wfw Hij liad het opgenomen als een kruis en meegetorst versmachtend van dorst naar de vrijheid, maar zonder de minste hoop, dat hij er zich ooit nog eens aan zou mogen laven. En nu lag daar plotseling de heerlijke vrijheid voor hem open. Het was ongeloofe- lijk, verbijsterend. Hussein bleef hem glimlachend gadeslaan. „Mijn vriend is nu vrij hij kan gaan en blijven," ging hij voort. „Hij kan een gids meekrijgen naar Sjibam of Terim en voldoende geld, om naar Engeland terug te keeren. Hij kan ook blijven als gast van den stam. Ik wil hem een eigen tent geven en ka- meelen en Suleilah als vrouw. Mijn vriend kan kiezen, wat hem behaagt zijn wensch zal mij gelijk zijn aan een bevel." John Seymour boog het hoofd tot dank. Hij keek naar Suleilah een wilde roos der woestijn maar hij zag Jane Moore. Zij was de vrouw van zijn droomen, die hem het kruis had helpen torsen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat door de zondoorzengde woestijn en van 's avonds laat tot 's morgens vroeg in zijn eenzame nachten in de tent, als hij haar naam had uitgeschreeuwd als een kreet om redding. Jane!.... Hij huiverde van aandoening, nu hij zeker wist haar terug te zullen zien. Al die jaren door had een inwendige stem hem geschraagd met de belofte, dat zij op hem wachten zou zélfs nog toen hij de hoop reeds lang had opgegeven en zich had ingeprent, dat het onzinnig zou zijn, als Jane nu nog op hem wachtte. De vraag of zij inderdaad nog vrij was, kreeg thans pas een gewichtige beteekenis. Neen, hij twijfelde niet hij wist, hoeveel zij van hem gehouden had. Maar toch voelde hij eenige onrust in zich opkomen. Hij kreeg haast vandaag zou het nog niet-, maar morgen kón het misschien te laat zijn. Hij zou sjeik Hussein vragen hem zoo spoedig mogelijk te laten vertrekken naar Sjibam, dan was hij het dichtst bij Yemen. ,,lk ben u zeer dankbaar, sjeik...." begon hij. Toen zweeg hij plotseling weer vanuit de verte klonk motorgeronk. Hussein hoorde het ook en stond op. Aan de kim hing een zwarte stip tegen den hemel, die al grooter werd en nader kwam. Alle Bedawins verlieten de tenten de kinderen klemden zich bevreesd aan de kleeren van hun moeders vast. Met donderend geraas kwam het vliegtuig in hun richting. Het vloog laag scherp teekende het monster zich tegen het heldere blauw van den hemel af. „Een gevechtsvliegtuig van de Royal Air Force," merkte John Seymour op. Het was voor het eerst, dat een vliegtuig lien zóó dicht naderde en sjeik Hussein was opgetogen. „Prachtig, prachtig. mompelde hij. Daarboven in de cockpit zaten twee piloten. „Kijk, een stam zwervende Arabieren de plaag der woestijnreizigers." zei een hunner. „Volkomen geïsoleerd van de wereld zouden ze al weten, dat er oorlog te wachten staat tusschen Italië en Abes- sinië V' „Ik geloof niet. dat ze er zich voor zullen interes seeren," lachte de ander. „Wou je soms dalen en het hun even meededen Gooi dan liever een pak kranten naar beneden, dan weten ze 't ook. Het volgende oogenblik dwarrelde er een pak Engelsche kranten naar omlaag. Nauwelijks lag liet op den grond, of de eerste piloot begon spottend te lachen. „We zijn idioten welke zwervende Arabier leest nu in vredesnaam Engelsch „Geeft niet," grinnikte de ander, „in elk geval is de „Times" heel geschikt behangselpapier. Beneden in het kamp was liet pak kranten op geraapt. Een der Bedawins bracht liet aan sjeik Hussein. „Mijn vriend, dat zijn bladen, die ik niet lezen kan," glimlachte hij en hij bood ze John Seymour aan, die ontroerd het vliegtuig bleef nastaren. Werktuiglijk nam hij ze aan. Hij had in geen vier jaar een Engelsche krant onder het oog gehad en liet weerzien van dien bekenden druk greep hem plotseling zoo sterk aan, dat liij zich schaamde voor zijn ontroering en zijn gezicht achter een open gevouwen krant verborg. Zonder iets te lezen dwaalde zijn blik langs de kolommen. Hij bleef rusten op een klein kopje van de laatste rubriek „Societynieuws". En toen hechtten zijn half- benevelde oogen zich plotseling vast aan een naam, die hem gedrukt voorkwam met vlammende lettere. Jane Moore. Alsof een koele hand zijn ontroering op de vlucht joeg, kreeg hij eensklaps al zijn zelfbelieereching terug. Hij las en geen trek in zijn vermagerd gezicht verried, wat er in hem omging. „Naar wij vernemen is eerstdaags de publieke verloving te wachten van miss Jane Moore, een nicht van lady Mary Moore, met mr. George Kenneth, advocaat bij liet High Court. Men zal zich her inneren, dat miss Moore vroeger verloofd is geweest met mr. John Seymour, die vier jaar geleden tijdens een reis naar Maskat- aan de Piratenkust verdween en van wien men aanneemt, dat hij vermoord of verongelukt is. Miss Moore is 23 jaar. mr. George Kenneth 28 jaar oud. Het huwelijk zal waarschijn lijk nog dezen zomer plaats vinden." John Seymour boog even het hoofd, toen hij het berichtje gelezen had. Vier jaren had Jane op hem gewacht, vier jaren om hem getreurd. Eindelijk liad zij een nieuw geluk gevonden. En als hij thans terugkeerde en door zijn verschijning de oude gevoelens voor hem eens wakker riep of zelfs maar twijfel, of misschien een zwaren tweestrijd teweegbracht in haar hart Zou zijn terugkeer haar niet alleen maar ongelukkig maken En was er nu nog wel iets, dat hem naar Engeland trok Kon hij niet beter hier blijven en de wereld in den waan laten, dat hij gestorven was Zijn hart gaf antwoord op al die vragen en zijn oogen zochten het vliegtuig. Het hing daar nog als een ver verwijderde stip aan den hemel Jane's schutsengel, die haar ernstig bedreigd geluk in bescherming had genomen. Zijn boodschap leek een vingerwijzing van den hemel en John Seymour had haar begrepen. Met een ruk wendde hij zich naar sjeik Hussein om. „Ik dank u voor mijn vrijheid," zei hij, „maar als u het mij toestaat, zou ik nog gaarne eenigen tijd van uw gastvrijheid gebruik willen maken." Hussein glimlachte en zijn blik dwaalde naar Suleilah. Maar John Seymour schudde het hoofd. „Nieuws van huis," zei hij raadselachtig en met ingezakte schouders verdween hij naar zijn tent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 5