iÜ: -■>- mmi.' ■-. Ie - ~'^- 'V'v'— Mi Wordt vervolgd. S ;- -»v tX4 V SI fcresafcS ■- i v. «£^lÉi£27% zeggen, dat hij verbaasd keek, doch het was meer dan verbazing, waarmede hij zijn ongenooden gezel bekeek, ofschoon hij zijn gevoelens spoedig meester was en mij liet hooren, dat er nog vele Fransche uitdrukkingen zijn, die ik niet kende. Tegelijkertijd ging zijn hand naar zijn revolver en gaf hij mij een teeken. uit te stappen ik voldeed eraan en requi- reerde al mijn Fransch en Engelsch om hem duide lijk te maken, dat ik mij 's nachts in zijn machine verstopt had, waarop hij wederom een bloemlezing verbolgen woorden ten beste gaf. plotseling eindi gend in een kalm „Je hebt 't nu niet beter, dan je verdient." „Beter met zTi tweeën schipbreuk in de woestijn dan alleen," antwoordde ik. Dat kan ik niet ontkennen." zei hij, en wij stelden ons aan elkaar voorhij heette André, vloog reeds twaalf jaar en had tot dusver nooit pech gehad, hetgeen een magere troost was. De inspectie van den gezamenlijken voedselvoorraad verdreef bij hem het laatste spoor van ontstemming, want ik droeg daar het grootste gedeelte in bij vier broodjes en drie appelen, terwijl hij van zijn mondvoorraad slechts twee sandwiches over had. Wat erger was er was nog slechts één thermosflesch sterke koffie. ,,'t Mag niet lang duren," zei kapitein André somber. „Op het brood houden wij 't een heelen tijd uit, maar dorsten hier in die hitte...." „In een dag kan veel gebeuren," antwoordde ik „je hebt nog een heele flesch koffie." „Voor z'n tweeën." „Nee, voor u alleen. Ik had zelf voor drinken moeten zorgen, 't Is te gek. dat ik als verstekeling nog de helft van uw koffie zou nemen ook." Ilij dacht even na. „Je hebt gelijk ik zou er ook zoo over denken," zei hij toen maar uren later, toen mijn lippen reeds gesprongen waren (ik had niet gedronken sinds het vertrek uit Tunis), schonk hij een half bekertje koffie voor me in, en de dorst had mij reeds zoo tam gemaakt, dat ik dadelijk accep teerde zonder één zwak woord van protest. „Ik heb al twee thermosflesschen leeggedronken," zei hij, als on) mij te verontschuldigen. „Tegen dorst kan niemand op. Zie wat te slapen ik ga eens in de buurt kijken." Van slapen kwam echter nietsongeduldig wachtte ik meer dan twee uur op zijn terugkomst, De Jgidi-duinen in de Saharawelke den wereldreiziger als verstekeling in een vliegtuig bijna noodlottig werd vechtend tegen de verlei ding om nog enkele slokjes koffie te nemen, en tegen den angst, dat de vlieger zou verdwalen en ik alleen zou achterblijven. Die ver schrikking bleef mij echter gelukkig bespaardhij kwam doodmoe terug, met de ontmoedigende mede- deeling, dat hij geen spoor van een karavaanroute ge vonden had. „Als de storm ons niet te ver uit den koers geslagen heeft, denk ik, volgens den af gelegden afstand, dat we ergens in de Igidi- duinen zijn, en dat is een stuk van de Sahara, waar bijna nooit een karavaan komt. Ik hoef nu den mo tor niet schoon te maken, want 't stuift nog te erg, maar als de wind nog meer gaat liggen, zal ik zien wat er aan te doen is. Pat is onze eenige kansals we niet kunnen starten, is het afgeloopen met ons." Dat begreep ik ook het zou bijna een wonder zijn, als een karavaan hier passeerde, terwijl er ook slechts een kleine kans was, dat een vliegtuig ons zou vinden. Kapitein André had wel onmiddellijk radio grafisch onze ongelukkige landing geseind en deed het nu nog met geregelde tusschenpoozen, want het radiotoestel was gelukkig intact gebleven - maar ten eerste kon hij niet nauwkeurig onze positie opgeven, en ten tweede zou het uiterst moeilijk zijn om ons vanuit de vliegtuigen eener reddingsexpeditie te zien, vooral in deze weersomstandighéden. (Zooals men weet, is dit kortgeleden weer gebleken twee Fransche vliegers brachten bij hun ontredderd vliegtuig vier dagen in de Noord-Afrikaansche woestijn door telkens hoorden en zagen zij machines, die hen zochten, doch hen niet konden onderscheiden in het woestijnzand. Redactie.) 's Avonds werd het stil, doch de twee zaklantaarns van den kapitein gaven niet lang genoeg licht om den motor eenigszins startklaar te kunnen maken, zoodat wij tot den volgenden morgen moesten wachten. Natuurlijk sliepen wij nietde nachtrust beperkte zich tot een onrustige, telkens onder broken sluimering, waarna de honger, en vooral de dorst, ons nog feller pijnigde. Mijn hoofd sprong bijna uit elkaar mijn lippen deden zoo'n pijn, dat ik ze niet op elkaar kon houden, terwijl ik, merk waardig genoeg, telkens moest denken aan den on bezorgden tijd, dien ik op Madeira en de Canarische eilanden had doorgebrachthoe ik mijzelf ook pro beerde af te leiden, tergend-duidelijk zag ik voort durend de zegeningen van de prachtige eilanden vóór mij. Aldus was het een verlossing, toen wij in het eerste flauwe daglicht aan het werk konden gaan. Het viel mee, vond de kapitein na twee uur ingespannen arbeid, waarbij ik hem zoo goed mogelijk had geholpen, kon hij achter zijn handles en instrumenten gaan zitten, terwijl ik op zijn aanwijzingen den pro peller draaide. Zonder succesnog ééns. Zonder succes, weer probeeren. tien, twintig keer. Spoedig waren m'n armen dood, ik had ontzettenden honger, de dorst was onuitstaanbaar, ik kreeg neiging om met m'n vuisten op dien stommen motor te beuken, die zich hardnekkig verzette tegen onze wanhopige pogingen», en slechts af en toe enkele tellen sputterde en knalde, om ons met een schijn-succes te ver blijden. Maar André gai het niet op. Gaat," zei hij hoopvol„ik weet zeker dat de motor 't zal doen, je moet nog even volhouden." Hij groef het zand voor de wielen weg, terwijl ik rustte, languit in de schaduw onder de machine liggend, huilend van uitputting en ellende. „Je bent nog jong," zei André in een zwakke poging om mij op te beuren, „en ik ben te lang in Afrika om nog bang te zijn voor de woestijn. Pro beer 't nog eens, als je wat bent bijgekomen." Ik strompelde overeind het deed er niet toe, of ik tien minuten of twee uur rustte en stelde mijn zwakke krachten tegenover den motor, en, niet te gelooven reeds den derden keer moest ik achteruitspringen, want de schroef bleef draaien, de motor liep, hoestend en met stooten, allengs regelmatiger André liet de machine warm loopen, draaide tegen den wind in, ging taxiën. Wij waren in de luchtDe kapitein keek naar de zon, inspec teerde zijn instrumenten en vloog na eenige aarze ling in Zuidelijke richting. Hij keerde zich half naar mij om en glimlachte flauw, maar ik begreep, dat wij niet lang boven konden blijven, want zijn gezicht vertelde mij duidelijk genoeg, dat hij na de afmatten de en spannende start-pogingen totaal uitgeput was hij zou niet lang meer de kracht hebben om wil en gedachten bij zijn machine te houden. 1VT og geen uur later lag ik weer in het zand. Ik had een oase met kleine stippen van menschen en kameelen ontdekt en kapitein André er op gewezen, die slechts een vermoeide grijns ten antwoord gaf op eenigen afstand van de oase had hij het vliegtuig op den grond gezet, gas afgesloten en was na deze laatste inspanning bewusteloos in den stuur stoel achterover gevallen. Arabieren snelden toe, ik wees naar mijn mond en liet mij willoos op den grond tillen een meisje boog zich over mij heen, en toen vergat ik alles, want ik dronk. Zij droegen ons in een tentdrie uur lagen wij er stil naast elkaar, dankbaar, genietend van het besef dat wij gered waren, dat de afschuwelijke dorst geweken was. Toen voelde kapitein André zich sterk genoeg om de vlucht voort te zetten het was trouwens nog slechts honderd kilometer naar Timboektoe, zooals de leider der karavaan ons vertelde. Ik nam een foto van onze redders en dacht er in de opwinding niet aan, dat er geen film in mijn toestel wasAndré sprak in een voor mij onverstaanbare taal eenige dankwoorden, rukte een knoop van zijn uniform en gaf dien aan 't meisje, dat ons 't eerst water had gegeven en dat dit gebaar Z3er op prijs scheen te stellen ik draaide weer den propeller, en niet lang daarna stonden wij veilig op het vliegveld van Timboektoe veilig, maar niet gerustik althans niet, want wat zou er met mij gebeuren Ik begreep, dat kapitein André als officier verplicht was, rapport te maken van mijn verboden reis, en in dat geval was het waarschijnlijker, dat ik kennis zou maken met een militair cachot, dan dat ik als vrij man door Timboektoe zou wandelen. Yan den anderen kant hadden wij samen in groot gevaar verkeerd en had de vlieger voordeel van mijn gezelschap gehad, want. zonder mij was het misschien onmogelijk geweest, na de noodlanding op te stijgen. Hij scheen er ook zoo over te denken de commandant van het vliegveld, die André na zijn angstigen tocht verwel komde, keek hem bevreemd aan, toen er een tweede man uit het vliegtuig stapte. „fk dacht dat je alléén vertrokken was t" „Ben ik ook, majoor. Mijn passagier heb ik opge pikt in de Igidi-duinen, waar ik 'n noodlanding moest maken wegens den zandstorm 't m $eppl Popfinger, 'n soort wereldreiziger, in de woestijn verdwaald van een karavaan. Hij heeft me goed kunnen helpen, en ik kon hem moeilijk in de woestijn achterlaten, vindt u niet De majoor was het er mee eens en bedankte mij voor de hulp aan een Fransch officier bewezen in de eantine vierden wij de gelukkig volbrachte vlucht met enkele flesschen wijn, doch ik nam spoedig afscheid. Ik zag toch liever geen uniformen om mij heen. Kapitein André had mij trouwens reeds heime lijk een teeken gegeven, dat ik beter kon vertrekken. „Maak dat je weg komt," zei hij. terwijl hij me naar den uitgang van de luchthaven bracht. „Ik moest eigenlijk rapport over je maken, maar na zóó'n reis is dat 'n beetje al te gek, en ginds in de woestijn was ik werkelqk blij, dat je bij me was. Blijf hier niet te lang je bent geen spion, maar anderen zouden dat misschien eerst willen onder zoeken, en dat duurt meestal erg lang. Een cel in Timboektoe is heelemaal niet prettig. Nog eens van harte bedankt, en kruip niet meer als versteke ling in een vliegmachine. Goeie reis

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1936 | | pagina 32