AVONTURIERS EN
ONGELUKSVOGELS
onder «s werelds
kunstschatten
„De Nachtwacht" van Rem
brandt werd in 1911 door
een gewezen kok bij de
marine niest een scherp mes
beschadigd.
ALS het meesterwerk het atelier ran den
s kunstenaar verlaten heepwacht het
vaak een leven rol zonderlinge en verras
sende wederwaardighedenHet gaat door de
handen van verzamelaarsmuseumdirec
teurenveilinghouders, kunsthandelaren,
assuradeurs, rechters, restaurateurs, ver-
ralsehers, dieven en plunderaars.
Soms doorkruist het kunstwerk de ge-
heele beschaafde wereld en altijd is het
door tallooze gevaren omringd.
ZOO is liet goeclIk lieb een haat tegen het rijk
en beter dan iemand overhoop te steken, kan
ik „de Nachtwacht" vernielen
Dit riep de vandaal, die op 13 Januari 1911
met een scherp mes een aanslag op Rembrandt's
wereldvermaard meesterwerk pleegde. Suppoosten
snelden toe,overmeesterden den onverlaat en ontruk
ten hem het mes. Maarhet onheil was geschied
,.l)e Nachtwacht" zwaar beschadigdOp dien
noodlottigen Vrijdag ging er een schok door het land,
door de geheele wereld
..Zou het machtige werk nog te herstellen zijn t"
vroeg men.geen zich angstig af.
De eerste geruchten waren ontstellend. Pessimisten
meenden reeds het kunstwerk grootendeels als ver
loren te moeten beschouwen.
Inderdaad was de aanslag niet mis geweest. De
sporen van het mes liepen over de beide hoofdfiguren
op het. eerste plan van de indrukwekkende groep, de
lieeltenissen van kapitein Banning ('ocq en luitenant
Willem van Ruytenberg.
Hoe was de aanvaller te werk gegaan en wat kon
de diepere oorzaak zijn van zulk een heftigen wrok
jegens den Nederlaudschen Staat
Kenige oogenblikken voor de laffe daad gepleegd
werd. bevond zich een suppoost, uitsluitend belast
met het toezicht, op „de Nachtwacht alleen in het
vertrek, waar het kunstwerk destijds was geëxpo
seerd.
Rustig trad een bezoeker binnen, die op ongeveer
drie passen van de schilderij bleef staan en haar
aandachtig in «ogenschouw nam. Hoewel de suppoost
iu liet geheel geen kwaad vermoedde, had hij zicli
toch dicht achter den man
geplaatst. Plotseling deed
deze een .stap voorwaarts,
sprong over het lage koord,
dat diende om de belang
stellenden op eenigen af
stand van de schilderij te
houden, trok inmiddels een
mes en haalde dit in een
wijden boog over het doek.
De aanvaller had zoo
bliksemsnel gehandeld, dat
het voor den suppoost on
mogelijk was het kwaad te
verhinderen. Onmiddellijk
greep hij echter den ge
weldenaar vast, zoodat
deze zijn vernielend werk
„De anatomische les van
dr. Deymandoor Rem
brandt, werd tijdens den
brand van de St. Anthonie-
poort in 1723 grootendeels
door vuur verwoest. Het
fragment, dal we nu nog te
zien krijgen, is maar gedeel
telijk door Rembrandt ver
vaardigd.
niet verder kon voortzetten
en geassisteerd door een
tweeden bewaker, die op
liet hulpgeroep kwam aan
snellen, mocht het den
suppoost weldra gelukken,
denbarbaar te overmees
teren en te ontwapenen.
Kort. daarna werd hij ge
boeid naar het politieburea u
op liet Leidscheplein over
gebracht. Zooals later
bleek, was hij vroeger kok
bij de marine geweest. In
die dagen had hij zich weer
voor deze betrekking aan
gemeld. Hij werd echter
afgekeurd en verbitterd
door dezen tegenslag be
sloot hij den Staat een
onberekenbare en tevens
onherstelbare schade toe te
brengen. Een wraakneming,
die vrijwel gelijk staat met
de daad van een krank
zinnige
Bij nadere beschouwing
bleek echter spoedig, dat
ile weerzinwekkende aanslag volkomen mislukt
was. Het mes had alleen de vernislaag geraakt,
die ongeveer de dikte van een dubbeltje bedroeg.
De verf was ongeschonden gebleven, zoodat de
restaurateur Hesternian liet euvel spoedig hersteld
had. Reeds den volgenden dag kon de schilderij
weei* ter bezichtiging worden gesteld en zooals
te begrijpen is. gingen velen bij de trouwe Amster-
damsclie schutters hun opwachting maken, om
hen zij het dan iu stilte met hun beterschap
geluk te wensclien.
Hoewel het noodlot, „de Nachtwacht" dus aller
minst gespaard heeft, zijn haar ondervindingen
nog niet te vergelijken met de rampspoeden, die
„De anatomische les van dr. Deyman" getroffen
hebben. In liet jaar 1(156. dat is dus een vijftal
jaren voor het ontstaan van „De Staalmeesters
heeft Rembrandt dit werk geschilderd. Tijdens
den brand van de St. Anthoniepoort in het. jaar
1723 werd liet grootendeels door het vuur verwoest.
Het fragment, dat wij nu nog te zien krijgen, is
maar gedeeltelijk door Rembrandt vervaardigd,
zooals de weergave van liet lijk, een belangrijk
detail, dat vrijwel onbeschadigd gebleven is. De
sporen, die liet vuur ruim twee eeuwen geleden
achterliet., zijn nu nog duidelijk te ouderscheiden.
Evenals „de Nachtwacht" en „de Staalmeesters"
bevindt, zich ook «leze „Anatomische les" in liet
Rijksmuseum te Amsterdam. Wie zich het werk