij, dat vader misschien
ruimschoots genoeg met zichzelf te doen
zou krijgen." Zij begon zacht te schreien.
„Hij vond vader wel iemand, om leelijk
uit te pakken, als iemand zijn dochter
En gehuild dat ik heb
Sneeuwwitje was zoo goed
voor onsze kookte zoo
heerlijk en ze waschte zoo
mooi.
Dit is heusch een van de
mooiste legplaten van de zes
en Moeder moet vlug nog
twee pakken 1*2* 3' koopen,
want deze legplaat mogen
jullie zeker niet missen.
Moeder vindt zeker wel, dat
jullie den laatsten tijd erg
rustig zijn en goed oppassen.
Dat spreekt vanzelf, als jullie
ook zulke fijne legplaten
hebt.
1*2*3*, Nederlands beste zelf
werkend waschmiddel, doet
de wasch, maar zorgt
voor de kinderen.
Handelsonderneming Arsol - Apeldoorn