Voor de Kerstdagen 44 T^en paar door de huiswouw zelf gebakken koekjes mogen op de Kerstdagen in geen huishouding ontbreken. Ze zijn lekker voor onze kleintjes en lekker bij de thee of om zoo te snoepen. Met een beetje handigheid zijn ze ook heel eenvoudig te bereiden. U hebt noodig voor het deeg 300 gr. meel, 120 gr. boter, 2 eieren, 90 gr. suiker, 90 gr. (gepelde) fijngemalen noten, een ietsje zout voor het glazuur een halven citroen, 125 gr. poedersuiker en een reepje opgeloste chocolade of wat jam. U bereidt uit deze ingrediënten een zacht deeg. Op een keukentafel hebt u het gezeefde meel geschud, een klein holletje in het midden gemaakt daarin doet u de eieren, suiker, wat zout, de in kleine stukjes gesneden boter en de fijngemalen noten. Dit alles wordt nu langzaam tot een deeg vermengd, even een paar keer flink gekneed en dan op een koel. plekje gezet, waar u het 3/4 uur laat rusten. Daarna rolt u het uit, steekt met kleine vormpjes sterren uit en bakt deze op een met boter besmeerd bakblik in den oven, tot ze lichtbruin zijn. Intusschen bereidt u het glazuur. Daarvoor vermengt u het sap van een uitgepersten citroen met 125 gr. gezeefde poeder suiker onder voortdurend roeren tot een vloeibare massa. Met, een penseeltje bestrijkt u de gebakken sterretjes met, het glazuur en zet in het midden een klein puntje van jam of wat opgeloste kookchocolade. Met een lekker gebakje legt u overal eer in, bijzonder in den Kersttijd, omdat iedereen dan wat meer snoept dan anders. Een beetje geduld en handigheid en u hebt de aantrekke lijke sneetjes klaar. V hebt noodig voor het deeg pond meel, 1 ei, een heel klein beetje zout, 40 gr. suiker, 110 gr. boter, 1 eetlepel melk of rum voor het vulsel een paar eetlepels jam voor het glazuur ca. 50 gr. kookchocolade, 1 eetlepel water, een handje vol noten. Het meel wordt gezeefd en op een schoongemaakte keukentafel of bakplank geschud. In het midden van het meel maakt u een klein nestje, doet daarin het beetje zont, de suiker, het ei, den eetlepel melk of rum en de in kleine vlokjes gesneden boter. Nu vermengt u alles goed door elkaar en kneedt daaruit een glad deeg. Dit laat u nu ca. 3/4 uur rusten en rolt het dan tot een niet te dunnen lap uit. Met een deeg radje of een mes deelt u het deeg in gelijke sneetjes en bakt ze op een met boter besmeerd bak blik in den oven, tot ze licht bruin zijn. Telkens wordt een sneetje met jam bestreken en een tweede erop geplakt. De chocolade hebt u met 1 eetlepel water vloeibaar gemaakt en daarmee bestrijkt u bovenop de dubbele sneetjes. Ten slotte in het midden een gehalveerde noot, en u bent klaar met de smakelijke lekkernij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 52