OP
JACHT
ALS 't najaar nadert en de
jacht geopend wordt, dan
klinkt er dag aan dag het ge
weer van den jager over de
Zeeuwsche akkers. Soms knalt en
ratelt het over het land als van mi
trailleurs. Hazen en konijnen draven
en tuimelen, staart in de lucht, door
elkaar de schrik zit er danig in. Maar
den Zeeuwschen jager ontloopen ze
niet licht.
Zoo'n klopjacht is een sport, die
herinnert aan de vérre tijden, toen de
voorvaderen er stam- en dorpsgewijs
op uittrokken om den leeftocht voor
den dag te bemachtigen. Zij zit ons
nog in het bloed. Maar een sport voor
teergevoelige jongedames is zij niet.
Het kan er met de tegenwoordige
automatische en trefzekere vuur
wapens wel 'ns wat bloedig naar toe
Verzamelen voor een der klopjachten
op „Groot Eiland'onder Hulst. In
het lage houtgewas schuilen heel wat
slachtoffers.
Links: De honden apporteeren het
geschoten wild.
Rechts: De landeigenaar, een ware
Nimrod, zoekt zi jn plaats op in het
jachtgebied.
Hier is geen ont
komen aan.