OP JACHT ALS 't najaar nadert en de jacht geopend wordt, dan klinkt er dag aan dag het ge weer van den jager over de Zeeuwsche akkers. Soms knalt en ratelt het over het land als van mi trailleurs. Hazen en konijnen draven en tuimelen, staart in de lucht, door elkaar de schrik zit er danig in. Maar den Zeeuwschen jager ontloopen ze niet licht. Zoo'n klopjacht is een sport, die herinnert aan de vérre tijden, toen de voorvaderen er stam- en dorpsgewijs op uittrokken om den leeftocht voor den dag te bemachtigen. Zij zit ons nog in het bloed. Maar een sport voor teergevoelige jongedames is zij niet. Het kan er met de tegenwoordige automatische en trefzekere vuur wapens wel 'ns wat bloedig naar toe Verzamelen voor een der klopjachten op „Groot Eiland'onder Hulst. In het lage houtgewas schuilen heel wat slachtoffers. Links: De honden apporteeren het geschoten wild. Rechts: De landeigenaar, een ware Nimrod, zoekt zi jn plaats op in het jachtgebied. Hier is geen ont komen aan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 16