Lentepracnt
m
Zomerpracht
zijn onafscheidelijk!
50 cent
DE OVERWINNING VAN
OLIVIER STONE
1
weetMtiui\£yk
Patronenkantoor Panora
34
ll
Een heel kindermodeboek met 125 modellen
zal thans in ..Zomerpracht" worden opgenomen!
En desondanks blijft de prijs
voor niet-aboimé s 60 cent
door Clifford Hint
Nassauplein 1 Haarlem Postgiro 142700
Zoodra de Lente in het land is, is „Zomerpracht" er ook.
„Dat prachtige mode-album?" zult u zeggen, „dat ken ik."
Pardon, u kent alleen maar de vorige uitgaven en hoe keurig die
ook waren, „Zomerpracht 1936" overtreft ze alle. Voor deze nieuwe
editie wordt het aantal kleurpagina's van 8 op 24 gebracht.
Het gaat nu ruim 300 voorbeelden van de laatste Weensche,
Berlijnsche en Parijsche mode bevatten.
Indien u het nü bestelt, hebt u de
zekerheid het binnen 24 uur na ver
schijning te zullen ontvangen. De
vorige uitgave was in korten tijd uit
verkocht. Zorg, dat u er tijdig bij bent
Bestellingen kunnen als vólgt geschieden:
door bemiddeling van uw agent of be
zorger: afgehaald aan het bureau van ons
bladdoor girosiorting op No142700;
door toezending van het bedrag per post
wissel of in postzegels aan
modellen
knippatronen verkrijgbaa
gebruikelijk
maten
TOEN Mary French 's morgens op
stond en een blik wierp over de
verlatenheid van het Nullarbor
Plain, zei ze tot zichzelf, dat deze dag
de gewichtigste zou zijn van heel haar
leven. De nacht had haar tot eeii vast
besluit gebracht zij wilde dy&n dag
een ernstige poging doen, om aan een
dreigend huwelijk met Olivier Stone te
ontkomen. Vijftig pond had zij noodig,
om haar moeder een onbezorgde toe
komst te verschaffen en dat geld wilde
zij trachten te verdienen, door zich
straks in te laten schrijven voor den
ren om een claim van het pas ontsloten
Nullarborgoudveld.
Op haar primitieve waschtafel lag de
brief van Olivier Stone. Hij was gericht
aan haar moeder een brief vol harte
lijke bewoordingen. Het slot behelsde
de vraag, waarover zij zich reeds een
week lang moegepeinsd had de vraag,
of Mary ertoe zou kunnen besluiten zijn
vrouw te worden. Eerstdaags kwam hij
eens een kijkje nemen op het nieuwe
goudveld en hij hoopte, dat hij dan
welkom zou zijn, om het antwoord te
vernemen
Het aanzoek was bespottelijk in
Mary's oogen. Zij kénde Olivier Stone
niet eens. Hij was een jeugdvriend van
wijlen haar vader en die twee hadden
elkander een jaar geleden toevallig weer
eens in Eucla ontmoet. Haar vader had
hem een portret gegeven, waarop ook zij
voorkwam en na haar beeltenis te heb
ben gezien, scheen hij op haar verliefd
te zijn geworden.
Het was in één woord bespottelijk
de man was vijftien jaar ouder dan zij.
Als haar vader nog had geleefd, zou zij
dan ook beslist geweigerd hebben den
brief zelfs maar te lezen. Doch helaas
was hij bijna een jaar geleden gestorven
en binnen afzienbaren tijd dreigde hen
broodsgebrek. En daarom had zij het
aanzoek in beraad willen houden, als een
uiterste redmiddel in den nood. Geluk
kig echter had deze nacht haar raad
geschaft de rush van het Nullarbor
goudveld kon straks nog uitkomst
bieden.
Vóór zij zich naar beneden begaf, be
keek zij critisch haar spiegelbeeld. Zij
was niet knap en de zorgen begonnen
reeds rimpeltjes te groeven om haar
mond en oogen. Bovendien was zij al
vijf en twintig jaar en aan den rand van
de Nullarborwildernis deden zich voor
een vrouw weinig goede kansen voor.
Allemaal redenen, om het aanzoek van
Olivier Stone in ernstige overweging te
nemen.
Toen zij beneden kwam en haar
moeder het opgekomen plan meedeelde,
sloeg deze verbaasd de handen in elkaar.
„Je wou meedoen aan die hardlooperij
om een claim vroeg zij ontsteld.
..Jij.een meisje
„Waarom niet vroeg zij vroolijk.
„Er loopen méér vrouwen mee. Maar
afgezien daarvan hoeft niemand te
weten, dat ik een meisje ben. Om vlugger
vooruit te komen ben ik van plan, een
mijnpak aan te trekken van vader
niemand zal er erg in hebben in de alge-
meene opwinding."
„Maar wat wou je met een claim uit
voeren, kind f Je kunt er als meisje toch
niet in ernst aan denken te gaan delven f
En vergeet je, dat de minste inschrijving
drie pond kost En je kunt het immers
toch niet opnemen tegen al die mannen f"
Het waren allemaal bezwaren, die
Mary voorzien had. Kalm, maar vast
besloten zette zij haar plannen uiteen.
Binnen weinige weken zou er aan den
rand van het nieuwe goudveld behoefte
zijn aan een winkel, waar de gouddelvers
zich van levensmiddelen en allerlei klei
nigheden konden voorzien. Hun woning
was als gebouwd voor 'n dergelijk doel
en zij had berekend vijftig pond noodig
te hebben, om zich voorloopig te in-
stalleeren. Als het haar straks gelukte
een claim in bezit te krijgen, wilde zij
haar rechten erop verkoopen, waarvoor
zij zeker wel vijftig pond zou krijgen.
En liever dan gedwongen te zijn met een
man te trouwen, dien zij nog nooit ge-,
zien had, wilde zij trachten op een andere
wijze in hun toekomst te voorzien. Hier
lag een kans en die mocht zij zich niet
laten ontglippen. Zelfs niet, al was een
uitgave van drie pond nóg zoo bezwaar
lijk in hun omstandigheden
Zij won het pleit haar moeder be
rustte. Tegen elf uur begaf Mary zich in
haar vermomming naar het kantoor van
den mijnbouwopzichter een inder
haast opgerichte keet aan den rand van
het nieuwe goudveld. Zij kreeg een in-
schrijvingsbewijs voor een der laatste
ploegen en met haar claimvlaggetje
onder den arm en den slappen vilten
hoed diep in haar oogen gedrukt, mengde
zij zich onder de opgewonden menigte.
Tergend traag verstreek de tijd. De
menigte die ongeveer zeshonderd per
sonen telde, waaronder een twintigtal
vrouwen werd ongeduldig en lang
zamerhand kwam ook Mary in een toe
stand van koortsachtige opwinding te
verkeeren. Eindelijk, tegen twaalf uur,
gaf de opzichter een teeken, dat de
eerste groep van twintig personen zich
aan de startlijn kon opstellen. Precies
tw aalf uur klonk het startschot en ren
den de eersten onder het aanmoedigend
geschreeuw van de anderen op 't doel af.
Zij waren spoedig uit het gezicht ver
dwenen en daarop volgde de tweede
ploeg. De volgenden vertrokken met
regelmatige tusschenpoozen en eindelijk
werd ook haar nummer afgeroepen. Zij
plaatste zich op de streep en terwijl de
opzichter de bepalingen omtrent den
ren voorlas, keek zij even de rij langs.
Er stonden oude en jonge menschen
de meesten armoedig gekleed en allen
hevig opgewonden.
Een uitzondering maakte de man, die
rechts van haar stond. Hij had een sym -
pathiek gezicht en donkere, droomende
oogen, en toonde niet het minste onge
duld. Zij vermoedde, dat hij een goede
looper was, hoewel het reeds grijzende
haar aan zijn slapen verried, dat hij niet
zoo heel jong meer kon zijn. Zij nam zich
voor hem in het oog te houden als gang
maker en toen klonk onverwachts het
startschot
Met een sprong ging zij van start en
snelde voort. Zij had al terstond vier
mannen voor zich. drie liepen met haar
op dezelfde hoogte en de anderen bleven
achter haar. Maar allen renden zij voort
voort, zoo snel hun beenen wilden
gaan en hoorbaar hijgend en steunend.
Op de helft van de duizend meter
lange baan bespeurde zij tot haar vol
doening, dat zij nog inaar drie mannen
voor zich had. Haar gangmaker wras de
snelste en liep ongeveer drie meter voor
haar uit. Al haar krachten inspannend
sprong zij naar voren twee mannen
voorbij en eindelijk op gelijke hoogte met
haar gangmaker.