Opnieuw verstekeling I f4*ï*44*44*ti bij den rijkdom der meubileering en de met goud en zilver ingelegde zwaarden, dolken en pistolen, waarmee de wanden kwistig versierd waren. Behaag lijk liet ik mij in de kussens zinken, graag bereid alle goede gaven te genieten die er te genieten waren. De Egyptenaar klapte in zijn handen, waarop dadelijk een Chineesche huisknecht verscheen, die een order in een rare taal in ontvangst nam, achter de tapijten van de deur verdween en spoedig terug kwam met twee opiumpijpen. Hij legde er een bij mij neer en gaf de andere aan zijn meesterde Egyptenaar maakte een uitnoodigend gebaar, maar ik zei lachend, dat ik voor het genoegen bedankte. De man reageerde er zeer vreemd op hij brulde iets in 't Egyptisch of wat 't mag zijn, en sprong met klauwende vingers op mij af, alsof hij mij wilde wurgen. Dat wachtte ik niet afin de half liggende houding, waarin ik op de kussens zat, kon ik gemak kelijk en vlug genoeg mijn rechterbeen opheffen en hem een flinken trap in de maagstreek geven, waardoor zijn zwaar lichaam achterover tuimelde. Doch toen was er de Chinees nog. Ik zag, dat hij een soort Moorsch zwaard van den wand rukte en met enkele groote stappen op mij afkwam het zwaard ging omhoog, in doodsangst trachtte ik uit de kussens omhoog te komen en rolde, toen het niet gelukte, opzij. De punt van het zwaard raakte even mijn arm ik krabbelde overeind, greep een zwaar pistool uit de verzameling aan den wand en deed een uitval naar den Chinees, die bij zijn mislukten stoot over de kussens gestruikeld was hij wilde juist opstaan, toen de loop van mijn pistool hem op den schedel trof, zoodat hij weer op den vloer zonk. Ik wierp mijn wapen in de kamer en trof daarbij nog doel, want ik hoorde een pijnlijken schreeuw van den Egyptenaar, die zijn maag nog betastte, vloog door de deur, liep een of anderen bediende in de gang ondersteboven en struikelde hijgend en trillend op straat, in de zekerheid dat ik een gevaar lijk avontuurtje beleefd had, en met de voldoening dat ik, met meer geluk dan overleg, een gevoelig souvenir had achtergelaten bij twee schurken, die mij waarschijnlijk wilden haaien" of wie weet wat met mij voor hadden. Ik vertrouwde het niet meer in Cairo. Indien de vriendelijke gastheer en zijn Chineesche knecht het er op gezet hadden, mij voor een of ander vuil zaakje gevangen te nemen, of indien zij wraak wilden nemen, dan zouden zij wel een middel vinden om mg weer in hun macht te krijgen. Ik nam de risico niet, dat ik hier of daar zou worden overvallen of in een val gelokt, en keerde liever naar Port Said terug; ik kwam er 's avonds aan en sloop bijna regelrecht aan boord van een Grieksch schip, zoodat ik de politie, als die nog aan mij mocht denken, niet behoefde te vreezen. Op het schip de oude geschie denis twee dagen verborgen in 'n sloep, levend van mijn voorraad brood en beschuit, ontdekt, scheld woorden van den kapitein, werken. Ik verstond geen woord van den kapitein, een Griek, zoodat ik maar niets antwoordde, hetgeen zoo ont nuchterend op hem werkte, dat hij het vloeken en tieren spoedig staaktede ontvangst had slechter kunnen zijn. Met dat al zegde hij in de eerste haven, Tunis, de gast vrijheid opspijt had ik daar niet van, want ik kende deze Noord- Afrikaansche stad nog niet, en ik hoopte hier een plan uit te voeren, dat mij reeds een half jaar bezig hield. Ik begon reeds aardig onder vinding te krijgen als verstekeling op schepen, ik had gratis gereisd met auto's en treinen, maar nog niet in een vliegtuig. Wie weet kreeg ik geen kansje in Tunis, waar eon Fransche militaire luchthaven was Na aankomst ging ik er dus da delijk heen een dalende machi ne wees mij den weg en verkende het terrein drie dagen slenterde ik rondom het veld, niet begrijpend, dat ik groot gevaar liep om gearresteerd te worden, want met mijn uitgesproken Duitsch gezicht en mijn camera zouden vermoedens van spionnage niet zoo gek geweest zijn. Het gebeurde echter nietik had zelfs het geluk om den vierden dag getuige te zijn van een ongewone drukte op het vliegveld en van een bijzondere activiteit, welke, zooals duidelijk te zien was, een grooten tweedekker gold. De tanks werden geheel gevuld, herhaaldelijk werden er startproeven genomen (telkens met één man, ofschoon het een verkennersvliegtuig met twee plaatsen was) en er verschenen hooge militairen, zoodat ik vermoedde, dat er een of andere bijzondere vlucht op til was, die 's avonds moest beginnen, omdat ik zag, dat de vlieger, na de laatste landing, toezicht hield op het bijvullen der benzinetanks en enkele kleine pakjes plus drie thermosflesschen inlaadde, terwijl hij daarna naar de cantine ging. Toen de schemering inviel, werd de machine niet naar een hangar gereden, zoodat ik niet ver van de waarheid kon zijn met mijn gissing, dat de vlucht nog vóór den nacht ondernomen zou worden. Toen het volkomen donker was, sloop ik dus naar de plek, waar ik de omheining het gemakkelijkst kon beklimmen, wachtte tot de schildwacht op zijn wandeling 't verst van mij af was en liep naar het vliegtuigik klom in de achterste plaats en kroop onder het bankje en zoo gewoon was ik dergelijke verstopperij reeds, dat ik kalm een deel van de meegenomen proviand opat en.in slaap viel. Geluid van vele stemmen maakte mij wakker ik verstond enkele namen van plaatsen, o.a. Tim- boektoe, en wenschen voor een goede reis, totdat de motor werd aangeslagen en alles overdonderde de vlieger nam zijn plaats in even wachtte ik in felle spanning of er nog iemand zou instappen, doch er kwam niemand mijn vermoedens werden bewaarheider zou een nachtelijke solo-vlucht ondernomen worden. Ik had weer geluk gehad. Een verstekeling in een vliegmachine heeft een even vervelende reis als in welk ander vervoermiddel; ik kon alleen constateeren. dat de vlucht laat in den nacht was begonnen, omdat vrij spoedig het daglicht in mijn schuilplaats doordrong, maar overigens zag ik niets. Het was dus geen wonder, datf het een tonige geraas van den motor mij weer in slaap bromde een rustige slaap was het niet, want ik werd herhaaldelijk wakker, terwijl de droomen elkaar verdrongen droomen van negers en wilde dieren en bergen, waarin politiebeambten holen Gezicht op Cairo, waar Seppl zulk een angstig avontuur beleefde. Zeilschepen in de haven van. Tunis. groeven om zich te verbergen, en van een zeereis in een klein schip, dat door de golven op en neer gegooid werd, of het een kurk was. Doch dit was geen droom meer ik werd voor den zooveelsten keer wakker en greep tegelijk naar mijn keel. waarin ik een allervreemdst gevoel bemerkte, de machine ging te keer als een dronken kraai, schommelde en steigerde en nam voortdurend duiken van minstens honderd meter, om even later weer omhoog te schieten. Een naargeestig gefluit plaagde mijn ooren, scherp zand drong naar binnen en stak mijn gezicht als met duizend speldeprikken, de lucht boven mij was donker, alsof spoedig de avond moest vallen, terwijl het hoogstens middag kon zijn en wat het ergste was ik hoorde, dat de motor onregelmatig liep. Met kloppend hart hoorde ik den vlieger mopperen en vloekende motor ging te keer als een boerenkar op een brug met losse planken, de machine kreeg een harden klap, ik schoot in mijn nauwe schuilplaats naar voren ik voelde het toestel stuurloos naar beneden vallen en kreeg koude voeten van bangheid, doch gelukkig scheen de vlieger de machine weer meester te worden het vallen ging over in een tamelijk kalme daling en ik voelde even later, dat de wielen den vasten bodem raakten. Het wr~d tijd, dat ik den vlieger liet weten, dat hij niet alleen wasmet moeite richtte ik mij op en nam plaats op het stoeltje, waar ik nog steeds onder was geweest. Hij zag mij, toen hij zich uit zijn plaats heesch om den motor na te kijkenik zal

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 31