üimib
t
'N SPANNEND MOMENT
VOOR 'T DOEL
terstond een politieauto en juist toen
inspecteur Allesby een lialf uur later,
na liet verhoor van den portier en de
getuigen, zijn onderzoek in de ver
trekken aanving, kroop Percy Cordon
door het tuinvenster zijn kamer weer
binnen.
Hij was nog niet heelemaal beko
men van den schrik, die hem een
oogenblik verlamd had, toen hij den
bliksem in zag slaan hij had er het
ergste van gevreesd. Maar hij was
gelukkig ongedeerd gebleven en on
gezien ontkomen. Nu was hij gerust,
volkomen gerust hij had zich van
de bezwarende kleedingstukken ont
daan en niet het minste spoor achter
gelaten, dat de verdenking op hem
kon vestigen.
Tegen den morgen droomde Percy
Gordon overgelukkig van het aardige
fortuin, dat hij dien avond in ruil
voor zijn document zou ontvangen.
En na een angstig waken voor het
onweer droomde óók nog iemand
anders in Londen van een fortuin
Betty Baker, die den volgenden dag
de gunstige beslissing hoopte te ver
nemen op de concessie-aanvraag van
haar vader, die zijn heele nalatenschap uitmaakte.
En waarvoor haar door een bank een groot bedrag
ineens en een ruim aandeel in de exploitatiewinst
was toegezegd
HPerwijl Londen in den vroegen morgen het nood
weer besprak, dat zich in den afgeloopen nacht
boven de stad had ontlast, had inspecteur Allesby
op het Colonial Office een langdurige conferentie
met mr. Troughton, den afdeelingschef, uit wiens
schrijfbureau Baker's concessie-aanvraag ontvreemd
was.
Allesby had tusschen twee uur 's nachts en lialf
tien in den morgen een minutieus en uitgebreid
onderzoek ingesteld naar den dader van de inbraak,
bijgestaan door een heelen staf wetenschappelijke
medewerkers. Dank zij de inlichtingen van mr.
Troughton had hij liet motief van het misdrijf
documenten diefstal, met de „Madras Mineralen
Company" als bevoordeeld gegadigde op den achter
grond spoedig achterhaald. Maar dat was dan ook
vrijwel alles, wat zijn onderzoek had opgeleverd
het negatief resultaat liet zich duidelijk aflezen van
zijn knorrig gezicht.
„Niet het geringste spoor, zelfs geen schijn van
een aanwijzing hebben we gevonden," constateerde
hij wrevelig. „Wij hebben alleen vast kunnen stellen,
dat de inbreker met een goed passenden sleutel
is binnengekomen door den ingang in Hing Charles
Streét, dat hij op de mat zijn natte kleeren heeft
achtergelaten, dat hij de lessenaars heeft open
gebroken met een roestige vijl, en ten slotte, dat hij
juist aan het werk was, toen de bliksem insloeg.
Dat is vrijwTel alles géén vingerafdruk, zelfs geen
voetspoor hebben we kunnen vinden, dat ons op weg
kan helpen. Alleen een paar stofjes op uw lessenaar,
kleine deeltjes koolstof waarvan geen onzer kan
raden, of ze iets met de geschiedenis hebben uit te
staan, 't Is een wanhopige zaak ik zie niet in,
hoe we op deze manier achter de identiteit van den
dader moeten komen.
Hij zuchtte eens en mr. Troughton knikte hem
verdrietig toe.
„De veronderstelling ligt voor de hand, dat hier
géén vreemde aan het werk is geweest," ging Allesby
na een poos nadenken voort. s,In de eerste plaats is
de dader in de gelegenheid geweest, den duplicaat
sleutel van den ingang te ontvreemden en in de
tweede plaats heeft hij geweten, waar hij Baker's
concessie-aanvraag vinden kon. Het feit, dat de
dief vijf lessenaars openbrak, zou er weliswaar op
kunnen wijzen, dat hij niet zoo héél goed op de
hoogte was, maar liet. is even waarschijnlijk, dat
dit een trucje van hem is gewreest, om ons in dien
waan te brengen."
Mr. Troughton bewoog zich onrustig op zijn stoel.
„Bedoelt u, dat iemand van het Colonial Office er
de hand in gehad heeft vroeg hij weifelend.
„Ja, en het lijkt me aannemelijk, dat het iemand
is geweest van deze af deeling," antwoordde Allesby.
„Koestert u geen verdenking tegen een van uw
ambtenaren, of is u den laatsten tijd soms iets
vreemds opgevallen in het gedrag van een hunner
„Neen, ik acht géén van mijn mensehen tot zoo'n
boevenstreek in staat," verzekerde Troughton
met een krachtig hoofdschudden. Hij zuchtte ver
drietig en ging voort ,,'t Is een ellendig geval voor
dat meisje die Bettv Baker. Vandaag sluit de
wettelijke termijn van negentig dagen, waarbinnen
bezwaren tegen de aanvraag kunnen worden in
gebracht. We zijn gehouden een beslissing te nemen
en den koning een voorstel te doen. Doch nu valt
er niets voor te stellen de koning verleent natuur
lijk geen bewilliging op een schriftelijk verzoek, dat
hem niet eens kan worden voorgelegd. En omdat
John Baker geen nieuwe aanvraag kan indienen,
kunnen we zijn rechten, of beter gezegd, die van zijn
dochter, gerust als vervallen beschouwon.
't Is treurig voor het meisje zij verkeert in
armoedige omstandigheden. Nu is de „Madras"
gegadigde voor de concessie haar aanvraag ligt
reeds zes weken hier. 't Is duidelijk genoeg wie hier
achter zit de „Madras" is de éénige. die belang
had bij het ontstaan van een situatie als deze."
Allesby knikte. „Een geraffineerde schurken
streek, waartegen niets valt te doen zakenpolitiek
van het laagste allooi." zei hij verontwaardigd.
Knorrig stond hij op en begon met driftige passen
het vertrek op en neer te loopen. Urenlang had hij
gezocht en zich moe gedacht. De zaak scheen hope
loos zelfs geen sprankje licht zag hij gloren.
Langer zoeken scheen nutteloos alleen het stomme
toeval kon in deze misschien nog iets uitrichten
Op hetzelfde oogenblik, dat hij zoo dacht, snelde
Themis zélf hem te hulp
Er wrerd geklopt en Percy Gordon trad binnen.
In zijn hand hield hij een dikken bundel paperassen
ingeboekte post van dien morgen. Hij boog het
hoofd voor Troughton en Allesby en trad volmaakt
rustig op het bureau van zijn chef toe. En toen bleef
hij geduldig wachten op het distribueeren van de
brieven.
Allesby liep hem tweemaal in gedachten voorbij,
zonder hem eenige opmerkzaamheid te schenken.
Toen kreeg hij hem pas in het oog en nam hem
vluchtig van achteren op. Zijn blik bleef rusten op
den rug van zijn colbert, dat vervaardigd was van
een grijze, ruige stof. En toen kwam er plotseling
een felle uitdrukking in zijn oogen hij had een
kleine, zwarte vlek op het colbert ontdekt.
„Neem me niet kwalijk," begon hij met een
beleefden glimlach, „weet u dat uw jas bevlekt
is f
Percy Gordon wendde zich verrast om en wierp
een vluchtigen blik over zijn schouder, maar de
vlek zag hij niet.
„Bevlekt echode hij. „Neen, ik heb er niets van
gezien. Gisteren was het nog niet ik heb de jas
toen nog afgeborsteld."
„Ja, een vlek," herhaalde Allesby op onverschil
ligen toon. „Uw jas heeft zeker te drogen gehangen
bij een brandende kachel."
Tegelijk wrendde hij zich af, alsof de geschiedenis
hem eigenlijk niet het minst interesseerde en Percy
Gordon, hoegenaamd niet verdacht op een valstrik,
haastte zich die laatste veronderstelling af te
wijzen.
„Tóch niet," glimlachte hij. „De jas is niet nat
geweest en er brandt op het oogenblik zelfs geen
kachel bij me thuis."
Allesby kwam een stap nader en knikte hem te
vreden toe. „Dat wilde ik graag even uit uw eigen
mond liooren," hernam hij glimlachend. Toen wreef
hij even over de vlek en toonde Percy Gordon een
zwarten vingertop. „Ziehier, die plek is geschroeid,
de fijne wrolhaartjes zijn verkoold. Gisteren was dat
nog niet, wrant dan had u die plek kaalgeborsteld.
En vannacht vond ik van diezelfde verkoolde haartjes
hier op dezen lessenaar. Ik weet er een voor de
hand liggende verklaring voor er is een bliksem
straal dicht langs u heengegaan. Bent li soms de
man, die vannacht hier ingebroken heeft
Het duizelde Percy Gordon bij deze vraag, die
een onomwonden beschuldiging inhield.
„Neen stiet hij uit, maar zijn doodsbleek gelaat
en de siddering, die hem overviel, maakten zijn
ontkenning voor een menschenkenner als Allesby
zoo goed als waardeloos.
„Accoord, 't is uw recht te ontkennen," zei hij
koel, „maar ik zal er tóch maar toe overgaan u te
arresteeren. Misschien schiet het u wel in de cel
te binnen, hoe die schroeiplek op uw colbert gekomen
is. En in dien tijd zullen wij eens rondneuzen, of er
soms nog meer van die bezwarende stille getuigen
te vinden zijn.
Percy Gordon's heftige ontkenningen konden
hem niet baten evenmin het vernuftig geënscè-
neerde alibi, voor de echtheid waarvan zelfs zijn
hospita in haar onschuld bereid bleek in te staan.
Want het bewijs van zijn schuld vond Allesby een
paar uur later onder den vloer van zijn kleerkast
het document, waarvoor hij 's avonds een fortuin
had gehoopt te ontvangen. Het was aan het daglicht
gebracht door een speelschen bliksemstraal den
zelfden, die Betty Baker in den afgeloopen nacht
een angstkreet had ontlokt, omdat zij vreesde, dal
hij ergens ingeslagen was.