Verstelce/i'ng v ru drie keer gezien had. Hij wilde weten wie ik was, wat ik deed, of ik vergunning liad om prent brief - kaarten te verkoopen -•••• het eindigde in het politie bureau, waar ik al* ongewensclit vreemdeling eeti kaartje naar Nederland kreeg. Onder politiegeleide ging ik aan boord, in Rotterdam wachtte weer politie, met politie spoorde ik naar de Duitsche grens. Ik was terug in mijn vaderland, en het leek er veel op, of mijn wereldreis een fiasco zou worden. Maar op het grensstation keerde het geluk terug. De trein stond nog niet geheel stil. toen mijn bege leider reeds het portier opende, doch aan den ver keerden kantvlug maakte ik de andere deur open. sprong op het perron, rende over de rails naar het weiland achter het station. Eerst in het boseh, dat ik in het Oosten als een flauwe vlek kon onder scheiden, voelde ik rnij in veiligheid, maar ik liep toch den verderen dag en bijna den geheelen nacht door, nu naar het Zuiden. Veertien dagen later was ik in het Saargebied, met de bedoeling om de Fran- sclie grens te passeeren want ik wilde naar Mar seille. In een klein stadje had ik geluk toen ik er in schemerdonker op de stoep van een liuis even uitrustte, stopte aan den overkant een lijkauto, waaruit wil kist werd gedragen in het huis schuin tegenover mij. Aan het nummerbord zag ik, dat het een Fransche auto was. en ik hoorde bovendien den chauffeur, toen hem werd gevraagd of hij bleef tot den avondmaaltijd, antwoorden, dat hij haast had, omdat hij nog voor den nacht in Bchweyer terug wilde zijn. Ik kon liet niet beter verlangen er was niemand in liet straatje, ik liep naar den overkant, gluurde rechts en links en kroop onder het afhan gende zwarte laken door in den auto. waar ik languit ging liggen. Vijf minuten later kwam de chauffeur uil hei huis, waar hij iets had gedronken, en vertrok. Aan de grens ondervonden wij geen moeilijkheden. ,.A! terug vroeg de douane, en uit het verdere gesprek begreep ik. dat met den auto een Duitseher was vervoerd, die in Frankrijk was gestorven en in zijn vaderland begraven wilde worden. De begrafenisondernemer stopte enkele kilometers over de grens en reeft zijn auto in een garage ik bleef kalm liggen, sliep enkele uren en klom voor dag en dauw door een raampje naar buiten, nadat ik een potloodkrabbel had achtergelaten met de woorden „Bedankt voor liet ritje en tot weder dienst bereid.'' Mocht de man ooit mijn verhaal lezen, dan is het raadsel voor hem opgelostmis schien dacht hij wel. dat hij een briefje van den doode had gekregen. Toen hij het den volgenden dag vond. was ik in ieder geval al op flinken afstand van hem verwijderd, op weg naar Marseille. Dai was mijn doel. omdat ik naar Afrika wilde zou ik er niet als verstekeling op een schip kunnen sluipen, dan wilde ik er een haantje als scheepsjongen zoeken op iedere boot. die maar even liet contact met de zee kon wagen. Jk begon met het baantje, omdat ik aan een reis onder dergelijke omstandigheden de voorkeur gaf als verstekeling moet je maar afwachten, hoe vrien delijk of onvriendelijk je word! ontvangen bij out- dekking, zooals ik meer dan eens heb ondervonden, liet lukte me ik werd scheepsjongen op een onoog lijk Roemeensch stoomertje. dat op weg naar Smyrna een gedeelte van de lading moest lossen in Algiers. In de beste stemming zag ik Marseille verfiwijnen, want ik zou mijn doel Afrika, bereiken, en ik ver liet Europa op den goeden tijd. want de winter naderde in Algiers zou de temperatuur beter voor zwervers zijn. In Algiers wilde de kapitein mij voor de verdere? reis monsteren, maai ik bedankte liet eten aan boord was meer dan onsmakelijk ging aan wal en begon een langen zwerftocht door Algerië en Marokko, werkte hier en daar, kocht een aftandse!) ezeltje en reed daarmede naar de Westkust. Voor het beetje geld. dat hel sullige dier hier op bracht. wilde de kapitein van een klein Nederlandsch schip mij wel overbrengen van Casablanca naar Madeira, een prachtig land voor menschen als ik het klimaat is er zoo zacht, dat men \s nachts een onderdak niet erg mist. eu het is er gemakkelijker dan elders om er zonder werken aan den kost te komen, maar 11a drie weken vond ik het leven daar al te lui en zorgeloos en ik zag uit naar middelen, om het eerste groote doel van mijn goedkoope reis te bereiken de Afrikaariscke wildernis. Op geen enkel schip kon ik echter een plaats krijgen, zoodat ik op een nacht weer aan boord van een Engelsche tank boot kroop, die op w eg wTas naar St. Louis aan de Senegal-kust. Na een hal ven dag in volle zee kwam ik te voorschijn en ontmoette voor het eerst en het laatst in mijn leven een kapitein, die zich niet barsch tegen een verstekeling aanstelde, mij alles liet vertellen, werk gaf. otaar mij ook in SI. Louis niet aan land wilde laten gaan. „Dat is geen plaats voor kinderen." zei hij „je bent te jong om op dit rare plekje van de wereld naar de haaien te gaan. en ik zal je meenemen naar Kaapstad. Daar kunnen ze beter voor je zorgen." Zoodat ik *s avonds in de haven over boord sprong en naar den wal zw«»m. om er een half uur later Algiers tras de eerste stad. die Meppl Pop finger in Afrika bezoekt. geducht spijt van te hebben. Want de tropennacht- was tamelijk friscb urenlang liep ik te rillen in mijn natte plunje, tot het eindelijk flag werd en de zon mij in minder dan geen tijd droog stoofde. Met de karavaan van een vriendelijken Fransohimin, die drie dagreizen het binnenland introk, ging ik de wildernis tegemoet de man wilde mij bij zich hou den als een soort opzichter over de inlandsohe hovs. maar ik was nog niet ver genoeg naar mijn zin in de wildernis, en deii vierden dag verliet ik in alle vroegte zijn karavaan met achterlating van een brief 0111 hem te bedanken. Alleen reisde ik verder Alleen Slechts een onervaren jongen van zeventien kan zoo hopeloos dom en eigenwijs zijn. Er wTas wel een min of meer gebaand pad. de karavaanroute naar het binnenland, maar het eigenlijke verkeer ging zelden verder dan de plaats, waar ik don Franschman had achtergelaten, er waren bijna geen dorpjes, de wildernis werd dichter en échter, zooals ik verlangd had, maar ook gevaarlijker en ongezelligerde zon brandde afschuwelijk, mijn Alya. de dochter van het aeger- opperhoofdwerd uitgekozen boor hei huwelijk mei dep jongen blan ken wereldreiziger. gekeeie lichaam gloeide, met ont zetting dacht ik aan de komende duisternis.Enfin, om een lang verhaal kori te maken een half uur 11a het vallen van den avond zag ik vuur dooi de hoornen glanzen, ik stakkerde en struikelde dwars door het bosch, doodsbenauwd dat ik op een slang of een griezelig Met negerdprp in de wilder nis van Wesf-Afrtku, wuur Beppl tamp mamuien heult

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 31