BIJ HET GRAF VAN EEN WERELDVEROVERAAR Zoo teekent Napoleon in 1795 als bataljonscom mandant zijn orders. De niet forsche streek ge- Zoo ziet de, naamteekening zette letler N, waarmede van den keizer er uit als in Napoleon als keizer zijn 1S13 zijn leger bij Leipzig decreten onderschrijft, beslissend wordt verslagen. Ten slotte Napoleoids handteekening als balling op St. Helena. De dood van Napoleon. Vier karakteristieke handteekeningen van Napoleon. NAPOLEON was den Óen Mei 1821 des morgens om 5 uur 49 op St. Helena overleden, nadat hij zeven jaar van z'n leven op dit verlaten eiland in ballingschap Had doorgebracht. In z'n testament schreef hij, dat hij vóór z'n tijd gestorven was, omgebracht door de Engelsche regeeringen haar gehuurden moordenaar (Hudson Lowe, den gouverneur van St. Helena) en wenschte, dat z'n asch rusten zou aan de oevers van de Seine, te midden van het Fransche volk, dat hij zoozeer had liefgehad. Het duurde 19 jaar, voordat deze wensch in vervulling zou gaan. Eerst den 12en Mei 1840 gaf koning Philippe den prins de Joinville opdracht met zijn fregat naar het eiland St. Helena te vertrekken en het stoffelijk overschot van Napoleon Bonaparte naar Frankrijk terug te brengen. I)e scheepsdokter van liet fregat „La Belle Poule", Remy Julien Guillard, opende het graf van den keizer, dat zich op ongeveer één uur afstand van Longwood bevond. In het werk „Geschiedenis van keizer Napoleon", door P. M. Laurent de FArdèehe, uitgegeven door A. P. van Langenhuysen, 's-Graven- hage 1840, lezen wij het volgende zeei interessante verslag van «leze plechtigheid: Hoe het stoffelijk overschot van Napoleon in werd aangetroffen. TPe negen ure werd het graf met eene rij Engelsche soldaten omgeven. Alle per sonen, «lie niet geroepen waren de opgraving bij te wonen, zelfs de werklieden, die men niet onontbeerlijk behoefde, moesten zich ver wijderen. Doctor Guillard sprengde chloorkalk, en te negen en een half uur wer«l «Ie plaat van het graf, door middel van aangebragte werktuigen, opgewonden. De lijkkist van Napoleon stond daar nu, en in dit oogenblik ontblootten alle aanwezigen,dooreenen vrij - willigen, algemeenen en ge- lijktijdigen aandrang het lioof«l. hoezeer «1e steeds voortdurende regen al heviger was geworden. De Abt sprengde wijwater, en bad het De Profundis. Men ontwaarde nu eene doodkist, welke, vrij van alle kanten, op eene steeneu plaat stond, die harer zijds wederom op eene onderlaag van metselwerk rustte. De beide gevolmagtig<len begaven zich in het graf zij bevoiulen het hout der kist vochtig, maar anders in volledig goeden staat, niet uitzonde ring eener kleine plaats van het onderste gedeelte, waar men een gering spoor van verandering aan de buitenste oppervlakte waarnam. Hierop werd de kist naar boven gewonden, en stoiul nu, na negen tien jaren wederom, boven den grond in de lucht, onder het hemelsche gewelf. De plegtige wijding, welke de Katholijke Kerk voorschrijft, volgde thans, en onder geleide van den- biddenden geestelijke werd «le kist, door Britsche krijgslieden, in de daartoe bestemde tent gedragen en nedergezet. Daar naast Het doodemnasker van den grooten keizer. stond de uit Parijs gezon dene kist van ebbenhout, die eene tweede van lood bevatte. Het openen van het geheime. slot der nieuwe ebbenhouten kist vorderde eenen geruimen tijd,daar niemand de kunst greep verstond, tot dat het eindelijk den Baron Las Cases gelukte, die eenmaal «le kist had zien opendoen. De buitenste oude ina- honijliouten kist werd nu geopend, terwijl men de lange schroeven uitzaagde. De tweede looden kist, overal luclitdigt gesloten en gesoldeerd, vertooinle zich aan de oogen, en werd in de uit Frankrijk medegebragte geligt. Het was middag, en men wachtte, om de binnenste kisten te openen, den generaal Middleinore, gouverneur van het eiland, wien de ongunstige toestand zijner gezondheid belet had, «1e nachtelijke opgraving, in slecht weder, bij te wonen. Te twaalf en een lialf ure kwam hij, vergezeld van «len luitenant Barnes, die als plaatsmajoor fungeerde, en den luitenant Miildlemore, die de dienst van adjudant waarnam, bij liet graf aan. Men ging thans, onder eene gespannen aandacht aller aanwezigen, over tot de opening van de looden kist. Daarin bevond zich eene derde kist van niahonij- liout, zoo volkomen behouden, dat men de schroeven, waarmede dezelve gesloten was, kon los draaijeu. Na dat ook «leze kist geopend was, zag men eene van wit blik, welke men wist dat de laatste was. Toen de deksel opgeligt was, ontwaarde men aan vankelijk eene vormelooze massa, onder welke enkel

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 6