GELUKKIG UITEINDE t H 1 door CAI Clifford m p I all IN DE SNEEUW ~ET was voor Dick Murphy '11 Oudejaarsdag om nooit te vergeten. In het holst van den nacht had hij de kleine hrugwaehterswoning aan de Spey verlaten, om in Colsyt den dokter te gaan halen voor zijn kleine meid, die bijna gebleven was in de benauwdheid van een heftigen diphtheric-aanval. De dokter liad zeer ernstig gekeken, toen hij de kleine patiënte onder zocht had. en het noodweer trotseerend, had hij kleine Mary en haar doodsbeangste moeder in zijn auto naar het ziekenhuis in Aberdeen gebracht, waar „mogelijk" nog 'n kans bestond, dat zij gered kon worden, had liij met een twijfelend hoofdschud den gezegd. Niemand van het treinpersoneel aan de lijn Aber deen-Elgin passeerde dien dag de eenzame brug- waehterswoning, zonder een meewarigen blik op de vensters te werpen. Maar Dick Murphy liet zich niet zj<.u hij liep met een somber gezicht door het huis, zelfs doof voor het kinderlijk gebabbel van kleinen Dick, die met een behuild gezichtje aan tafel zat en voortdurend naar zijn moeder en zijn zusje vroeg. Kenneth McKenzie, Dick's boezemvriend, reed dien middag met een losse locomotief van Elgin naar Aberdeen terug en stapte aan de brug even af. „Nog nieuws fvroeg hij bedrukt. „Niets," zei Murpliv met een brok in zijn keel. „liet wachten is op Marv." „Wanneer komt ze terug, Dick „Ik weet het niet zij zou ginds blijven, totdat zij zekerheid had.. leven of dood. 't Zal wel wach ten op het laatste zijn, denk ik." „Kom, kom, niet direct het ergste denken." trachtte Kenneth hein op te beuren, maar zijn stem klonk weinig opwekkend. Ook hem ontbrak liet geloof in de redding de dokter had al te geheim zinnig gedaan. „Wanneer komt moeder nou terug, oom Ken neth vroeg kleine Dick met een angstig stem metje. „Vanavond, vent," beloofde Kenneth, de wangen van den jongen streeleml. „Met den laatsten trein wilde Diek weten en hij vestigde een verlangenden blik op de spoorlijn. Kenneth knikte. „Met den laatsten trein ik zal haar vast meebrengen, hoor, maar dan moet je straks zoet naar bed gaan als moeder er is, zal vader je wel wakker maken." Kleine Dick gelóófde - hij vroeg niet meer. Pas toen Kenneth wegging, herinnerde liij liem nog eens aan zijn belofte. „Met den laatsten trein, hè, oom Kenneth V' „Beslist hoor," verzekerde Kenneth en na zijn vriend de hand te hebben gedrukt, verliet hij de woning. Even later denderde de locomotief weg. Murphy ging zijn seinen verzorgen en kleine Dick zocht zijn speelgoed op. Hij was gerustgesteld moeder keerde terug met den laatsten trein. Oom Kenneth had beloofd haar mee te brengen en groote inenschen jokten nooit. Zachtjes begon hij te zingen en zijn grappig taaltje riep zelfs een glimlach te voorschijn op het gelaat van zijn vader, wiens hart vervuld was van angst en zorg om de kleine Mary, zijn jongste. I Ven Oudejaarsdag woei er vanuit de Moray-baai 'n hevige storm over het land van de Spey. De wind stuwde het Water met kracht de rivier op en ver anderde den kalm vliedenden stroom in schuimende wa"erbergen ên kolkende dalen. De lucht om de eenzame brugwachterswoning was vervuld van huiveringwekkende geluiden het woeste gebulder van den orkaan, het gehuil van den wind tusschen de brugbogen en liet geraas van de hoog opgezwiepte golven, die donderend braken op de brughoofden. De schepen, die noordelijk van de brug geankerd lagen, zochten beschutting onder veiliger wal. en werden verhaald naar de bocht van de Spey. voorbij de brug. Dick Murpliy werd herhaaldelijk geroepen, om de schepen door het middenstuk van de brug doorgang te verleenen een weinig benijdens- waardige taak. die niet zonder gevaar was in dien vliedenden orkaan. Kleine Dick bleef dan angstig in huis huiverend van vrees voor het verschrikke lijk geweld, dat om de woning raasde. Tegen zes uur leek het erop. dat Murpliv rust zou krijgen het laatste schip was dóór en op het noordelijk deel van de Spey viel geen lichtje meer Ie bekennenMet kleinen Dick op zijn knieën zette hij zich bij de kachel en verviel weer in zijn somber gepeins. „Hoe lang duurt het nog voor de laatste trein komt. vader t" vroeg de jongen plotseling. „Nog twee uren, Dick," antwoordde Murphy. Dick had geeu verstand van uren hij wist alleen van „vandaag" en van „morgen", dat even goed het volgend jaar kon beteekenen. Hij vroeg het alleen, om vader te liooren praten, omdat hij anders zoo bang werd van het gehuil in den schoorsteen. „Vaderviel hij eensklaps bezorgd uit, „moet moeder nou van Colsyt in dit weer naar huis loo- pen t Dat heele eind en dan de brug over „Hm, ja," bromde Murphy, „dat is wel een beetje erg. Maar weet je wat we zullen het sein op onveilig zetten, dan stopt de trein wél voor de brug." Dick's gezichtje helderde op met die belofte was hij tevreden. Als de trein vóór de brug stopte, kon moeder vlak voor liet huis uitstappen en hoefde zij niet zoo'n eind te loopen. Murphy deed alles, om den jongen zoet te houden. Zelf dacht hij er niet aan, dat zijn vrouw met den laatsten trein mee kon komen. Hij verwachtte een telegram, dat het afgeloopen was met zijn kind aan een redding kon hij niet meer gelooven. Een andere mogelijkheid was nog, dat, er vanuit Aberdeen een vervanger gezonden werd met de boodschap, dat hij terstond naar het zieken huis moest, komen, wilde hij het kind nog levend zien. Daarop wachtte hij - de hoop was verdwenen na de onheilspellende woorden van den dokter. Tegen half acht was hi j juist van plan kleinen Dick naar bed te brengen, toen hij boven het gebulder van den orkaan uit het doordringend, monotoon geluid van een handmisthoorn vernam. Er klonken drie langgerekte stooten liet sein, dat een schip doorgelaten wenselite te worden. Murpliv stond ver stoord op - er kwam geen eind aan vandaag. Met een blik op de klok stelde hij vast, dat liet nog ge makkelijk kon voor de trein passeerde over een half uur werd hij pas van Colsyt afgeseind. Vlug legde hij Dick in bed en dekte liem toe. En toen viel het hem plotseling in, dat het Oudejaars avond was. Hij dacht aan zijn vrouw en aan kleine Mary, die thans met den dood lag te worstelen, of den onge- lijken strijd wellicht op dit oogenblik reeds opge geven had, en kreeg een brok in zijn keel. „Gelukkig uiteinde, m'n lieve jongen, óók van moeder en zus," bracht hij schor uit. Diek omhel zend. „Wel te rusten, vader maakt u me wakker als moeder komt t" bedelde kleine Dick. „Vast hoor beloofde Murphy en daarop wan kelde hij de deur uit. Zijn heftige ontroering was -f'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 12