MISTIG WEER IN SINJORIA'S HAVEN ■HBi Havenarbeid in den nevel iHc De sleepbootende kleine zwoegers van WE zijn er zoo langzamerhand aan gewoon geraakt het nevelenlieir in de maand No vember onder het oog te zien voorbij trekken. Mist, druilerige nevel, vochtig heid en waterkilte vallen ons alsdan ten deel. Gewis, het zijn de voorboden van de donkere dagen voor Kerstmis. Er zijn vele menschen, wier aard van be roep hen tot ware doodsvijanden van het nevelig weder heeft gemaakt. Om er maar enkele te noemen de persfotografen, de treinmachinisten, de stuurlui aan boord van hun schip of scheepje het doet er niet toe, in beide gevallen moeten zij evenzeer alle aandacht bij de zaak houden de chauffeurs, enz. Inderdaad zij allen zijn het best met schoon weder gediend. Of zag u al eens 'n beroepsfotograaf blij te moede over Gods wegen tippelen, omdat z'n objecten nu veilig en wel achter het tulen mistgordijn geborgen waren en omdat hij nu juist daarom zoo goed werken kon Of hoorde u misschien ook van den treinmachi - nist, die vóór den rit-door-den-mist zijn handen krachtig in elkaar wreef en van louter genoegen een liedeken aanhief Hoorde u zooiets dergelijks van de stuurlui aan boord van schip of scheepje En zag u het opgetogen gelaat „des chauffeurs", wijl hij nu die gevaarlijke bochten in den nevel mocht nemen Het is maar al te duidelijk niemand dezer lieden kan zich verheugen in een dusdanige weersgesteld heid, en dat deze bekommerdheid lang niet voorbarig is, maar veeleer te billijken en bij te treden, blijkt maar al te veelvuldig uit de gazettenberichten. welke ons tallooze verkeersongelukken en scheepsrampen, door den mist veroorzaakt, wisten mede te deelen. Dit natuurlijk voor de bestuurders van voer- en vaartuigen. De persfotograaf moet zich geenszins persoonlijke rampen indachtig zijn bij onklaar weder, ofschoon het hem volkomen vrij staat de hem door dit ongunstig getijde opgedrongen werkloosheid als een onheil, in figuurlijken zin dan. te beschouwen. Den mist ten spijtzal deze cargo toch uitvaren. A nt werpen -op-den -rechteroever in den mist. De goederentrein, die de aangebrachte koopwaren naar het binnenland voert, doemt plotseling op. Meestal komt hij met een ledige „tasch" naar huis. Een enkele maal zal hij trachten tegen dit nevel- doekje op te tornen. Hij komt onder den indruk van de onwaarschijn lijke gedaanten, die links en rechts in grilligen en wazigen vorm vóór hem opdoemen. (Ja, de mist schept een geheel ander, een ongewoon uitzicht der dagelijksche dingen Huizen, monumenten en andere roerende of onroerende dingen krijgen nu een zekere bekoring over zich. Zie, hoe droomerig onze kathedraal daar midden den huizenkrans praalt. Zie ook, hoe de boulevards, onze straten en pleinen met een mystieken schemer omtogen worden. En hoe vallen ons de rust en de stilte daar in op. Ik weet niet hoe het komt, maar dit is zeker een stad in den mist wordt stil en ingetogen haar geluiden klinken nu gedempt en fluweelig. Wezenlijk alles, wat nu in de stad tiert en leeft, houdt thans gelijken tred met de „schuchterheid" om ons zoo uit te drukken der nevelen. En kom naar de haven. Daar gaat het hard labeur zijn gewonen gang. De hijschkranen kreunen en zuchten er onder den zwaren last der goederen die in de ontzaglijke scheepsruimen verdwijnen of er uit te voorschijn komen. De dokkers en sjouwers roepen elkaar toe, op hun gewone manier, zooals zij zich eiken dag tegenover hun gezel uiten. En toch schijnt het ons, dat de mist ook hier zijn domper over de geluiden heeft geplaatst, dat ook hier „con sordino" wordt gewerkt. Maar schoon en ondoorgrondelijk ontvouwt zich de stroom, de Schelde, onder het oog. Met haar vele schepen en scheepjes, die een wirwar van masten en getakel in de hoogte tillen, lijkt zij ons nu een onafgewerkt geheel. Er is geen begin, er is geen einde aan. Thans kunt ge niet zien, waar ze begint, waar ze eindigt. De Schelde, zij ligt daar plots voor u.... een brok is zij slechts...-, een fragment en van de vele stoomers, die zij draagt en die aan haar oevers rusten, bemerkt men nauwelijks voor- en achtersteven tegelijk. zoo speelt de mist hier zijn perten. Bij een dergelijk interessant en eigenaardig voorkomen valt het ons niet moeilijk de gezindheid van den fotograaf te vermoeden, die tegenover dit fotogenieke aanschijn komt te staan. Want, waarachtig, de haven van Antwerpen-in-den- mist is ten overvloede fotogeniek en dat het moeilijke experiment de opnamen ervan gelukte,be wijst u deze interessante bladzijde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 11