dokter
zegt....
B E L A N C R IJ K
„Voeten tijdens de jeugd
bedorven,
voor altijd bedorven!
23
dat haar herinnerde aan de kermis
klanten, die, onder gegil van hun dames,
zoo hard van de rutschbaan konden
glijden, dat je er koud van werd. Dik
stond in spanning achter de voordeur
en de andere spuitgasten wachtten
eveneens met ongeduld op het groote
oogenblik.
Juist was de koekoek voor de vierde
maal uit het luikje in de klok te voor
schijn gekomen, toen Neeltje riep
„Mevrouw, mevrouw, de belEn
tante Koos gilde galmend „De bel,
de bel, de bel, Dik."
Dikke Dik rolde letterlijk naar buiten
en binnen enkele seconden was de ge-
heele spuitgastencolonne in beweging.
Toen Dik bij het spuithuis kwam,
hadden Pietje en Manus de zwarte al
naar buiten gebracht. Gerard en Dik
grepen den trekboom, terwijl Manus en
Pietje tegen de achterstangen duwden
en daar ging het voorwaarts. Spoedig
had de spnit een duizelingwekkende
vaart gekregen. Na de eerste honderd
meter was Dik's bolle kop al zoo rood
als een Edammer kaasje en geen won
der, want als Gerard één stap deed,
moest hij er minstens twee fabrieeeren
en zoo huppelde hij als een bezetene
naast zijn mageren vriend voort.
Lachend keken de voorbijgangers het
grappige span na.
„Hoera, brandriepen een paar op
geschoten jongens, terwijl zij zich op
de spuit wierpen, om een handje te
helpen, en met verdubbelde snelheid
ging het voort. Dik kon het haast niet
meer bijbeenen. Hij voelde zich voort
getrokken als een wezenlooze pop en
naast hem hijgde en snoof Gerard als
een renpaard, dat op hol geslagen was.
Dik kon haast geen adem meer schep
pen. Het scheen hem of hij de lucht
ergens heel hoog van de wolken moest
halen en verlangend keek hij voor zich
uit, naar het eind van deze dolle race,
dat toch spoedig in zicht moest komen.
Ja, daarginds zag hij de laatste bocht,
daarna nog een kleine honderd meter
en dan zouden ze er zijn.
Voor „Het vroolijke Haasje" stond
het officieele gezelschap, feestelijk met
liooge hoeden getooid, te luisteren naar
de toespraak van den gastheer, die
juist op het alarmsein toeliep.
„En nu, mijne heeren, ben ik aan het
eind van mijn theoretische uiteenzet
tingen gekomen. Ik zal u thans laten
zien, hoe vlug ons alarmsysteem, dat
een uitvinding van mij is, werkt."
De commandant hief reeds de ge-
liandschoende hand omhoog, maar op
hetzelfde oogenblik werd zijn aandacht
getrokken door een hevig rumoer bij
den hoek van het plein. Zag hij het
goed Naderde daar de zwarte brand
spuit Maar dat kon toch niet mogelijk
zijn? Hij had toch nog geen alarmsignaal
gegeven t De commandant had zich
echter niet vergist. Met razende snelheid
kwam de zwarte spuit aanrollen en
voorop liepen zijn trouwste spuitgasten,
Dik en Gerard.
„Nou, die is er ook al vlug zei de
Haagsche commandant droogjes.
„Ik zou zoo zeggen, dat er iets aan
den knikker is t" smaalde Botterdam,
en hier en daar klonk tusschen het
officieele groepje een gesmoord gelach.
Spoedig hadden de spuitgasten de
genoodigden bereikt. Dik zag paaTs en
groen en blies als een dampende loco
motief, maar desondanks keek hij met
trotschen blik om zich heen. Hun spuit
was immers de eerste. De commandant
dacht er echter anders over.
„Hoe komen jullie hier Wie heeft
jullie bevolen naar „Het vroolijke
Haasje" te rijden bulderde hij woe
dend.
„Wel," stamelde Dik, die niets van
die woede begreep, „toen de brandbel
bij mij thuis afging, zijn wij onmiddellijk
uitgerukt."
„De brandbel afgegaan antwoord
de de commandant gestreng. „Je bent
gek er heeft hier niemand op de
brandbel gedrukt. Ik zal deze zaak
onderzoeken, sergeant. Buk nu maar
in. Je bent voorloopig geschorst
Meteen draaide de commandant hem
den rug toe en er bleef voor onze spuit
gasten niets anders over, dan met
hangende pootjes den terugweg te aan
vaarden.
„Een mooie historie," mompelde
Gerard.
„Ik ga meteen de bel inspecteereu,"
antwoordde Dik.
Een kwartiertje later stond hij met
tante Koos en Neeltje bij de bel.
„En toch heb ik de bel hooien rinke
len," hield Neeltje vol.
„Maar, kind, dat kan niet, want dan
moest het papiertje, dat ik altijd tus
schen het knopje en de bel steek, er
tusschenuit gevallen zijn l" verdedigde
Dik.
„Maar, mijnheer, 't is toch zoo, ik
heb het duidelijk gehoord," jammerde
Neeltje.
Dik zuchtte diep en liet peinzend zijn
oogen door de kamer dwalen. Ineens
bleef zijn blik gevestigd op den schoor
steenmantel. O, ja, nü herinnerde hij
het zich, toen hij vanochtend uit vis-
sclien was gegaan, had hij vergeten het
alarmwijzertje te verzetten. Daar had
je 't.
„Stommelinggrauwde hij tegen
Neeltje. „Natuurlijk heb je een bel ge
hoord, maar dat was niet de brandbel.
Dat was de bel van den wekker
Tante Koos gierde het uit van pret
en plofte neer in een leunstoel, Dik
keek boozer dan ooit en Neeltje
snikte.
Wij vragen de speciale aandachl voor ons
Kerstboomprijsraadsel, dal de lezer op pag. 43
van dii nummer vindt afgedrukt Tegelijkertijd
geven wij een kleine recfificatie. In bedoelde
puzzle moei op den peperkoek in 'i midden
van den ondersten tak rechts in plaats van een
doorgestreepte letter m een doorgestreepte
letter n gelezen worden, terwijl de letter r
daaronder blijft bestaan. Houdt dus rekening
met deze kleine wijziging en dingt mede naar
de prachtige prijzen.
Laat daar* >m Uw kinderen uitsluitend
dragen, ook in den winter, schoenen
met leeren tusschenzool en dik
leeren buitenzooi."
Leer is gelooide dierlijke huid. een natuur
product, aangewezen om gezonde natuur
lijke huid te beschermen. De huid ademt
Schoenen met leeren zolen geven
Normale ventilatie
Normale temperatuur
Normale voetvorm
Blijvende pasvorm en
voetsteun
Normale gang.
Geen ander zolenmateriaal (vervang
middel) kan aan deze eischen voldoen.
Dus voor Uw jongens en meisjes
leeren schoenen met leeren zolen,
want
Zie „GENEESKUNDIGE GIDS" (van 4 Oct '35)
afl. 40, blz. 952„Waar de huid - ook aan den voet -*
„in de physische warmteregeling van ons-lichaam een
„belangrijke rol speelt (warmie-afgifte door geleiding'
„en straling, perspiratie, zweet-secretie), kan men
„zich voorstellen, dat deze functie door niet-poreuze.
„afsluitende stoffen, zeer nadeelig wordt beïnvloed.