QyVlortimer Heurter ARISTON Hornby had dit jaar eens iets nieuws bedacht, om de origineele Fransche mode- snufjes in zijn bezit te krijgen. Het copieeren van de nieuwste Parijsche modellen, vóórdat deze op de markt komen, is voor de New-Yorksche modehuizen een jaarlijks terugkeerende zorg. De origi- neele modellen zijn pas te koop na afloop van de groot.e modeparade in Parijs en dan slechts,tegen fabel achtige prijzen sommige ontwerpen zijn zelfs in het geheel niet te koop. Teneinde te voorkomen, dat de dollarkoningiimen hun inkoopen in Parijs doen, zenden de New-Yorksche modekoningen geregeld hun oopiïsten en ontwerpers naar de Parijsche parade, met de opdracht, zich door middel van spionnage en omkooping een min of meer nauw keurige copie van de nieuwe modellen te verschaffen. Dit jaar had Ariston Hornby echter besloten, aan het gemeenschappelijk complot van de modehuizen niet mee te doen, en zijn eigen weg te bewandelen. Hij wilde alle primeurs van het Parijsche Huis Levin in zijn bezit zien te krijgen en daartoe had hij een aardige intrige opgezet. „Juffrouw Smith," begon hij op een morgen tegen me (ik heb de eer sinds acht jaar zijn secretaresse te zijn), „ik heb iets aardigs verzonnen. Hoe vindt u Hugh Barnett Aan dergelijke vreemde vragen uit den mond van Ariston Hornby was ik allang gewend geraakt een millionnair komt soms op de onmogelijkste invallen. „Hugh Barnett Wel, hij is een heel aardige jongen, meneer," gaf ik ten antwoord. „Vindt u hem knap „Vreeselijk knap." „Een soort Adonis „Als ik Adonis gekend had, zou ik zeggen, dat hij er sprekend op leek," zei ik met een effen gezicht. „Gelooft u, dat hij in den smaak valt van de meis jes V' „Ze zijn allemaal dol op 'm, meneer," antwoordde ik en dat was de eerlijke waarheid. „Allemaal vroeg Ariston Hornby met nadruk. „Allemaal echode ik op denzelfden t.0011. „Zoozei hij en ik dacht, dat ik zijn gezicht zag betrekken. Toen sprak hij de eerste vijf minuten geen woord meer. doch wel keek hij me eens even aan. Hij dacht misschien dat ik zou blozen, maar daar was lieelemaal geen sprake van. Ik kon gerust eerlijk voor mijn gevoelens en meening aangaande Hugh Barnett uitkomen, zonder in verwarring te geraken. Ik ben de drie kruisjes reeds gepasseerd en ik weet dat ik eruit zie, of ik nog tien jaar ouder ben. Hu«h Barnett is daarentegen pas drie en twintig, en lijkt zoo op het oog niet ouder dan achttien. Bij wijze van spreken zou ik zijn moeder kunnen zijn, en als hij soms een standje kreeg van Ariston Hornby, en ik zijn bedrukt jongensgezicht heimelijk gadesloeg, voelde ik werkelijk iets als moederlijk medelijden met hem. Mijn sympathie en bewondering voor Hugh kwam dan ook alleen voort uit een soort moederlijken trots en daarom hoefde ik mij niet te geneeren voor liet enthousiasme, waarmee ik me over Hugh Barnett had uitgelaten. Waartoe die zonderlinge vragen dienden, kon ik intusschen in de verste verte niet vermoeden, 's Mid dags kwam ik er echter achter, toen Hugh privé werd ontboden. Hugh was onze jongste ontwerper, een knap teekenaar en geen onverdienstelijk schilder. Ik ben overtuigd, dat verreweg de meeste dames van onze ateliers en van ons kantoor heimelijk verliefd waren op zijn innemend uiterlijk en on- weerstaanbaren glimlach, doch tot zijn eer geef ik hein na, dat hij zich niet aanstelde als een Don Juan. „Barnett, ik heb een opdracht voor je," begon Ariston Hornby, toen Hugh binnentrad. „Het Parijsche modefestijn is weer ophanden en nu wil ik New York eens 'n verbluffend staaltje toonen van service. Ik wil alle nieuwste snufjes hebben van het Huis Levin. We zullen ze copieeren in onze ateliers en op den dag van de Parijsche modeparade houdt ook New York zijn parade, met origineele Fransche modellen. Jij bent de man. die me de eopieën moet leveren ik zal je er tienduizend dollar voor beta len Na «leze verbluffende inleiding kwam hij met een plan voor den dag, dat me volkomen duidelijk maakte, waarom hij mij 's morgens die zonderlinge vragen aangaande Hugh had gesteld. „De eerste ontwerper van liet Huis Levin is 'n zekere meneer Leduc, zooals je wel weten zult. Zijn voornaamste assistente is Marcelle Dumas, een meis je, dat belast is met het detailleeren van zijn ont werpen. Zij is jong, eer leelijk dan mooi, niet verloofd of zooiets en staat alleen op de wereld. Volgens de inlichtingen, die ik ontvangen heb aangaande haar dagelijksch doen en laten, bemoeit zij zich met niemand en gaat zij geheel op in haar werk. Teekenen en schilderen zijn haar liefhebberijen, haar lievelings uitgangen het Bois de Boulogne, de Madeleine en het Louvre. Voorts is zij gewend, haar tweede ontbijt buitenshuis te gebruiken de eene week in de „Döme", de andere week in de „Rotonde". Hiermee weet je alles, wat je aangaande liet meisje noodig hebt te weten Ariston Hornby tipte de aseh van zijn sigaar en ging voort„Mijn bedoeling is, <iat je zoo spoedig mogelijk ken nis met dat meisje aanknoopt en op vertrouwelijken voet met haar tracht te komen. Dat zal je niet moeilijk vallen je lient een kunstbroeder en je hebt je uiterlijk mee. Zeg, dat je in Parijs bent voor je studie, doch spreek vooral niet over modes. Neem wat krijt- en hontskoolstudies van jezelf mee en toon haar die. Dan zal ze je ook haar werk toonen en als je 't een beetje handig inkleedt, óók het werk, dat zij van Leduc onderhanden heeft. Copieer dat op de een of andere manieren laat de rest dan maar aan ons over. Ik kom zelf ook naar Parijs, zoodra. we een telegram van je ontvangen, dat je aan gekomen bent. Verder laat ik alles aan je eigen inzichten over. Hier is duizend dollar in con tanten en een reiswissel van vijfduizend. Vanavond om tien uur vertrekt de „La France" ik wenscli je een goede reis Zoo luidde de opdracht, die Hugh kreeg. Hij hoefde niets te vragen, ik zag aan zijn gezicht, d it hij alles goed begreep. Oók dat, wat Ariston Hornby niet ouder woorden had gebracht, llij moest Marcelle Dumas liet hof maken, haar vertrouwen in boezemen aangaande zijn bedoelingen en zich ten slotte van haar werk meester trachten te maken. Hugh Barnett maakte niet het minste bezwaar tegen de opdracht en dat had ik ook niet verwacht. Tienduizend dollar is een vorstelijke belooning, waarvoor wei erger dingen misdreven zijn. Intusschen beklaagde ik de arme Marcelle, maar mijn gevoelen had nu eenmaal geen stem in het kapittel van Koning Dollar. Toen Hugh weg was, kwam Ariston Hornby bij mijn schrijftafel staan. „En, juffrouw Smith, zou hij slagen, denkt u vroeg hij opgewekt. „Ik denk het wel," antwoordde ik, zonder de minste geestdrift. „Ik ben er ook van overtuigd. Wel, is het geen aardig spelletje, dat ik verzonnen heb Als Hugh Barnett '11 beetje fortuinlijk is, krijgen we alle primeurs van I>evin in handen. Een kolossale grap de nieuwste Parijsche modes het éérst in New York te zien." Het was een kapitale grap nog nooit eerder vertoond in New York. Maar ik dacht aan Marcelle Dumas. Als Hugh serieus te werk ging, kon het een verdrietige geschiedenis voor haar worden. „Voor dat meisje is het spelletje zoo aardig niet," waagde ik op te merken. „Hm, neen, maar als zij last krijgt, zal ik haar schadeloos stellen," bromde Ariston Hornby, blijk baar een beetje ontstemd door mijn opmerking. Vijf dagen lang zweeg hij over de geschiedenis. Toen kwam er op '11 namiddag een telegram van Hugh. „Vanmorgen aangekomen, vanmiddag reeds ken nis gemaakt. Adres Rue de Sèze no. 19." „Heel goed, onze Adonis zet er haast achter," glunderde Ariston Hornby. „Juffrouw Smith, we vertrekken vanavond met de „Bretagne" naar Frankrijk. Ga maar gauw naar huis, om uw koffer te pakken Het was niet de eerste maal, dat ik zoo onver wachts met hem op reis moesthij beschikte altijd over zijn personeel, alsof het lijfeigenen waren. Maar hij betaalde de hoogste salarissen van New York en hij was ook wel populair bij het personeel. Ik ging naar huis en pakte mijn koffer, 'k Zag Ariston Hornby pas terug aan boord van de „Bre tagne", toen het schip al in volle zee was. „Hallo, juffrouw Smith," kwam hij plotseling naast me staan aan de reeling. „Een plotselinge reis, ik hoop dat we nu weer spoedig terug kunnen keeren Als hij met zooveel vuur sprak, leek hij bepaald nog jong. Hij was trouwens niet ouder dan vijf en veertig, maar hij was reeds lieelemaal grijs. Zijn zaken waren wel eens slechter gegaan dan tegen woordig en hij had hard moeten werken, 0111 het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 4