ZWARTKOP SHAMPODOR
Halitran 1200
°U7eg mettle
H
lijn kinderen geef ik eiken dag
Halitran 1200
60
Uw kind komt aan door Halitran
De senator ging op die vraag niet in.
„Ik vind nu niets meer belangrijk,"
zei hij, „behalve Ariadne. Er moet
over haar gewaakt worden." Zijn han
den balden zich tot vuisten. „Ik had
dien kerel nooit in mijn huis moeten
laten. Als hij dat kind 't hoofd op hol
heeft gebracht, zou 't me haast spijten,
dat ik hem niet dood heb geschoten."
„Laten we logisch blijven," zei Ha
drian vermanend. Toen bleef hij even
zwijgend staan kijken. „Of nee 't is
misschien beter van niet," ging hij
voort. „Laten we liever naar het ge
voel luisteren. Al mijn gevoelens zeggen
mij, dat Ariadne te. te fijn en te
mooi en te edel en. alles is, om zich
in zoo'n narigheid te werkeii."
De senator kreunde en liet de revolver
in zijn zak glijden.
„Dus u denkt," zei Hadrian, „dat
't nog hier is, wat u zoekt. Hm....
't was hier in ieder geval op den avond
van den moord."
„Ik geloof, dat ik u maar in ver
trouwen moet nemen," zei de senator.
„Chorley wou aan mij verkoopen. Ik
ben hier óók geweest den avond van
den moord maar eerder dan u en
mijn dochter, want de kamer was nog
aan kant. Chorley lag dood op den
vloer. Ik kwam om te koopen, maar de
koopman was dood."
„Misschien heeft de moordenaar 't
meegenomen."
„Dat denk ik niet," zei de senator.
„Dan had Trotter...."
„Wat had Trotter vroeg een booze
stem aan de deur. Die sprong open en
op den drempel stonden Porter Vane en
Mark Trotter.
„Zoo, zoo," zei de politieke drijver.
„Dat kan een mooie afrekening wor
den."
EENENTWINTIGSTE
HOOFDSTUK
HADRIAN voelde een schok. Het
was niet de verrassende entrée
van Vane en Trotter, die hem
met zooveel kracht trof. Het was iets
grooters, iets verbazingwekkenders. Het
was een schokkende gewaarwording van
een soort, die hij zelfs met zijn stoutste
verbeelding nooit mogelijk geacht zou
hebben, en die hem nu met stomheid
sloeg. Die gewaarwording was deze
hij was niet bang.
Nog nooit van zijn leven had hij een
kans overgeslagen, om bang te zijn
nog nooit had hij de gevoelens van
een opgejaagd konijntje gemist, als er
maar de minste gelegenheid was, ze
machtig te worden. Maar nu miste hij
die gevoelens. Nu, in den grootsten nood
van zijn leven, voelde hij zich volkomen
rustig, wel wat opgewonden en zich be
wust van het groote gevaar, maar geens
zins angstig. Hij kon zien en denken.
Hij voelde geen neiging om onder
meubels te kruipen en geen behoefte
aan het leerboek. Zoo groot was zijn
verbazing om die ontdekking, dat hij
haar zonder erg onder woorden bracht.
„Groote goedheid," zei hij, „ik ben
werkelijk Hadrian Pink Hadrian
Pink de Groote."
Dit waren nu niet juist de woorden,
die Mark Trotter verwacht had te
zullen hooren. Zij hielden hem, om
zoo te zeggen, midden in zijn sprong
tegen. Porter Vane stiet zijn elleboog
aan.
„Pas maar op, chef," zei hij fluis
terend. ,,'t Is een kwaaie. Ik zal de
jongens fluiten."
„Ik heb geen jongens noodig," zei
Trotter woest.
„Met dien klant wel. 't Is een taaie."
„Als 't er dan maar meer dan vier
zijn," sprak Hadrian koninklijk.
Trotter stoorde zich niet aan Vaue
en ook niet aan Hadrian. Hij wendde
zich direct naar den senator.
„Ik zei afrekening, Joyce," zei hij.
„We hebben hier iedereen in de kamer,
die op de hoogte is van 't bestaan van
die brieven en staten. Je kwam er
zeker naar zoeken, hè I"
„Inderdaad," zei de senator.
„Leuk dat ik je net tref," zei Trotter.
„Heb je er wel aan gedacht," zei
Joyce, „dat een senator van de Ver-
eenigde Staten niet sterft of verdwijnt,
zonder dat er lastige vragen gesteld
worden nog lastiger dan in de zaak
Cleveland Chorley t"
„Ze hebben mij nog niets gevraagd,
of ik kon er op antwoorden," zei
Trotter.
Hadrian stond den toestand koel en
logisch te bekijken. De senator en hij
vertoefden in deze kamer, van de
wereld afgesloten, waar zij eigenlijk het
recht niet hadden te zijn. Trotter en
Vane waren ongetwijfeld beiden gewa
pend. Onder aan de donkere trap ston
den nog meer mannen, woestelingen,
misdadigers, die ieder oogenblik boven
konden worden geroepen en die doen
zouden, wat hun bevolen werd. Al kon
hij met den senator langs de twee man
nen in de kamer heenkomen, dan moesten
zij nog die bandieten passeeren.
Trotter zou ongenadig zijn. Hij vocht
voor al wat hem lief was in 't. leven
zijn machtspositie. Misschien vocht hij
voor 't leven zelf, als hij schuldig was
aan den moord op Chorley. En de twee
eenige personen, die een bedreiging voor
hem waren, had hij hier in de hand.
't Leek inderdaad te worden, wat Trotter
voorspeld had een afrekening.
Trotter kneep nadenkend zijn kleine
oogjes half dicht en zijn opgeblazen
gezicht stond grimmig.
„Ze zullen mij niets vragen," zei hij.
„Er bestaan nog alibi's óókStraks
gaan Vane en ik hiér vandaan, en dan
gaan we naar de een of andere gelegen
heid, waar geloofwaardige menschen
ons zien en met ons praten. Jullie
blijven hier. Denkelijk den heelen nacht.
Tegen dat 't licht wordt, hoort de een
of ander misschien schieten en dan
komt hij kijken. Misschien roept hij de
politie. Als er hier geschoten wordt,
laten we zeggen morgenochtend om zes
uur, wie zal mij dan iets vragen V'
Hadrian liep naar Chorley's bureau,
gevolgd door Vane's wantrouwende
oogen. Hij ging zitten en haalde zijn
schouders op.
„Kletspraatjes," zei hij luchtig.
Er lag een klein stapeltje verslagen
vail wedrennen op het bureau aan zijn
linkerhand, de papieren, die iedere vaste
klant van de renbanen bewaart, om
de prestaties der paarden bij vorige
gelegenheden te kunnen nagaan. Hij
nam onverschillig zoo'n papier op, keek
op de buiten-pagina en sloeg het open,
om binnenin te kijken.
Zijn oogen werden grooter en hij
keek nog eens nader. Tegen de blad
zijde was een getypte brief geplakt, een
brief met het hoofd „Bouwmaat
schappij Pickchester". Hadrian vergat
de kamer, vergat heel hun hachelijken
toestand, terwijl hij den brief las. Het
was wat de kranten zoo vaak noemen
een bezwarend bewijsstuk. Er kwam
een zekere verbazing in hem op, dat
menschen, die zich met geheime en on
eerlijke practijken afgeven, zoo brutaal
op papier konden zetten en onder
teekenen, wat hij nu las maar dat
zulke dingen gebeurden, wist hij wel.
Zulke brieven werden niet alleen ge
schreven, maar ook bewaard.
Hij sloeg nog een blad om en vond
er weer een brief op geplakt. Tot zijn
ongenoegen voelde hij zijn hart sneller
yervolg op pag. 34
Doorsnede van een te droge
hoofdhuid: aan de opper
vlakte roos losgelaten
huiddeeltjes). Micro-foto.
Roos en poreus, broos haar
zijn kenteekenen van een te sterke
ontvetting van hoofdhuid en haren,
als gevolg van ongeschikte, sterk-
alkalische waschmiddelen, welke meestal slechts voor het
reinigen van niet-levende voorwerpen bestemd zijn
Regelmatige haarwasschingen
met de zeepvrije en niet-alkalische
Zwartkop "Shampodor" geven aan
het haar, geleidelijk aan, de natuur
lijkestevigheid en elasticiteit terug.
Ook roos verdwijnt reeds na kor
ten tijd, zoodra zich de hoofdhuid van de nadeelige invloeden, der
vroeger gebruikte sterk-alkalische waschmiddelen, hersteld heeft.
fiet vnodetyrie AnaJmniAcAmcddet
Voor iedere haarsoort: goud-witte verpakking
Blond-Speciaal: groen-witte verpakking
f
S hamp
zegt mevr. v. d. H., A'dam
alitran 1200. de gouden olie uit de lever van heilbot, 60 x sterker dan
gewone levertraan. Bestrijdt en voorkomt Engelsche ziekte, tetanie,
osteomalacic, anaemie. Bevat een rijkdom aan natuurlijke vitamine A
en D. Vitamine A is noodzakelijk voor den groei en beschermt tegen
ziekten en besmettelijke ziekten. Vitamine D kweekt de tanden en
beenderen.
Halitran 1200 bevat 36.000 Int. Eenh. Vitamine A en 3.000 Int. Eenh.
Vitamine D per gram, d.i. 60 maal meer dan de medicinale levertraan.
Halitran 1200 is gebottelde zonneschijn, en duizenden doktoren in
Nederland schrijven ze voor. Verkrijgbaar alléén bij Apothekers en
erkende Drogisten.
Vitamine A
36.000 Int. Eenh. per gram
Vitamine D
3.000 Int. Eenh. per gram
Flacon f A OC
voor 1 maand