door Clarence diuddinQton Kelland DROOMLAND 39 SLOT ARIADNE," begon Hadrian nog eens, „wat ik gedaan heb, deed ik voor jon om jouwentwille." Haar groote oogen rustten op zijn gelaat. „Dat vind ik heel erg vreeselijk snoezig van je," zei ze. „Jarenlang eli.... in ieder geval, maandenlang heb ik je vereerd. Ik zocht naar een gelegenheid, om je te dienen." „Je praat keurig," zei juffrouw Joyce. „En nu," zei hij, eenigszins moeilijk, „kom ik tot je.... ek.... nederig, maar niettemin met het gevoel van eigenwaarde, dat eh.. ik bedoel.. Ariadne, je bent de koningin van mijn hart, en of je met me wilt trouwen." „Trouwen V vroeg juffrouw Joyce. „Ja, trouwen," zei Hadrian. ,,'n Reuzenidee," zei juffrouw Joyce, niet spottend of schertsend, maar ernstig en met eenige ver bazing. „Ja, een heel goed idee," zei Hadrian. „Maar ik kan niet. ik bedoel, al had ik zin, dan kon 't nog niet, want „Je kunt niet.... Hij keek haar met groote oogen aan. Weer voelde hij een eigenaardige gewaar wording, die hij zoo gauw niet thuis kon brengen. „Kun je niet.... met Hadrir.n Pink trouwen? Waarom niet 1" Nou ja," zei ze, een beetje ongemakkelijk onder zijn blik, „Algernonik kan er toch ook niets aan doen Hij is zóó reusachtig. en zooals ik altijd tegen mijn vriendinnen zeg je moet je man niet alleen liefhebben, maar je moet tegen hem opzien ook. Ik ben altijd dol op zulke erg verstandige mannen. Ik was zóó weg van Algernon." „Algernon zei Hadrian slikkend. De omschrij ving paste op geen enkelen Algernon, dien hij kende. ..Welke Algernon „Nou, Algernon Peck natuurlijk," zei Ariadne. „We gaan trouwen. Zoo gauw mogelijk. Is 't niet zalig Hadrian stond verstomd. Zijn huwelijksaanzoek was afgewezen. Dit verbaasde hem bovenmate. Zoo hoorde 't. niet. Hij was haar kampvechter geweest't was een pracht van een romantisch geval geweest hij had haar portretten vereerd in de eenzaamheid van zijn kamer zijn leven was aan haar gewijd geweest.... en zij verwierp hem! 't Was ongeloofelijk. Maar nog ongeloofelijker was dit zijn hart brak niet. Hij voelde geen pijn in dat hart. Hij voelde er. hij stond doodstil, en constateerde verbluft, wat hij er voelde.hij voelde er een groote opluchting in. Bijna de opluchting van een veroordeelde, die begenadigd wordt. Hadrian wou geen geloof hechten aan zijn eigen gevoelens. Hij wou niet gelooven, dat hij inderdaad was af gewezen. „Is 't werkelijk waar vroeg hij. „Echt. Ileuschjes," zei Ariadne. Hadrian stiet een langen en diepen ademtocht, uit. Hij zag op haar neer met oogen, waarin opeens iets als genegenheid ontwaakte. Eensklaps mocht hij haar wel, voelde hij zich dankhaar schuldig. „Groote grutten riep hij blij, niet beseffend, dat hij een verouderde uitdrukking gebruikte. Hij keerde zich om zonder afscheidswoord en rende het huis dooi'. Toen hij aan de deur van de werkkamer van den senator kwam, bleef hij staan, 0111 zijn hoofd naar binnen te steken. „Ze is reuzen, senator Ariadne bedoel ik Ze is knal Ze is daverend Ze. u raadt nooit, wat ze zooeven gedaan heeft „Wat dan vroeg (1e senator. „Ze heeft me een blauwtje laten loopen zei Hadrian opgetogen. „Is dat niet sterk „Ongeloofelijk," zei de senator. Hadrian liep weg, maar kwam terug. „U hebt Ariadne zeer juist beoordeeld, senator." „Hoezoo vroeg Ariadne's vader. „Ze is mooi," zei Hadrian, „maar dom." VIERENTWINTIGSTE HOOFDSTUK Het was de ochtend van den eersten Juli. Hadrian zat aan zijn bureau in 't administratie-gebouw Claribel Higg zat aan haar bureau. Er heerschte, gelijk reeds dagen het geval was, gedwongenheid tusschen hen. Zij spraken alleen, als 't werk het eisclite. Buiten speelde er muziek, knalde er vuurwerk, klonken de kreten van een woelige joelende menigte. Hadrian ging naar 't raam en keek naar beneden. Het was een grootsch moment. Heel Pickc,hester scheen door de poorten van Droomland binnen te stroomen. Reeds nu, uren te voren, was het succes van zijn feestelijke opening verzekerd. „Kijkriep hij in een opwelling van trots. „Kijk Zij kwam naast hem en zag neer op de duizenden mensehen, die zich verdrongen langs de wegen van Droomland, die her en der liepen, die over de acht baan schoten, in den vijver zwommen, zich aan den ingang van iedere vermakelijkheid opeenhoopten. ,,'t Is een heerlijk gezicht," zei ze zonder geestdrift. ,,'t Is méér dan een gezicht," riep hij. ,,'t Is een 't is eenHij zocht naar een sprekend woord en vond er een, dat hij zich herinnerde uit zijn jongensjaren, ,,'t Is een kanjer Er kwam een stilte, die minuten duurde. Toen zei Claribel ,,'t Is vandaag mijn laatste dag." „Hè „Ik ga er uit." „Uit „Drie letters, tegen overgestelde van in," antwoordde zij. „Er uit, hier vandaan." „Waarheen vroeg hij. „Terug naar mijn dierbare schiettent," zei ze, „waar de man echt man wordt en een fijne sigaar van een stuiver krijgt, als hij de roos raakt." Hij overwoog dit. Hij keek om naar haar bureau en begon zich in te denken, hoe hij 't in die kamer zou hebben, als haar stoel leeg stond. Erg be vallen deed het voor uitzicht hem niet. Maar ze kon beter weggaan't meisje van Porter Vane kon beter weggaan. „Je moogt blijven, als je wilt," zei hij nederig. „Ik zou niet willen," zei ze. Hij liep terug naar zijn bureau en ging zitten. Ook zij nam haar plaats weer in. „Algernon wordt de bruigom," zei hij even later. „En wie is 't ramp zalige slachtoffer „Juffrouw Joyce," zei Hadrian. „Hè HUISELIJK KERSTTAFEREELTJE „Je hebt me liest verstaan," zei hij uit de hoogte. „Ik heb heel duidelijk gesproken." „Maar ik dacht dat uikdat u met een fakkel achter haar rijtuig liep." „Ik heb haar gisteren ten huwelijk gevraagd," zei hij. „En toen hoorde ik van haar verloving met Algernon. Ze heeft mij den zak gegeven." Zij sloeg haar oogen op naar de zijne. „Da's spijtig, meneer Pink," zei ze. „SpijtigKletsriep hij. „Ik ben nog nooit. ik bedoel. 't was denderend „Wüt was 't 1" „Denderend," herhaalde hij. „Ik. als ik van drank hield, had ik me dronken gedronken van de pret." „Mijn ooren zijn goed, en ik wasck ze geregeld," zei Claribel. „Ik versta alles meestal goed." „Kortom," zei Hadrian, ,,'t was de grootste meevaller van mijn heele eh.... loopbaan." „Waarom hebt u haar dan gevraagd „Ik moest wel," zei Hadrian, ,,'t Was toch zeker een ridderlijk avontuur Ik was toch voor haar in 't krijt getreden Ik had haar toch gered en l>e- schermd en zoo Dus „Dus wat V' „Dus moest ik mijn loon gaan vragen, is 't niet zoo Toen ik zooveel voor haar gedaan had, kon ik haar fatsoenshalve toch niet op één been laten hinken „Ik begrijp anders de mannen zoo goed," zei Claribel mat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 47