5 zoover te brengen als hij nu was. Vermoedelijk lag daarin de oorzaak, dat hij niet getrouwd was hij had geen tijd gehad, zich aan een vrouw te wijden. Dat was te betreuren ik kende hem vol doende om te weten, dat hij alle goede eigenschappen bezat, om een vrouw serieus gelukkig te kunnen maken. Onze reis verliep voorspoedig en naarmate we Europa naderden, werd hij ongeduldiger. Zoodra we in Parijs onzen intrek hadden genomen in het Grand Hotel, verzocht hij me Hugh op te bellen. Wijl Ariston Hornby een bekende figuur was in Parijs en het gevaarlijk kon zijn voor zijn plannen, als het bekend werd, dat er betrekkingen bestonden tusschen ons en Hugh, had hij bepaald, dat alle afspraken telefonisch zouden geschieden. Ik kreeg Hugh weldra aan de telefoon. ..Hallo, juffrouw Smith, zeg maar tegen den baas dat alles goed gaat," zei hij enthousiast. „Wat wil je daarmee zeggen vroeg ik "n beetje koel. „Wel, dat alles naar wensch gaat. Die Marcelle is 'n aardig meisje, ik kan best met haar opschieten. Ze heeft me voor het eerst vanavond in haar atelier genoodigd zoodra ik weer thuis ben, bel ik u nog even op." Ariston Hornby was tevreden met Hugh's vor deringen. „Hij zal slagen, en wie weet hoe spoedig reeds," zei hij overtuigd. Zijn woorden hielden een voorspelling in. Dien zelfden avond nog meldde Hugh me zijn eerste succes. „Ik heb een beeld van 'n avondtoilet en een strandpyama gecopieerd," zei hij geestdriftig. „Ze gaf me allen tijd, om het te bestudeeren en ik heb elke lijn en elke plooi in mijn geheugen gegrift. Zooeven heb ik alles gecopieerd, ik zal het u toe zenden over de post." „Heel goed," zei ik en ik ergerde me aan zijn juichtoon. Het moest een heele kunst geweest zijn voor zoo'n Adonis, een meisje met een alledaagsch uiterlijk te misleiden Ariston Hornby was al even enthousiast als hij. „Een aardig spelletje spelen die twee," zei hij glunderend. „Zij is erin gevlogen. Nog nooit is Parijs zoo mooi bij den neus genomen als nu. En dat door een Yankee. Hij had den grootsten schik, doch toen den vol genden morgen Hugh's copieën bezorgd werden, was hij bepaald uitgelaten. Hij gaf me last ze zorg vuldig op te bergen en nam me vriendschappelijk bij den arm. Een oogenblik geloofde ik werkelijk, dat hij van plan was de zitkamer met me rond te dansen „Dat succes gaan we vieren, juffrouw Smith," zei hij met een jongensachtigen juichtoon in zijn stem-.- „Maar eerst gaan we vanmiddag naar de „Dóme", om eens te kijken hoe onze Adonis het maakt." „Zooals u beveelt," zei ik zoo officieel mogelijk. Hij keek me een beetje verbaasd aan. Toen wendde hij zich plotseling af. „Ik beveel niets," zei hij knorrig en daarop verliet hij het vertrek. 's Middags gingen we naar de „Döme". Toen we binnentraden, viel mijn blik het eerst op Hugh. Hij zag er opgewekt uit en de blik, dien hij me schijn baar toevallig toewierp, was vol beteekenis. Naast hem zat een meisje van ongeveer twee en twintig jaar een teer wezentje met 'n smal gelaat en groote, van geluk stralende oogen. Zij was inderdaad niet mooi, maar de uitdrukking van haar gelaat had iets onweerstaanbaar aantrekkelijks, dat mij direct voor haar innam. „Ken je dien meneer, Marcelle hoorde ik Hugh overmoedig vragen. „Neen, wie is hij dan t" informeerde het meisje. Zij had een melodieuze stem, die zelfs Ariston Hornby opmerkzaam maakte. „Nooit gehoord van Ariston Hornby f" vroeg Hugh wat zachter. „O ja, de groote Néw-Yorksche modekoning," antwoordde Marcelle Dumas. „Zoo, is hij dat Ben je met hem bekend t" „Alleen van een plaatje," lachte Hugh. „En daar stond hij zeker niet op als 'n heilige f" fluisterde het meisje ondeugend. Toen lachten ze allebei, schoven wat dichter bij elkaar en bogen vertrouwelijk hun hoofden naar elkander toe. „Onze Adonis heeft beslist een verovering ge maakt," fluisterde Ariston Hornby me toe. „Het blijkt een voordeel te zijn, als je zoo'n knappen jongen aan je zaak kunt verbinden." „Een goedkoope verovering en géén om erop te roemen," wreef ik hem quasi onschuldig onder den neus. „Hm, hm," bromde hij en daarop sprak hij niet meer over zijn aardige spelletje. O]) dit eerste succes van Hugh Barnett volgden nog een aantal andere. Avond aan avond zond hij ons copieën van 'n keur van de duurste toiletten zeven dagen achtereen, sommige modellen zelfs uitgewerkt tot in de minste détails. Hoe hij erin slaagde, eiken dag weer die teekeningen aan de arme Marcelle Dumas te ontfutselen, begrepen wij niet; er viel echter uit op te maken, dat zijn invloed op het meisje wel héél groot moest zijn. Zoo ver zamelde ik in een week tijds acht en veertig copieën van de nieuwste Parijsclie modesnufjes, ongeveer het heele arsenaal van dit jaar van het Huis Levin. Ariston Hornbv droomde hardop schitterende droomen van aanzien en macht als we samen waren, doch intnsschen begon de tijd te dringen, dat er een aanvang werd gemaakt met het detailleeren van de modellen en met het knippen, passen en naaien van de voor-modellen. „Morgen vertrekt de „Gascogne" morgenmiddag breken we hier op en vertrekken we naar Le Havre," besloot Ariston Hornbv op den morgen van den negenden dag van ons verblijf in Parijs. „Wilt u Barnett waarschuwen, juffrouw Smith Hij moet dezelfde boot nemen, we hebben hem noodig voor het detailleeren. Het spelletje is uitgespeeld, ik ben zeer tevreden met het resultaat. Ik belde terstond Hugh op. Hij zei, dat hij Marcelle reeds voorbereid had op zijn vertrek en dat hij had voorgegeven, wat studies te willen gaan maken aan de kust. „Zij zal nog wel eens aan je denken, als je niet meer komt opdagen," kon ik niet nalaten schamper op te merken. „Ja.... ja....," antwoordde Hugh aarzelend en blijkbaar beschaamd. Hij zei tenminste niets meer en verhrak de verbinding. Dien dag besprak ik hutten op de „Gascogne" en maakte toebereidselen voor ons vertrek. Na het diner bleef ik alleen, Ariston Hornby was uitgegaan. Het was ongeveer acht uur 's avonds, toen ik aan de telefoon geroepen werd. Hugh belde op en ik dacht niet anders, of hij had me iets te vragen aan gaande de reis. Het was echter voor heel iets anders. „Juffrouw Smith, zou u niet zoo goed willen zijn even naar de Rue de Gancourt te komen hoorde ik zijn bevende stem door de telefoon. „Rne de Gancourt, wat is daar te doen vroeg ik verbaasd. „Daar ben ik op het oogenblik bij Marcelle," antwoordde Hugh. „Nummer veertig, vier hoog, appartement zeven...." Er was iets in den toon van zijn stem, dat ook mij opwond. Ik hing de telefoon op en kleedde mij vlug. Toen liet ik een taxi roepen en reed naar het opgegeven adres. Tot op het oogenblik dat ik appar tement no. 7 binnenstapte, had ik er niet het flauwste vermoeden van, waartoe ik verzocht was te komen. Doch toen ik de deur achter me gesloten had, begon ik reeds iets te begrijpen. De kamer was ingericht als atelier en op de teekentafel zaten Hugh en Marcelle met één arm om eikaars hals en met gezichten, alsof zij bezoek hadden gehad van een spookIk kreeg zelfs geen gelegenheid een groet te stamelen Hugh was me vóór. „Juffrouw Smith," begon hij met een berouw- vollen trek op zijn knap jongensgezicht, „juffrouw Smith, ik heb Marcelle alles bekend „Ja, en ik heb hem vergeven," vulde het meisje aan en ze kuste Hugh, zonder zich voor mij te genee- ren, op allebei zijn wangen. De situatie was een beetje zonderling, maar ik ben nogal ruim van begrip. „Hartelijk gefeliciteerd," zei ik. „Ik hoop dat jullie gelukkig zullen worden. Ik spreek namens mezelf; wat Ariston ervan denkt, weet ik niet. Eigenlijk gaat het hem niets aan. Maar ik begrijp nog niet, waarom jullie me hals-over-kop hierheen hebben geroepen. Dat je verliefd op elkaar was, had je me ook wel telefonisch kunnen zeggen, als je meende, dat ik het interessant zou vinden." Ze gaven eerst geen antwoord, doch keken elkaar alleen maar aan. Toen scheen Hugh uit het een of ander in Marcelle's gezicht 'n beetje moed te putten. „Het. het gaat om die copieën, juffrouw Smith," stamelde hij. „Zou u die mij niet terug willen geven Marcelle is diep ongelukkig als. Verder kwam hij niet. Marcelle begon te schreien. „Ik krijg nergens in Frankrijk een betrekking meer," snikte ze. „Niemand anders dan ik krijgt die ontwerpen zoo compleet in handen en als meneer Hornby erinee uitkomt in New York...." Zij begon hartverscheurend te huilen en ik geloof waarachtig, dat Hugh ook tranen in zijn oogen kreeg. Er werd iets wakker in mijn moederlijk gemoed en om dien tranenvloed te stuiten, kuchte ik 'n paar maal hard. Toen sloeg ik een toon aan, zooals vroeger mijn Zondagsschooljuffrouw deed tegenover lastige kinderen. „Hoor eens, dat aardige spelletje van Ariston Hornby heeft me van den beginne af aan gestuit," zei ik. „En ik ben niet ongenegen wat voor jullie te doen, ongeacht de gevolgen, die het voor mijn eigen positie kan hebben. Maar vóór ik iets doe, wil ik weten waartoe het dienstig zal zijn. Wat. zijn jullie plannen „Ik neem vanavond schriftelijk ontslag en over twee weken trouwen we," zei Hugh en hij keek het meisje aan met een blik vol overgave. „En dan vroeg ik meedoogenloos als een rechter van instructie. „Nou, en dan zijn we gelukkig," zei Marcelle met een verliefden blik naar Hugh. „Als ik het meneer Ledue vraag, krijgt Hugh direct een plaatsje op ons atelier. Tegenover zulke goede voornemens liet ik mijn twijfel, of het wel ernst was van Hugh, eindelijk varen. Ik beloofde hun de copieën te zullen ver nietigen en tot dank had ik van hen allebei een storm achtige omhelzing te doorstaan. Ik maakte gauw dat ik weg kwam, en met een liart vol vrees keerde ik in het hotel terug. Ariston Hornby was ook reeds teruggekeerd. Hij zag bepaald aan mijn gezicht, dat er iets niet in orde was, want hij stond uit zijn fauteuil op en keek me bezorgd aan. „Wat is er, juffrouw Smith V' Ik hapte maar ineens door den zuren appel heen. „Dat aardige spelletje van u is bedorven," zei ik somber. ,,Er heeft zich een derde mee bemoeid. Hij werd plotseling bleek en kwam een stap naar me toe, „De politie fluisterde hij kil, blijkbaar in de meening, dat Marcelle Dumas Hugh's rolletje ontdekt had en aangifte had gedaan van modellen- plagiaat of ideeëndiefstal. „Neen, gelukkig niet," stelde ik hem gerust. „Maar u heeft iemand anders vergeten. Araor heeft er zich mee bemoeid. Die twee zijn verliefd op elkaar geworden. Om zijn aanstaande vrouw niet ongelukkig te maken, heeft Hugh zijn copieën teruggehaald. En hij heeft, meteen ontslag. „Wat, teruggehaald viel Ariston Hornby me in de rede. Hij was plotseling rood van woede gewor den en trad nog een stap dichter op me toe. „En hebt u ze afgegeven f" Ik knikte bevestigend ik durfde niet. zeggen dat ik ze nog had, want dan was ik ze kwijt geweest. „Jawel, ik heb ze hem teruggegeven," zei ik ten overvloede. Ariston Hornby werd eensklaps ijzig kalm. „Dan zullen we maar korte metten maken." hernam hij. „Barnett heeft zijn ontslag. Vraag hem morgenvroeg om zijn afrekening en betaal hem, behalve den passagiersprijs naar New York, niet meer dan één maand salaris uit. II heeft uw ontslag met ingang van den dag, dat we voet zetten op Amerikaanschen bodem. Van Barnett's afrekening kunt u drie maanden salaris voor u zelf afhouden. Verreken de rest met den kassier. Ik hoop, dat u zichzelf zult. kunnen redden gedurende de reis, ik wensch niet gestoord te worden. Ik was voorbereid op alles, ook op mijn ontslag, maar niet op zulke harde woorden, die ik nog nooit uit zijn mond gehoord had. Ik deed eerlijk mijn best mij te beheersclien, maar toch kon ik niet beletten, dat de tranen in mijn oogen sprongen. Om die kinderachtige zwakheid te verbergen, keerde ik me vlug om en liep naar de deur. Doch vóór ik den knop beet had, voelde ik een hand op mijn arm. En toen hoorde ik Ariston Hornby spreken, zooals nog nooit tevoren met een stem, die trilde. „Vergeef het me maar, ik bedoelde het zoo kwaad niet. We. we moesten het voortaan maar anders doen. Ik bedoel.... zonden wij dien.... dien Araor er ook niet bij kunnen halen, Mabel Smith Ja, wat kon een meisje als ik daarop nu ant woorden Ik was dertig en ik zag eruit als veertig. En Ariston Hornbv was vijf en veertig. Hij had grijs haar, maar grijs is toevallig mijn lievelingskleur. En ook overigens mocht ik hem wel. Maar om hem dien harden uitval betaald te zetten, liet ik hem toch tot den volgenden morgen in onzekerheid zitten. Toen kon ik het niet over mijn hart krijgen hem langer te laten wachten Amor was in het spel. -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 5